Directe oproep geannuleerd

35 1 0
                                    

Wezenloos staart Arend de arts aan, dit kan, dit kan niet waar zijn! Dit is onmogelijk! Hij denkt aan gistermiddag toen hij blij en trots aan het bedje van zijn zoon stond. Hij zou nu niet meer naar het bedje van zijn zoon kunnen lopen, dat bedje is leeg, zijn zoon ligt niet meer in die 'glazen doos.' Zijn Jefta ligt nu in een groot bed, op de inslaapkamer van de OK. Arends hart staat bijna stil, als hij denkt aan het moment dat zijn vrouw hem belde, hij hoort weer haar woorden, angstig, zelfs dodelijke angst was er in haar stem te horen: 'Arend! Kom nu hierheen, je zoon Arend, onze zoon! Hij is op het randje.... 'Welk randje? Hoort hij zichzelf nog vragen. 'Jefta wordt nu geopereerd, ze vechten voor zijn leven! Hij haalt het niet, ik voel het!' Weer hoort Arend de angst in de stem van zijn vrouw. Hij haalt diep adem en vraagt: 'Dokter hoe zit het nu? Wat denkt u? Haalt hij het?' De arts kijkt hem aan, heel doordringend alsof hij door hem heenkijkt! 'Arend, u moet nu echt rustig blijven! Uw vrouw heeft u in deze situatie hard nodig! Arend wij doen wat we kunnen, wij kunnen niet meer dan dat we nu doen! Wij vechten voor Jefta's leven! Ik kan niet zeggen of hij het haalt, maar we hopen allen van wel!' Deze woorden doen Arend toch ergens wel goed. Hij staat op geeft de arts een hand en loopt richting de kamer van zijn vrouw. Waar ook zijn en haar ouders ook zijn. Daar staat zijn vader al, 'Jongen, ik heb al 2 dagen het gevoel, dat er iets mis zou gaan, en nu is het mis gegaan, maar tegelijkertijd voel ik 's nachts, en vraag niet waarom juist 's nachts, dat er al gaat er iets mis, het goed af zou lopen! Ik weet niet of het hier over gaat, maar ik heb een sterk vermoeden, dat je hieruit geholpen wordt, en dat ook Jefta gered wordt!' Heel even blijft het stil, dan snikt Jolanda het uit, al haar spanningen moeten eruit, Arend loopt naar haar toe, gaat naast haar zitten en troost haar. Even is het stil, dan verlaten beide ouders de afdeling. 

Ondertussen ligt Jefta op de operatieafdeling, nog even en hij zal geopereerd worden, al weet hij zelf niks daarvan. Nog even en dan zullen 4 chirugijnen om hem heen staan, en voor zijn leven vechten, om zijn longen weer aan de praat te krijgen. Zijn armpjes gaan even omhoog, net of hij wil zeggen: Mama, ik zal voor jou vechten, en papa ik wil met jou vechten. De verpleegkundige die naast hem zit, kijkt even naar hem, wat moet dat kleine jochie wel allemaal niet meemaken?! Ineens een schok, het ventje draait onrustig zijn hoofdje heen en weer. Een zacht gehuil maakt zich meester van de intense stilte. De verpleegkundige staat direct op, en belt de dienstdoende arts. Die controleert alles, en zegt dan met een verstikte stem: 'Ga zijn ouders halen!' Zo snel als ze kan, loopt ze richting de kamer van de vermoeide ouders van Jefta. Ze duwt de deur open, en zegt: 'Kom maar even met mij mee!' De lach op haar gezicht, geruststelt de doodsbenauwde ouders. De arts staat al met een glimlach op zijn gezicht de ouders van Jefta op te wachten. Arend kijkt hem vragend aan. 'Wat is er aan de hand?' vraagt hij. Meneer en mevrouw, jullie zoon, Jefta, heeft gevochten voor zijn leven, hij hoeft niet meer geopereerd te worden, hij heeft door eigen kracht, weer zijn longen op gang gekregen.' Even wordt het Jolanda te veel, ze snikt het uit, dan wel niet door verdriet, maar door opluchting. Ook bij Arend stroomt er een zachte maar zekere blijdschap door hem heen. Zijn zoon is een vechter!

De baby die niet mocht komenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu