~3.

139 11 3
                                    

Als ik de volgende dag wakker wordt herinner ik me niks meer van de vergeten afspraak.
Ik loop namelijk in de wolken. Ik krijg een nichtje (of neefje)! Of eigenlijk eerder een broertje of zusje. Ik ben helemaal vergeten om het aan Helene te vertellen! Snel loop ik in gedachten verzonken naar mijn kamer. Ik pak mijn telefoon die op mijn blauwe bureau ligt op en ik bel Helene. Hij gaat drie keer over en dan neemt ze op.
"Met Helene Moeleker!" Zoals gewoonlijk denkt Helene altijd de huistelefoon op te nemen.
"Ik weet met wie is spreek.."
"Met wie spreek ik dan?" Ik vertel maar gewoon in één keer wat er is.
"Luister Helene, ik heb geweldig nieuws! Ik krijg een klein neefje of nichtje!"
"Echt waar!!?"
"Ja! Ben je thuis? Zal ik langskomen?" "Oh Ja hoor! Kom maar langs!"
"Oke tot zo!!"
"Doedoei!!"

Helene hangt weer op. Ik ren naar beneden en ik zeg tegen mijn tante dat ik naar Helene toe ga. Snel pak ik mijn fiets.
Ik woon in een buitenwijk van de stad en Helene woont aan het Grachtenpad wat zich midden in de stad bevindt. Als ik er bijna ben zie ik verderop opeens een bordje met werkverkeer. Ik rem af en een man met zo'n oranje hesje en een helm op is bezig het hek te verplaatsen. De bouwvakker ziet mij en mijn fiets staan.
"Sorry meisje, deze straat ik afgesloten. Waar moet je naartoe?" Ik had niet verwacht dat hij zou vragen waar ik naartoe moet, normaal zeg ik tegen vreemden nooit waar is naartoe moet. Maar vooruit voor deze keer wel.
"Ik moet naar het Grachtenpad." De man denkt even na en komt dan met een antwoord.
"Tja, dat is wel een stukje om.. Ik zal hier linksaf slaan en dan de Wilgelaan volgen. Komt dat goed?" De Wilgelaan de straat waar ik donderdag naartoe moest, oh nee.
"Oh ja, tuurlijk." Zeg ik twijfelend. "Tot ziens!" De man gaat weer verder met zijn werk en ik loop weer naar mijn fiets. Ik sla eerst linksaf zoals die man dat zij. Ik sta nu bij een grote splitsing. Links de Eikenweg en rechts de Wilgelaan. Ik stapel al mijn moed bijeen en ik fiets met tegenzin de Wilgelaan in. Het is een lange straat met hoge rijtjeshuizen. Ik fiets snel door maar dan tot mijm grootste schrik..
Zie ik hem. De man die ik op het strand zag en die gisteravond een krant op het bankje voor mijn huis las. Deze keer loopt hij gewoon een rondje om, mijn richting op. Ik probeer zo snel te fietsen als ik kan maar de man heeft me al opgemerkt. Hij kijkt me in mijn ogen en plots draai ik mijn fiets de stoep op. Iets wat ik niet van plan was om te doen. Het voelt alsof mijn lichaam totaal overgenomen is. Ik rol twee meter van de man vandaan en dan kijkt de man me niet meer aan. En ik stop. "Avè, waar bleef je? Ik stond zelfs bij je huis aan te bellen!" De lachrimpeltjes die ik op het strand zag zijn verdwenen. Ik kan niks zeggen. "Heb je een goede verklaring waarom je niet kwam opdagen?" Eindelijk heb ik mijn stem terug.
"Ik-Ik ging uiteten ik krijg een nieuw nichtje of neefje, en.." Er verschijnt een kleine twinkeling in de ogen van de man.
"Avè ik moet je wat vertellen en wat laten zien. Jij bent meer dan je denkt wie je bent." De man opent de deur van blijkbaar zijn huis en ik verroer me niet.
"Ga naar binnen, of moet ik je naar binnen sturen?" Ik loop uiteindelijk gewoon zelf door de deur.

Oh nee Avè wat heeft ze nu gedaan? Ze is binnen gelopen in het huis van een vreemde man die haar kan sturen! Hoe doet hij dit? Wat is hij? En wat is er met Avè? Je krijgt antwoord in het volgende hoofdstuk! Thnx voor t lezen!!

ElementsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu