Hoofdstuk 2

60 2 0
                                    

Het was al donker buiten maar dat maakt Falkor niks uit. De enige bron van licht wat buiten schijnt is de maan die nog half aan de hemel staat. Het huis van de familie Zakarien ligt aan de andere kant van het dorp met een lange weg er naartoe. Het is een vervallen weg met veel gaten die moeilijk te zien zijn in het donker. Om de zoveel meter mist hij er soms wel een waardoor hij zijn best moest doen om niet te vallen. Het is al laat waardoor er weinig mensen over straat lopen. Eigenlijk hoorde hij bang te zijn voor dieven die zich schuilhouden in de zijstraatjes, maar daar heeft hij nu geen last van. Geluk is elke dief zich aan het focussen op de handelaren die zullen komen. Ze verstoppen zich net buiten het dorp waar ze aan zullen komen. 'De dieven zullen spijt krijgen als ze er achter komen dat er een magiër mee reist, die zal hun wel even wat leren,' dacht Falkor.

Bijna aangekomen op zijn bestemming ziet hij een groot huis met veel land er omheen. Rechts naast het stuk land staat een restant van een oude mijn waar vroeger veel mineralen uit gehaald waren. Nu de grond leeg geroofd is van zijn bijzondere eigenschappen staan er steeds meer lege mijnen naast de stad. Het huis van de familie Zakarien is erg groot en compleet van stenen gebouwd. Aan de buitenkant is hij wit geschilderd en uit alle ramen schijnt een hoop licht. Op het pad naar de voordeur staat een bordje met de tekst -Niet betreden zonder toestemming.- zich niet aangetrokken voelen tot wat er op staat loopt hij door naar de deur. Falkor klopt hard aan waarna een ogenblik later de deur wordt geopend. In de deuropening staat een een oudere meneer volledige gekleed in een zwart pak. De bediende spreekt met een luide stem, 'Dit is het landgoed van de heer Zakarien, vertel waarvoor u hier bent of ga weg.'

Zonder op de toon van de bediende te reageerde antwoord hij sarcastisch beleefd terug. 'Ik kom het zwaard bezorgen voor de heer Zakarien,' hij kijkt de bedienden strak aan. De man kijkt neer op de jongen en controleert hem van top tot teen. De bediende draaide zich vervolgens abrupt om waardoor Falkor langs hem naar binnen kan gluren.

'Deze kant op... U kunt hier plaats nemen in de wachtruimte dan komt mijnheer Zakarien naar u toe.' De bediende wijst naar een kamer aan de andere kant van de gang. Twijfelend stapte Falkor naar binnen en loopt naar de kamer toen. De kamer is kleiner dan hij had verwacht omdat het huis wat van buitenaf zo groter had geleken. In de kamer staat een houten tafel met daarop een vaas met exotische bloemen. Naast de tafel staan er ook kasten vol met boeken die hij nooit eerder heeft gezien. Nieuwsgierig loopt hij naar een van de kasten toe. Op het moment dat hij een boek wilde pakken hoorde hij voetstappen, snel stapte hij terug. De deur zwaaide hard open waarna er een man naar binnen kwam lopen. Zijn houding gaf dat hij hier weinig tijd aan wilde besteden. De man is al op leeftijd en heeft grijs haar, een baard en draagt donker rode kleding. Die kleuren horen bij het huis van Zakarien.

'Laat mij het zwaard eens zien,' hij liep op Falkor af en stak zijn hand uit zonder hem ook maar een seconden aan te kijken. 'Schiet op ik heb niet de hele dag jongen.' Geërgerd pakte Falkor het zwaard van zijn rug en gaf het aan de man. Hij haalt het zwaard uit de schede en controlerend balanceert de man het zwaard op zijn hand. Hij draait zich om en loopt naar de deur en doet hem weer open waarna een jongen naar binnen komt lopen. De jongen lijkt nog geen jaar ouder dan hem zelf. De jongen kijkt minachtend naar Falkor en snoof toen hij zijn hoofd om draaide en naar de meneer ging kijken.

'Vader, waarom is er hier een van die straatratten. Ik dacht dat het zwaard van een echte smid zou gaan komen,' hij kijkt Falkor aan met een grijns op zijn gezicht. 'Of is die ouwe gek eindelijk te oud om te werken. Laat hij nu het de straat kinderen doen,' hij gaat trots zitten lachen. 'Dan zijn die wezen toch ergens goed voor.'

'Niet zo doen Alex, hij heeft er toch niet om gevraagd zo geboren te worden,' De vader kijkt hem met een meelevende blik toe, dit duurde nog geen seconden of hij keek al weer naar Alex.

Falkor zijn bloed begint te koken van woede, hij kan zichzelf nog net onder controle houden. Brand heeft zijn best gedaan op dit zwaard. Hij kan dit niet voor hem verpesten door boos te worden. Hij knijpt zo hard in zijn gebalde vuisten dat ze wit wegtrekken en zijn nagels tot diep in zijn huid prikten, wat minder hielp dan hij had gehoopt.

'Je bent nu 18, Daarom krijg je dit nu van me. Hiermee kan je goed jezelf verdedigen als ik er niet ben.' De vader geeft het zwaard aan Alex die hem behendig om zich heen zwaaide. Hij inspecteerde het lemmet van het zwaard en voelde of het zwaard scherp genoeg is. Hij keek de kamer rond en zag de jongen stil staan toekijken.

'Wat doe jij hier nog, ik heb het zwaard toch al,' hij wijst met de punt van het zwaard in Falkor's richting. 

'Ik wacht tot ik betaald krijg, het zwaard kost 37 zilverstukken,' Geïrriteerd door het feit dat het zo lang duurt kijkt hij naar Alex die verbaast terug kijkt.

'37 Zilver voor een slecht afgewerkt zwaard zoals dit,' hij draaide zich om naar zijn vader. 'Dat kunt u toch niet menen vader wilt u dat geld voor zoiets neerleggen.

Boos stond Falkor te luisteren terwijl zijn bloed nog meer kookte dan daarnet, hij stond net op het punt om iets te zeggen. Voor dat hij de kans kreeg liep de vader naar een van de kasten, en haalde uit een houten kistje een zakje met geld. 'Het is niet alsof we wakker liggen van een klein bedrag zoals dit,' terwijl hij dat zei loopt hij op Falkor af en legt het zakje in zijn hand en gebaarde dat hij weg kon gaan. 

Met moeite draaide hij zich om en loopt denkende aan de woorden die hij net hoorde naar de deur. De bediende stond al klaar met de deur open en keek hem met een strengen blik aan. Deze mensen zijn het echt niet waard om een wapen van dit kwaliteit aan te verkopen, hij zou het nog liever gegeven aan een soldaat van Ludorium dan aan deze mensen. Abrupt bleef hij staan toen hij Alex tegen zijn vader hoorde praten.

'Ik ga morgen terug vader eens even ons geld terug eisen van die oplichter van een smid. Misschien dat we hem oppakken en even een paar nachten in de cel gooien,' Alex stond in zijn handen te wrijven bij de gedachte. 'We kunnen ook even de boel overhoop gooien zodat die mensen daar niet nog eens ons gaan proberen op te lichten.'

Nog voor hij het zelf door had was de boog van Falkor zijn rug en spande een pijl aan, richtend op het hoofd van Alex die geschokken opkijkt. Hij voelde zijn vingers de pees steeds losser vasthouden, hoe kan dat verwende rotjoch zoiets zeggen over iemand die zonder enige tegenzin met moeite een zwaard maakt voor hem. Met woede kijkt hij Alex aan die nog steeds opkeek zonder enig idee wat hij moest doen, hij heeft dit gedaan bij een hoop winkels en iedereen staat het maar toe omdat ze zichzelf niet tegenover hun durven te verdedigen. Wat er ook zou gebeuren hij zou dit niet toe kunnen laten, als hij nu de pijl los zou laten zouden een hoop mensen een stuk minder bang hoeven te zijn. Hij voelde een diepen haat voor deze familie die met de seconden dat hij langer in dit huis was steeds erger wordt.

'Je weet in wie zijn huis je staat jongen, ik zal er persoonlijk voor zorgen dat je er spijt van zal krijgen als je die pijl nu los laat,' de vader kijkt met een strengen blik naar Falkor die nog steeds met zijn boog klaar staat om te schieten. 'Ik ben in een gullen bui vandaag, als je nu weg gaat en niet meer terug komt dan vergeet ik wat je net hebt gedaan.'

Na goed te hebben nagedacht besloot hij toch zijn boog te laten zakken. Met de boog nog steeds in zijn hand draait hij zich om en loopt de deur uit. Bang om gevolgd te worden zet Falkor het op het rennen, op naar huis.

A War Between Powers (Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu