Hoofdstuk 2

183 7 0
                                    

Ik word wakker van een klop op de deur. Voorzichtig kom ik overeind en trek de dekens van me af. Met de kaars die op het nachtkastje staat, steek ik de lamp aan, waarna ik slaperig uit bed stap om de deur open te doen.

Wanneer ik al rond tastend het slot heb open weten te krijgen, zwaait de deur open en schijnt er een fel licht in mijn ogen. Het is zo fel, dat ik me haast net als Dracula voel die 700 jaar in een doodskist heeft gelegen.

Voor de deur staan twee mannen, maar door het felle licht kan ik hun gezicht niet zien.

"Goedemorgen, jonkvrouwe Hanna!" zegt één van de mannen. "Heeft u goed kunnen slapen?"

Ik knik. "Prima, maar het licht in de gang is nogal fel, dus ik stel voor dat we dit gesprek in mijn kamer voortzetten."

Ik hoor de mannen geschrokken naar adem happen. "O nee, wij mogen absoluut niet in de kamer komen van een jonkvrouw!"

"O... " zeg ik, terwijl ik met mijn handen in mijn ogen wrijf. Het wrijven werkt, want wanneer ik mijn handen weer weg haal, zie ik ineens wie er voor mijn neus staan. "Milan en Enzo?!" roep ik verbaasd uit.

De jongens kijken eerst mij en dan elkaar verward aan.

"Wie is Milan?" vraagt Enzo.

"Wie is Enzo?" vraagt Milan.

Ik frons verward. Waarom lijkt iedereen hier op een youtuber? vraag ik me af. "Sorry, ik denk dat ik jullie voor iemand anders aanzag," zeg ik vlug. "Wat zijn jullie namen?"

"Meinoldo, tot uw dienst," zegt Milan, terwijl hij een lichte buiging maakt.

"En mijn naam is Everardus, jonkvrouwe," zegt Enzo, die ook buigt.

"Everardus?" vraag ik. "Als in Prins Everardus?"

Everardus lacht. "Nee hoor. Ik ben niet de prins, we delen slechts dezelfde naam."

Ik glimlach. Net als in het echt, denk ik. In het echt hebben Enzo Knol en het broertje van Jeremy ook dezelfde naam. Dit begint haast een beetje eng te worden...

"Wat kwamen jullie hier eigenlijk doen, naast het verstoren van een vrouw haar schoonheidsslaapje?" vraag ik met een serieus gezicht.

Everardus en Meinoldo kijken me geschrokken aan. "O, het was niet onze bedoeling om uw s-"

"Ik maak een grapje," lach ik. "Zie ik eruit alsof ik een schoonheidsslaapje nodig heb?" Ik haal mijn hand door mijn haar en glimlach arrogant.

"Natuurlijk niet," lacht Everardus opgelucht.

"O ja," zegt Meinoldo, "we kwamen hier trouwens om u op te halen. Gisteren kwam prins Jordanus onverwachts terug van een lange reis en werd uw afspraak met de koning afgelast. De koning vond dit nogal onbeleefd van zichzelf en heeft aangekondigd dat hij hoopt dat u met hem en zijn zoons wilt deelnemen aan het ontbijt."

Ik kijk hem met grote ogen aan. "Meen je dat nou? Een ontbijt met de koning?" roep ik uit. "Ik ben helemaal niet zo'n formeel persoon! Ik weet niet of ik dat wel kan."

"Natuurlijk kunt u dat wel," stelt Everardus me gerust. "U komt op mij over als een behoorlijk intelligent persoon, dus u hoeft zich totaal geen zorgen te maken. Bovendien is de koning een vriendelijke man, hij zal u nooit beoordelen op uw manieren."

Ik zucht. "Oké, ik neem de uitnodiging aan, maar ik voel me nog steeds een beetje onzeker."

"Maar daar kunnen we wel iets aan veranderen," zegt Everardus, terwijl hij Meinoldo een veelbetekenende blik toewerpt.

Meinoldo lacht. "Dat weet ik wel zeker. Volgt u ons alstublieft!"

Ik kijk hem onzeker aan. "Eh... Is dat wel zo'n goed idee? Ik ben nou niet bepaald aangekleed." Ik trek met mijn vinger aan de stof van de witte nachtjapon.

How I Ended Up Here // Jeremy FrieserWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu