Hoofdstuk 2.

50 8 0
                                    

Ik word wakker gemaakt door de geur van, je raadt het al, pannenkoeken. Bennu ligt voor de openhaard en er zijn een paar gasten die met elkaar kletsen. Een aantal herken ik van gisteren, de rest moet er vanochtend of gisternacht bijgekomen zijn. Ik ga rechtop zitten, en net op dat moment wordt er een pannenkoek op een tafel gezet. De stevige vrouw, blijkbaar de echtgenote van de eigenaar, knielt voor me neer en geeft me een hand, zodat ik op kan staan. Ik kijk waar ik op heb gelegen: Een bank, waar ik nooit goed naar gekeken heb. Ik word bijna als een prinses behandeld: De stoel wordt opzij geschoven, alles op de pannenkoek wordt voor me geregeld, en de pannenkoek zelf smaakt ook heerlijk. Bennu heeft kattenbrokjes van de pub gekregen, en ligt nu weer te slapen. Ik zou hier graag willen blijven, maar ik weet dat dat niet kan: Ze kunnen immers niet de hele tijd gratis pannenkoeken voor me maken, en de hele tijd op me letten, en ander gedoe... Maar ik kan ook niet blijven: Ik moet nog steeds het grote avontuur vinden. En dat ga ik doen. Nadat ik klaar ben met eten, pak ik mijn tas in. Ik blijf nog heel even hangen, en geef daarna de mensen een hand of een knuffel, en ik zeg dat ik weg ga, op naar het avontuur. Als ik niet een nog gezelligere plek tegen kom, ga ik hier weer heen. Bennu in de mand, ik in de schoenen, en vertrekken, wat het allermoeilijkst is. Als ik buiten sta, word ik meteen getroffen door een ijskoude windvlaag die me bijna omver duwt. Ik loop erdoor heen, totdat ik diep in het bos ben, waar de wind al warmer en minder sterk wordt. Nu gewoon rechtdoor blijven lopen, dan weet ik in ieder geval de weg terug nog. Ik kom weer vanalles tegen, maar ik let er niet op. Dit zou mijn tweede poging tot avontuur zijn, en wat heb ik vandaag gedaan? Ik heb door een bos gewandeld. Het is waarschijnlijk al laat in de middag, dus ik heb ook niet zo veel meer te doen. Ik ren. Ik zie vlak voor me een veldje waar ik heen wil, en omdat ik geen zin heb om lang te wachten tot ik erbij, ren ik. Ik ga op het veldje zitten, en laat Bennu los. Ik pak iets te eten: Blikfruit en crackers. Gelukkig heb ik vanochtend goed gegeten. Het is hier... Perfect, perfect van inperfectie.

Klein hoofdstukje, maar ik moest van mezelf weer iets online zetten enzo :P Enjoy

War of AmanotephWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu