Hoofdstuk 2

9 0 0
                                    

Pijn. Ik word voor de zoveelste keer deze nacht wakker van de pijn. Het bonkt tegen de binnenkant van mijn hoofd. Ik wrijf over mijn slaap in de hoop dat de pijn verdwijnt, maar nee, doet hij niet. Mmmm…… Waar ben ik eigenlijk? De kamer waarin ik lig, komt me niet bekend voor. Hij is wit en licht, veel te steriel, zonder ramen. Ik kan me toch echt herinneren dat ik op de grond lag toen ik in slaap viel. Dokter Gorbatsjov komt binnen. “We hebben het nieuwe medicijn uitgetest. De resultaten komen over 4 uur binnen. We konden, helaas, niet om je toestemming vragen, omdat je op de een of andere mysterieuze wijze buiten bewustzijn was,” zegt hij zacht grinnikend. Wat?! Ik ben gewoon gedrogeerd! Ik kijk hem woedend aan en probeer op te staan, maar ik merk dat ik ben vastgebonden. Hoezo ben ik vastgebonden? O god, nee. Niet weer. Zeg me alsjeblieft dat het niet waar is! “Je wilt vast wel weten waarom je bent vastgebonden,” zegt dokter Gorbatsjov. Hoe weet hij dat? Zou hij gedachten kunnen lezen? Vast wel. Hij heeft vast allemaal zieke experimenten op zichzelf uitgevoerd, in de hoop dat hij een of ander almachtig supermens zou worden, maar hij is een mislukte wetenschapper, dat zou en zal hem nooit lukken. En toch vraag ik me af hoe hij het weet. Ik knik. “Nou, dat zal ik eens vertellen, ehehehehehe. Je draaide door, dus hebben we je naar een beveiligde afdeling gebracht, waar niemand je mag opzoeken en waar ik de ultieme macht over jou heb, net als vroeger, weet je nog? Het worden weer de goede oude tijden Raja. Je bent, zoals je ziet, in een geïsoleerde beveiligde ruimte waar ik alleen de toegang tot heb, dus ik heb nu alle vrijheid om met je te experimenteren. Ik zal eerlijk zijn, het was geen experimenteel medicijn om je je stem terug te geven. Je stem ligt veilig achter slot en grendel. Nee, ik heb iets anders met je gedaan. Je bent een erg bijzonder meisje, weet je dat? En ik heb nu het grote voorrecht om al jou geheimen te ontdekken. Het zal je verbazen, maar jouw lichaam en vooral jouw brein bevatten zoveel geheimen, waar zoveel mensen jaloers op zouden zijn. En dat kleine ongelukje, ach, daar kon jij ook niets aan doen. Ik kan je zelfs een deal aanbieden. Wat vind je hiervan: ik vertel jou hoe je van die ‘momentjes’ afkomt en dan mag ik zou verder onderzoeken. En? Is dat een deal?” zegt hij. Een deal sluiten? Met hém?! Hij is niet goed in zijn hoofd! Waarom zou ik met hem een deal willen sluiten? Na alles wat er is gebeurd. We hebben al eerder een deal gesloten en ik kan je verzekeren, dat liep niet goed af. Het kwam erop neer dat ik voor drie maanden vastgebonden aan een muur in een kleine schuur ergens in de middle of nowhere zat en hij me verkrachtte en enge experimenten met me deed. Als ik nou maar kon ontsnappen… Ik begin verwoed aan de boeien te rukken, te draaien. Ik probeer alles om los te komen, zonder succes. Gorbatsjov begint gemeen te lachen. Hij loopt weg. Als hij weg is probeer ik het nog een keer. En nog eens. Keer op keer op keer, totdat ik van de pijn en vermoeidheid terug zak. Het is nutteloos. De boeien zijn door hém ontwikkeld, die krijg ik met het geconcentreerdste salpeterzuur niet los. En niemand komt me redden, want ze weten niet waar ik ben. Zo ver zij weten, ben ik geflipt en hebben ze me even naar een beveiligde afdeling gebracht om ‘te herstellen’. Zelfs als ze op het idee zouden komen me te bevrijden, zouden ze me niet kunnen vinden, want het is hier oneindig groot. Er zijn vast nog honderden verborgen gangen en verdiepingen waar alleen Gorbatsjov vanaf weet. Ik zucht. Dat is het enige hoorbare wat ik kan voortbrengen. Gezucht. Misschien, als ik heel hard zucht, komt iemand me helpen. Ik probeer het. Ik zucht zo hard ik kan, steeds harder, totdat ik buiten adem in een vreselijke, stille en droomloze slaap val.

En toch is mijn droomloze slaap niet zo droomloos als ik had gedacht. Ik droom. Ik droom dat ik val. Ik droom dat levenloze ogen me aankijken. Ik droom dat ik nooit meer mijn stem terug krijg, dat hij voor altijd in een glazen potje is opgesloten. Ik droom dat ik nooit meer wakker word, dat ik voor altijd kan blijven slapen.

Maar ik word weer wakker. Tegen mijn zin in. Ik vond het dromen wel fijn. Zouden ze me niet zo’n medicijn dinges geven waardoor ik gewoon lekker doodga? Hoef ik die rot pijn niet meer te voelen. Kan ik eindelijk eens lekker genieten van het leven. Want er is wel degelijk iets mis met me. Iets wat ik niemand vertel en wat Gorbatsjov zielsgraag wil weten, want hij gelooft er heilig in dat er iets in mijn lichaam of brein zit wat het antwoord geeft op alles. Alleen dat is niet zo, maar dat weet hij niet. Er zit natuurlijk wel iets in mijn hersenen, maar het is niet het antwoord op alles. Het is iets compleet anders, wat de ondergang van alles kan betekenen en dat iets mag hij absoluut niet te weten komen. Dokter Gorbatsjov komt binnen en ik durf er niet meer aan te denken. Volgens mij kan hij gewoon gedachten lezen OF hij heeft een of ander raar zendertje in mijn hoofd gestopt. Een soort van camera, waarmee hij alles kan zien wat ik denk. Ik denk dat het het laatste is, en dat is waarschijnlijk ook zo. “De resultaten zijn terug. Ik heb goed en slecht nieuws. Het goede nieuws is: We weten nu dat je immuun bent voor mijn experiment. Het slechte nieuws is: het werkt niet, dus we moeten meer experimenten doen. Maar dat is toch niet erg? Ja toch?” zegt hij. Niet zo erg?! Niet zo erg?! Grrrrrr…. Die man maakt me echt woedend! “En er is nog meer goed/slecht nieuws. Je word overgeplaatst naar een andere afdeling, waar je in therapie gaat en waar je bezoek mag krijgen. Alleen sta je wel onder strenge bewaking EN je kunt nog steeds niet praten. Ik mag natuurlijk niet teveel aandacht trekken, dat zou heel verkeerd kunnen aflopen. Heel erg verkeerd,” zegt hij dreigend. Fijn. Ik word overgeplaatst. Geweldig. En als bonus mag ik ook nog eens met een zielenknijper gaan praten. Joepie. O ja, ik ben alleen wel mijn stem kwijt. Ah joh! Maakt niets uit, ja toch? Het is wel een verrassing dat ik weg mag. Het is niet iets voor hem. Er zit iets achter. Dat moet wel. Er komt een hele stoet creepy zusters aan die me verdoven. Ik voel weer dat heerlijke donzige gevoel. Laaaa, lalalaaaa, lalalalielielalaaaa! Wieieie!! Ik ben een vliegtuig! En dan trekt het fijne gevoel weg. Ik zie mijn nieuwe afdeling. Grauw. Vol met mensen met ingevallen wangen en holle ogen, die me leeg aankijken. Al het mens-zijn is weg uit deze mensen. Ze zijn leeg en gebroken, net als ik. Ik zie dat ze in een kring gaan zitten voor de groepstherapie. De zielenknijper, die de groep leidt, vraagt of ik erbij kom zitten, maar het klinkt meer als een bevel, dus het lijkt me slim om er maar bij te gaan zitten.

Gedachtes uit een chaosWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu