De avonturen van Kees, Klara & Jaap

4. Harrie de verveldende buurman & Kees moet op zwemles

Het is de volgende dag en vandaag gaan Kees, Klara en Jaap op vakantie. Waarheen weten ze nog niet, dat is een verrassing.
Ze moeten over een uur weg en ze hebben alles al helemaal ingepakt.
Kees ligt languit op zijn luchtbedje, wat te brainstormen over waar de reis heen zou gaan.
Hij hoopt wel dat hij vanuit daar een kaartje kan sturen. Dan zou hij hem naar Harrie sturen. Hij is Kees' buurman. Hij is een goede buurman.
Want hij klaagt niet. Daarom is hij een goede buurman.
Kees' vorige buurman, in zijn vorige huis, klaagde wel. Hij heette Arnold. Arnold klaagde steeds dat het raam nooit open stond. Hij vloog er telkens tegen aan. Hij was een mus. Ja, was. Een keer stond het raam wel open. Toen was Arnold zo enthousiast, dat hij heel snel naar het raam vloog. Net voordat Arnold door het raam was, deed Kees' baasje het raam dicht. Arnold vloog tegen het raam aan. Vanaf die dag klaagde hij nooit meer.
Hij was dood.

Kees rolt op zijn andere zij. Maar omdat hij al op de rand van het luchtbedje lag, rolt hij van het luchtbedje af. Kees schrikt en begint van schrik te spartelen. Dan bedenkt Kees dat dat niet hoeft, en stopt met spartelen. Langzaam zinkt Kees naar de bodem. Kees kijkt verbaast naar zijn pootjes. Er zitten geen zwembandjes omheen. Oh ja! Die had hij natuurlijk al ingepakt! Hij probeerde boven te komen maar het lukt niet. Kees zakt steeds verder en verder naar de bodem.
Dan wordt alles zwart.