Moment van vrede

25 0 1
                                    

Ademloos staat Chris daar, hij heeft de neiging om heel hard weg te lopen, maar hij moet verantwoording afleggen aan de vader van Charlotte en dat weet hij maar al te goed. Hij hoort naast zich iemand zuchten. Dat breekt voor hem zijn hart, hij begint te huilen, niet zomaar te huilen. Nee hartstochtelijk! Snikkend vertelt hij alles, ja alles, niks houdt hij achter! NIKS. Als hij klaar is, is hij bang dat hij een donder van jewelste overzich heen krijgt. Maar tot zijn verbazing blijft het stil. Langzaam draait Chris zich weer om. Hij hoort de vader van Charlotte diep ademhalen, als deze zegt: 'Jongen het was verkeerd, maar ik snap het, vroeger was ik net zo! Jongen het is je vergeven!' Chris weet niet wat hij hoort, hij draait zich om, en valt recht in de armen van haar vader. Even blijft het stil, maar dan klinkt er. 'Chris, ze heeft toch zelf gezegd dat ze je het vergeven heeft. Waarom zou ik je het niet vergeven, zij wilde het toch?!' Even zucht Chris dan zegt hij: 'Ja dat heeft ze wel gezegd, maar ik ben zo slecht bezig!' 'Jongen het is goed! Het is gebeurd, het was fout op de manier waarop. Maar ik vergeef je!' 

Jurgen! Jurgen wakker worden! Je moet naar school! Hé wie roept hem daar, dat is mama niet!? Met moeite doet hij zijn ogen open, en hij ziet de buurvrouw staan. Ze ziet dat hij zijn ogen opendoet, en herhaalt nog een keer: 'Jurgen, Jurgen nu echt opstaan hoor!' Met een ruk slaat hij  de dekens van zich af. Waarom school? denkt hij.. Ik heb totaal geen zin! Het lijkt net of de buurvrouw zijn gedachten raden kan, want ze zegt: 'Ja je moet naar school, om te leren. En dat is niet altijd even leuk!' Zuchtend kleedt hij zich zelf aan. Ineens denkt hij weer aan de woorden van zijn vader gisteravond, ' vandaag mag hij voor het eerst na Charlottes dood bij Jefta gaan kijken!'Hoe zou dat wezen? Zou Jefta nog steeds zo klein zijn als de allereerste maar ook de allerlaatste foto die hij heeft gezien!? Hij weet het niet, hij besluit het aan de buurvrouw te vragen, maar ook zij weet het niet. 'Afwachten jongen' zegt ze. 

De schooldag duurt verschrikkelijk lang, maar eindelijk gaat de bel! Jurgen stormt als eerste de klas uit, nagestaard door een verbaasde meester. Jurgen rent het schoolplein op en kijkt zoekend om zich heen. Ja daar, dáár staat zijn vader. Snel rent hij er naar toe. ' Rustig, rustig jongen' bromt zijn vader lachend. Rustig? Hoe kan hij nu rustig zijn als hij voor het eerst na weken bij zijn broertje mag kijken!? Lachend start vader de auto, niet lang daarna rijden ze al op de snelweg richting het ziekenhuis. Jurgen kan niet stilzitten, zijn vader moet alleen maar meer lachen om de ongeduldige Jurgen. 

Als ze dichtbij het ziekenhuis zijn zegt Jurgens vader; 'Jongen in het ziekenhuis moet je niet rennen! En ook niet schreeuwen. Dat mag niet van de dokters!' ' Ja papa!' Eindelijk zijn ze bij de parkeerplekken, en stappen ze uit. Jurgen loopt aan vaders hand naar de grote draaideuren, die langzaam ronddraaien. Wat is het hier groot, Jurgen kijkt zijn ogen uit, maar waar is nu zijn broertje? Kunnen ze die wel vinden in dit mega grote gebouw? Maar papa loopt al naar de lift, samen zoeven ze enkele verdiepingen omhoog. Als de deuren opengaan, ziet Jurgen alleen maar lange gangen, en dichte deuren. Zachtjes vraagt hij: Papa waar moeten we nu heen?' Kom maar, we moeten hier naar links en dan de tweede deur. Papa opent de deur, en Jurgen loopt naar binnen. Daar ligt mama! Mama roept hij! En hij rent naar mama toe. Samen knuffelen ze heel lang. Maar dan kijkt Jurgen op en zegt; 'Mama? Papa? Waar is de baby dan?' Papa neemt Jurgen op schoot, en zegt: 'Jongen we gaan nu naar de baby toe, de baby ligt op een kamer met heel veel andere baby's, dus je moet stil zijn, want die andere baby's willen slapen! 



De baby die niet mocht komenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu