Opgekruld in Peter's deken werd Aeryn wakker. Wonder boven wonder was de pijn bijna geheel verdwenen. Omdraaien was echter nog niet fijn. Ze probeerde de realisatie van de afgelopen gebeurtenissen nog even voor zich uit te schuiven maar één voor één druppelde de herinneringen naar binnen. Het eerste dat ze zich afvroeg was waar Baelfire kon zijn en waarom Peter hem had laten gaan. Gerustgesteld door de muziek die ze Peter buiten kon horen maken, trok ze de deken nog wat verder over haar heen. Ze sloot haar ogen en genoot van het moment van rust. Tegen de tijd dat buiten te muziek ophield, was ze bijna weer in een diepe droom terechtgekomen. Maar toen er iemand de tent binnenstapte en zijn vingers over haar wang streelde, ontwaakte ze uit haar slaap.
Peter zat op zijn hurken voor haar. Ze keek hem even zwijgend aan, een kleine glimlach kon ze niet onderdrukken. Toen kwamen er allerlei vragen in haar op. Meer, en meer, en allemaal wilden ze gesteld worden. Maar Peter schudde zijn hoofd. 'Eerst slapen, daarna zien we wel verder,' zei hij. Aeryn knikte en het laatste dat ze zag voor ze weer in slaap viel, was Peters gezicht.
Van een harde gil schrok ze wakker. Met een schok kwam ze overeind. Even hield ze haar adem in, luisterde naar de geluiden om haar heen. Weer een gil. Haastig stond ze op, sloeg ze de deken om haar heen en opende ze de tentflap. Het schemerde en ze merkte dat ze met blote voeten in het zand stond maar toch ging ze op zoek naar de gil. Er klonk geroezemoes in het kamp en verschillende jongens werden wakker. Aeryn liep richting het kampvuur, waar ze goed uitzicht over de slaapplekken zou hebben. 'Het is Kian, hij heeft een nachtmerrie,' hoorde Aeryn een jongetje zeggen. Een andere jongen kwam haar kant op en pakte haar hand. 'Kunt u Kian helpen, alsjeblieft?' Het jochie leek rond de zeven te zijn en Aeryn volgde het kind.
Ze knielde neer naast het jongetje, genaamd Kian, en liet de hand van het andere jochie gaan. 'Wat is jouw naam?' Vroeg ze aan hem. 'Finn, mevrouw,' Aeryn legde haar hand op Kians gloeiende voorhoofd en schoof een plukje haar achter zijn oor. 'Noem me maar Aeryn, Finn. Zou jij wat soep voor Kian kunnen halen?' Finn knikte heftig en rende richting het kampvuur. Aeryn wenkte een oudere jongen. 'Kun jij Finn even helpen?' Even twijfelde hij maar al snel deed hij wat Aeryn van hem vroeg.
Kian slaakte een kreetje en schoot overeind. Sussend legde Aeryn zijn dekentje over zijn schouders en trok hem op haar schoot. 'Had je een nare droom?' Het jongetje keek haar met grote ogen aan en knikte. 'Wil je erover praten?' Kian schudde zijn hoofd en net op dat moment kwam Finn terug. 'Dank je wel, Finn.' Ze glimlachte even als bedankje naar de oudere jongen en roerde door de soep. 'Kijk eens, Kian. Eet maar rustig even op. Denk je dat je daarna kunt slapen?' Het jongetje pakte de soep over en knikte. 'Dank je wel,' zei hij zachtjes.
Aeryn merkte dat hoe langer ze bleef zitten, hoe meer kinderen er kwamen kijken. Finn was ondertussen steeds dichterbij komen zitten en ook een paar andere jongens hadden in de buurt van Aeryn plaats genomen. 'Aeryn, waarom ben jij hier?' Vroeg Finn na een tijdje van stilte. Het geroezemoes stierf weg en ze moest even nadenken over een gepast antwoord. Ze besloot open kaart te spelen.
'Ik ben meegenomen door de schaduw,' vertelde ze. Finn keek naar haar op. 'Maar de schaduw neemt toch alleen maar jongetjes mee?' Aeryn glimlachte en streek een plukje haar uit zijn gezicht. 'Ja, mijn broer werd meegenomen, maar ik ben voor hem gesprongen. Daarom heeft de schaduw mij per ongeluk meegenomen,' een andere stem maakte zich los van de groep kinderen, die in een halve kring voor Aeryn was gaan zitten. 'Vind je het hier leuk?' Vroeg hij. 'Je ziet eruit alsof je pijn hebt,' Finn kwam tegen haar aanzitten en voorzichtig legde ze een arm om hem heen. 'Ik heb ook pijn, en eerst vond ik het hier niet zo leuk. Maar als je hier plotseling naartoe word gebracht, is alles heel eng in het begin,' ze probeerde het zo kindvriendelijk mogelijk te brengen en hoopte op niet nog meer vragen.
'Toen ik hier eerst kwam moest ik huilen,' vertelde weer een ander jongetje. 'Toen miste ik mama en papa stiekem wel een beetje maar nu valt het wel mee,' Aeryn hoorde hoe een stokje door tweeën werd gebroken.
'Mijn papa en mama wilden mij niet meer. Meneer Pan is wel aardig voor mij,' er klonk instemmend geluid en Aeryn wist niet goed wat ze hiervan moest denken. 'Aeryn, wil je een liedje zingen? Dat deed mama altijd,' vroeg een ander kind. Aeryn knikte naar het door het kampvuur verlichte gezicht en begon zachtjes te neuriën. Kian was op haar schoot in slaap gevallen, Finn lag tegen haar aan, waarschijnlijk ook in slaap en om haar heen zaten jonge kinderen. Veel van hen zag ze langzaam in slaap vallen, anderen liepen terug naar hun slaapplaats. Een leeg gevoel nestelde zich in haar onderbuik als ze dacht aan hoe de jeugd van de jongens leek op die van haar.
Ze vocht tegen de tranen die opwelden; zowel door de pijn als door de verhalen van de jongens, en begon weer zachtjes te neuriën. Haar stem stokte zo nu en dan, en het liedje kwam niet goed uit de verf; maar er was toch niemand die luisterde. Toen ze er vrijwel zeker van was dat alle jongens sliepen, liet ze alle opgebouwde stress gaan en begonnen de tranen echt te rollen. Wat ze niet in de gaten had, was dat Peter haar stilletjes vanuit de bosrand in de gaten hield.
JE LEEST
Once upon A time~ A lost girl
FanfictionAeryn is een zestien jarig, bijzonder meisje. Ze is er van overtuigd dat ze zonder ouders is geboren. Jaar in jaar uit heeft ze in wel tientallen gezinnen gewoond. Ze eindigt op straat en ontmoet daar een jongen. Samen trekken ze verder en bij een p...