Hoofdstuk 5

144 4 4
                                    

Hanna's POV

Ik word wakker van een luid kletterend geluid op de gang, gevolgd door een geïrriteerd gevloek. Zonder er eigenlijk echt over na te denken stap ik uit bed en loop naar de deur om te zien wat er aan de hand is.

Ik trek de deur open en kijk naar de magere jongen die in wit gekleed over een gevallen kar met servies gebogen staat. "Hé, gaat het goed?" vraag ik geïnteresseerd.

De jongen kijkt op. "Oh sorry, ik had u niet gezien, juffrouw." De jongen heeft licht bruin haar en een redelijk vierkant gezicht.

"Pascal?" Voordat ik het weet, floept het er uit.

Pascal kijkt me verward aan. "Pascal? Wat is dat?" Hij trekt een wenkbrauw op, wat duidelijk een automatisme is.

Uit schaamte bijt ik op m'n lip. "Sorry, ik moet je voor iemand anders aangezien hebben," leg ik uit. "Maar ehh... Hoe heet je eigenlijk?"

"Ik ben Passelin," zegt de kopie van Pascal. "Ik ben de zoon van de chef-kok van het kasteel van koning Heinrich." Hij maakt een lichte buiging aan het einde.

Ik werp een blik op het servies dat nog steeds op de grond ligt en kijk Passelin vragend aan. "Werk je dan niet in de keuken?" vraag ik.

Meteen verschijnt er een kleur op zijn gezicht. "Eh nee, niet echt," zegt hij. "Mijn vader zegt vaak dat ik te onhandig ben om in de keuken te werken omdat ik altijd alles laat vallen."

Ik laat mijn blik naar beneden glijden en kijk naar het servies dat overal op de grond ligt en dan naar de kar die met nog nadraaiende wielen op zijn kant ligt. Één wiel mist. Zonder iets te zeggen loop ik om Passelin heen om te kijken of ik het ergens zie liggen.

"Ehh... Wat doet u?" vraagt Passelin op onzekere toon, terwijl hij zachtjes achter me aan loopt.

Zonder iets te zeggen, blijf ik rondkijken. Wanneer ik het wiel niet zie liggen, loop ik terug naar de kar en pak de pin vast waar het vierde wiel aan vast hoort te zitten. "Ik heb bewijs gevonden dat je niet altijd alles laat vallen."

"Hoe bedoelt u?" vraagt Passelin, wanneer hij naast me neerknielt bij de kar. "Ik heb die kar toch zelf om laten vallen?"

"Wist je dat er een wiel mist?" vraag ik, zonder zijn vraag te beantwoorden. "Het is niet jouw schuld als je vader je een kapotte kar geeft om mee te werken."

Passelin krabt onzeker aan zijn achterhoofd. “Misschien heb je gelijk,” mompelt hij dan. Plotseling verschijnt er een rode kleur op zijn gezicht. “Oh, ik bedoel 'u’ natuurlijk. Misschien heeft u gelijk.”

Ik grinnik. “Laat maar zitten hoor. Ik ben net als jij, gewoon een normaal persoon,” zeg ik. Ondertussen begin ik me echt af te vragen hoe vaak ik dat nog zal moeten zeggen. Zie ik eruit alsof ik van adel ben of zo?

“Daar vergis je je in,” zegt Passelin met een serieuze blik in zijn ogen. “Hoe durf je mij ‘normaal persoon’ te noemen?”

Ik schrik van het plotselinge zelfvertrouwen in zijn stem. “Sorry, ik wist niet dat…” stamel ik, terwijl ik het bloed naar mijn wangen voel stromen.

“Nee, nee, zo bedoelde ik het niet,” zegt Passelin snel, voordat ik mijn zin af kan maken. Een zucht ontsnapt uit zijn mond. “Ik bedoelde: Hoe durf je mij normaal persoon te noemen, als ik duidelijk de raarste persoon ben in dit hele kasteel?”

“Ohh!” Ik begin te lachen. Het is de eerste keer dat ik echt gelachen heb sinds ik hier ben. In dit aparte parallele universum, waar ik ineens bevriend ben met mijn favoriete YouTubers. “Ik was heel even bang dat ik een serieuze ruzie had uit gelokt.”

Ook Passelin lacht. “Nee joh. Bovendien mag ik jou wel. Waar kom je eigenlijk vandaan? Ik heb je hier niet eerder gezien.” Hij trekt vragend een wenkbrauw omhoog.

Als een automatische reactie begin ik op de binnenkant van mijn wang te bijten. “Ehh, da's een lastig verhaal,” zeg ik snel. “Laten we zeggen dat ik het zelf ook niet goed weet.”

Passelin kijkt me aan met een blik die eerder wantrouwig is dan verward. Heel even ben ik bang dat hij door zal vragen en zo de waarheid uit me zal trekken. Wie weet wat er dan met me zal gebeuren. Zouden ze me in de gevangenis zetten?

Misschien denken ze wel dat ik een heks ben. Misschien zetten ze me dan wel op de brandstapel, bedenk ik me als ik terug denk aan de geschiedenis lessen die ik altijd op school kreeg. Ik voel mijn handen al zweterig worden bij de gedachte.

Voor wat een halve minuut lijkt te duren, blijft Passelin me aanstaren zonder iets te zeggen. Niet wetende wat ik moet zeggen, staar ik naar de grond, totdat Passelin uiteindelijk zijn mond toch opentrekt.

“Apart,” mompelt hij. “Maar…” hij draait zich om en loopt naar de gevallen kar toe, “ik vertrouw je, als je me helpt met deze kar.” Hij pakt één kant van de kar vast en kijkt me verwachtingsvol aan.

Ik glimlach. “Natuurlijk.” Snel loop ik naar de andere kant van de kar, waarna we hem samen overeind trekken. Dan beginnen we al het servies op te rapen.

Als alles op de kar ligt, geeft Passelin me een dankbare glimlach. “Bedankt voor de hulp, Hanna,” zegt hij. “Als je meeloopt, wil ik je de keuken wel laten zien. Het is een best indrukwekkende keuken. Gebouwd in de 10de eeuw na Christus.”

Natuurlijk wil ik met hem meegaan, maar dan bedenk ik me ineens iets. “Bedankt voor het aanbod, maar ik loop eigenlijk nog een soort van rond in mijn pyjama,” zeg ik, terwijl ik een beetje awkward omlaag kijk.

“Hmm ja, misschien iets minder geschikt voor in de keuken,” lacht Passelin. “Nou, leuk je gesproken te hebben, en hopelijk tot later.”

“Maar die keukentour houd ik wel van je tegoed.”

Hij glimlacht. “Natuurlijk.” Dan loopt hij met de kar de hoek om.

Ik duw de deur van mijn kamer open en loop naar binnen. Eigenlijk wilde ik weer verder slapen nadat Passelin weg zou zijn gegaan, maar helaas ben ik nu al klaar wakker.

Ik kijk naar mezelf in de grote wandspiegel die naast de kledingkast staat. Misschien moet ik me maar eens gaan aankleden...


Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Aug 22, 2018 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

How I Ended Up Here // Jeremy FrieserWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu