De deur van het cafeetje gaat open. Rose kijkt op en ziet dat Hendrik naar haar toe loopt. Hij knikt nog vlug naar het meisje achter de bar voordat hij tegenover haar plaatsneemt.
"Hallo, Hendrik."
"Hallo, Rose. Hoe gaat het met je?"
"Redelijk goed. Euhm.. Heb je nog iets van James gehoord?"
"Nee, al enkele dagen niet. Waarom? Is er iets?"
Rose haalt haar schouders op en staart uit het raam. Haar buurvrouw met haar jongste dochter komt juist voorbij. Triest lacht Rose hen toe.
"Rose, je kan me alles vertellen."
Rose draait haar hoofd langzaam naar Hendrik toe.
"Ik denk dat James boos is."
"James is altijd boos."
Rose lacht kort om de opmerking.
"Hij is nooit boos op mij. Ik weet niet wat ik verkeerd heb gedaan. Zou hij echt boos zijn over een grap?"
"Hangt er van af... Wanneer maakte je de grap?"
Verbaasd haalt Rose haar wenkbrauwen op, maar Hendrik blijft haar serieus aankijken.
"Euh... Overdag... Wel ik zei dat het een grap was om middernacht."
Hendrik schudt zijn hoofd.
"Typisch. De koppigaard."
"Dus hij is niet boos?"
Hendrik schudt zijn hoofd.
"Hij is zeker boos, maar dan kent hij mij nog niet. Ik zal morgen proberen om een redelijk gesprek te hebben met hem. Allez, redelijk... James redelijk."
Rose lacht vriendelijk naar hem.
"Dankjewel, Hendrik."
"Bedank me maar als hij terug antwoord."
Hendrik staat op.
"Ik moet eens doorgaan. Ik moet nog naar mijn werk om een aantal papieren te halen. Het was leuk om je nog eens te zien, Rose. Nog een fijne dag."
"Dag, Hendrik."
De deur gaat open en Hendrik stapt naar buiten. Rose steekt haar hand op als hij langs het raam komt en zucht dan. Ze neemt een slok van haar thee en opent haar leesboek. Ze wil nu niet aan James denken.
