Hoofdstuk 27

804 21 10
                                    

Johna:

' Shit! Dean heeft ons gezien, en alles boven al, ons gehoord!' Roept Lola histirisch. Ik pak haar bij haar schouders.

' Het komt helemaal goed.' Sus ik een beetje. Ze ademt diep in.

' Hoe bedoel je, het komt allemaal goed?!' Ze verheft haar stem. Ik pak haar hand.

' Ik heb een briljant idee.' Ik grijns. Ze kijkt me glimlachend aan.

' O ja? En wat mag dat briljant idee zijn?' Ze geeft me een kus op mijn wang.

' Wil je Dean nog steeds zo graag... Doden?' Vraag ik langzaam. Ze likt haar lippen af.

' Duh... Wie wilt dat nou niet?' Zegt ze grijnzend. Ik glimlach.

' Ik ga even iemand halen, blijf hier, oke?' Vraag ik snel. Ze knikt. Ik pak mijn jas en geef haar nog een kus.

' Blijf niet te lang weg.' Zegt ze terwijl ze gaat zitten. Ik kijk haar lief aan.

' Nooit.' Zeg ik terwijl ik de gang door loop naar de deur. Ik trek de deur open, en stap naar buiten.

' Ik ben nog eerder terug, dan je denkt.' Zeg ik en trek dan de deur dicht.

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Chloé:

Ik loop het schoolplein op. Opgelucht, ook al weet ik niet waarom. Ik zie Aaron verder op staan.Ik kan ze vanaf hier allemaal ruiken. Ze stinken naar natte honden. Behalve Blake. Dat is zo raar. Blake daar in tegen ruikt goed. Fijn. Lekker. Mijn ogen vallen weer op Aaron. Hij kijkt ernstig en loopt op me af. Ik sta even stil, en wacht op hem tot hij bij me staat.

' Sorry, ik heb je gister laten schrikken. Ik ... Het.. Het zal nooit meer gebeuren.' Zegt hij snel achter elkaar. Ik glimlach een beetje.

' Geeft niet, je bedoelde het goed.' Zeg ik terwijl ik Dean het schoolplein op zie komen.

' Zie ik je vanmiddag weer?' Vraagt hij. Ik knik. Hij knikt ook en loop dan terug naar Adam en Tyler. Ik glimlach in mezelf. Aaron lijkt op het eerste gezicht heel wreed, en lomp, maar hij is verre van dat, wanneer je hem goed leert kennen. Ook al verloopt het nog steeds niet soepel tussen ons, hij doet zijn best. En ik ook. Ik mag hem wel, en eigenlijk steeds meer. Johna verschijnt ook op het schoolplein. Dean en Johna haasten zich allebei naar mij. Dean is eerder.

' Chloé, ik moet nu heel snel met je praten. Het is belangrijk.' Zegt hij.

' Ja, tuurlijk.' Zeg ik dan snel. Johna gaat voor me staan.

' Johna?' Ik kijk hem verbaasd aan. Hij was toch naar huis gegaan?

' Het is heel dringend, Chloé! Luister naar me!' Hij kijkt me smekend aan. Ik kijk van Dean naar Johna.

' Alsjeblieft..' Mompelt Johna. Ik kijk Dean aan, hij kijkt me doordringend aan. Mijn gevoel zegt dat ik voor Dean moet gaan.. Ik zucht.

' Wat is er dan?' Vraag ik ze allebei. Ze kijken elkaar kort aan, en dan kijken ze weer naar mij.

' Ik wil je onder vier ogen spreken.' Zeggen ze allebei in koor. Ik trek mijn wenkbrauw kort omhoog. Johna en Dean kijken me allebei nu smekend aan.

' Sorry Johna, maar Dean was eerder.' Zeg ik terwijl ik naar Dean kijk. Dean grijnst naar me, en kijkt dan dodelijk naar Johna. Johna zucht, en loopt het schoolplein weer af.

' Oke, wat was er zo dringend?' Vraag ik aan Dean terwijl ik weer mijn weg vervolg naar binnen.

' Ik moet je iets vertellen over Johna. Hij is niet wie je denkt dat hij is.' Zegt Dean terwijl hij naast me komt lopen. We lopen door de verlaten gang naar ons lokaal. Ik lach.

What are you?!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu