Hoofdstuk 5

1K 19 2
                                    

Als ik thuis ben bel ik gelijk Stephanie op. Zij is de enige normale persoon die ik vertrouw.

' Steph hier!' Hoor ik haar vrolijk zeggen. 

' Steph! Kan je morgen langskomen?' Vraag ik snel.

' Uh, waarvoor dan?' Vraagt ze twijfelend.

' Ik moet je wat vertellen.' Zeg ik terwijl ik naar m'n kamer loop.

' Wat?'

' Dus kan je?' Ontwijk ik haar vraag.

' ja, ik ben er rond 6 uur, oké?'

' Yes.' Zucht ik. En hang gelijk op. Ik ken Stephanie. Dan zou ze nu doorvragen en het er uiteindelijk uitkrijgen. Nee, dan maar even bot overkomen, is beter. Ik laat me vallen op bed. Niemands leven kan erger zijn dan de mijne. Nee, dat is ook weer niet waar.

De volgende dag wordt ik wakker van een zachte tong de zich snel op een neer laat glijden over mijn gezicht. Versuft open ik mijn ogen, en zie Ringo over mij heen hangen. Dan besef ik me dat Ringo me likt.

'  Gatverdamme! Ringo! Wie heeft je mijn kamer in gelaten?!' Ik duw hem van me af en breng hem naar beneden.

' Mam! Heb jij Ringo in mijn kamer gelaten?' Roep ik boos terwijl ik sap pak. Ik krijg geen antwoord.

' Pap dan!' Ik grom even. net als ik wil roepen dat ze kunnen antwoorden, hoor ik al voetstappen. Maar in plaats van mijn vader, of moeder, verschijnt Cal. Mijn broer...

' Cal?' Ik kijk hem verbaasd aan. Wat doet hij hier?

' Zusje.' Hij glimlacht even.

' Wat doe jij hier?' Vraag ik en beetje boos. Hij heeft ons jaren geleden in de steek gelaten, zonder een woord.

' I'm happy to see you again to.' Zegt hij sarcastisch.

' Waarom ben je terug?' Vraag ik snauwend.

' Niet blij?' Hij kijkt me met een pruillipje aan.

' 5 jaar geleden vertrok je zomaar. Dus nee, ik ben niet blij om je te zien. Sorry als je dat had verwacht.' Zeg ik met een boze blik. Ik zet het lege pak sap met een harde klap neer.

' Wat kom je hier echt doen, Cal?' hij kijkt me zuchtend aan.

' I'm out of money.' Zeg hij terwijl hij een overgeefgebaar maakt met zijn handen. Ik gooi het lege pak naar zijn hoofd.

' asshole.' Ik geef hem een woedende blik en loop naar boven om me klaar te maken voor school. Net als alles al niet mee zit, komt mijn broer ook nog eens langs. En hoe wist hij dat we verhuist waren? Verdomme.

Na school als ik thuis kom zie ik Cal op de bank hangen. Cal noem ik hem, eigenlijk iedereen. want hij haat zijn echte naam. Calvinson. Ik moet echt lachen als ik denk aan zijn naam.

' Zo, Calvinson is er nog steeds hah?' Ik zet mijn tas neer.

' Het is Cal. En ja, ik ben er nog steeds.' Hoor ik hem brommen.

' Zeg, hoe wist jij dat we verhuist waren?'  Vraag ik terwijl ik voor hem ga staan.

' Jaaa.....' Hij kijkt grijnsend omhoog.

' Kinderachtige lul.' Ik moet ook gewoon geen tijd aan hem besteden.

Als het kwart over zes is gaat de bel. Ik storm naar beneden en omhels Stephanie.

' Thank god your here.' Fluister ik. Cal komt ook de hal in.

' Cal? Wat doet hij hier Chlo?' Ze kijkt argwanend naar hem. Zij heeft altijd een hekel aan Cal gehad. Zelfs voordat hij weg ging. Cal plaagde haar altijd, maar blijkbaar vond Stephanie dat helemaal niet leuk, ook al meende Cal niet alles.

What are you?!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu