(herschreven) hoofdstuk 3: Cadeautje

138 17 9
                                    




Ons huis staat midden in Rotterdam, maar wel in een hele rustige wijk aan een doodlopende weg. Het verkeer hoor je dus niet. We wonen in de buurt van het treinstation in Rotterdam. Ik ga altijd met de trein naar Den Haag om te shoppen. Ik vind het in Den Haag leuker om te shoppen dan in Rotterdam. Heel af en toe ga ik wel eens naar het winkelcentrum Alexandrium. Dat is vlakbij het station Rotterdam Alexanderpolder.

Wanneer ik van school thuis kom, heb ik voor de volgende dag veel huiswerk. Ik ga meteen naar mijn kamer om het te maken. Ik ben er graag. Mijn vader heeft het twee jaar geleden helemaal opgeknapt. Het behang is blauw met zilveren bloemen. Soms leidt het me af als ik huiswerk maak, maar het is prachtig. In mijn kamer staat een witte hoogglans kast en een wit bureau. Mijn bed staat bij het raam. De posten van het raam zijn ook blauw. Dezelfde kleur blauw zoals mijn behang. De kamer van Jesse is heel anders. Hij heeft één zwarte muur en een zwart bed. De andere muren zijn licht blauw. Wel heeft hij net als mij een wit bureau en een witte kast. Mijn ouders houden van modern en strak wat ik erg mooi vind. In het hele huis ligt een witte vloer. Zelfs in de slaapkamers. De slaapkamer van papa en mama is in het rood en zwart. Ons huis is erg groot. Toen ik ongeveer 8 jaar was, hebben mijn ouders een keer een prijs in de staatsloterij gewonnen en daarmee hebben ze dit huis gekocht.Iedereen die er woont heeft een eigen badkamer. Wij hebben nog twee extra kamers die omgetoverd zijn als werk en logeerkamer.  Wanneer mijn ouders uit elkaar gaan, blijft mijn vader in het huis wonen. Onze achtertuin is ook groot. Wel Tweehonderd vierkante meter. Aan de zijkant van de tuin hebben wij een zwembad. Vooral in de zomer is dat heerlijk. Op het terras aan het zwembad lig ik graag in een tuinstoel een boek te lezen. "Bommetje!", roept Jesse vaak en springt dan vlak voor mij het water in. Heb daar zo een hekel aan. Ik ben dan helemaal nat en het ergste is dat mijn boek dan ook nat wordt.

Ik pak mijn leerboek Engels en begin aan mijn huiswerk. Na twee uur, hoor ik beneden de deur dichtslaan, Jesse komt de trap opgelopen en stapt mijn kamer in. "Heb je je huiswerk af?" vraagt hij aan mij.  "Papa belde mij net en vertelde dat hij en mam later zijn, dus moeten wij zelf ons eten maken. Ik heb zin om naar de wok in de stad te gaan. Ik trakteer. Het geld van mijn werk is net op mijn rekening gestort. Dus.... heb je zin?" vraagt hij.  Jesse werkt al een tijdje in een supermarkt en vult vakken bij. Mijn vader stimuleert ons om te werken, zodat zodra wij 16 zijn, met geld leren omgaan. Ik knik. Eigenlijk wil ik wel graag, maar heb het heel druk. "Ik heb nog wel wat huiswerk. Ik moet nog Frans, Nederlands, Wiskunde en economie doen, dus hoe laat wil je daar heen?", vraag ik terwijl ik vann mijn stoel opsta. "Uhhh.... Nu?", antwoord Jesse. "Ik help je wel als we terug zijn." Dit aanbod kan ik niet afslaan, dus ik sta maar al te graag op en stop mijn spullen in mijn tas. Samen lopen we naar beneden waar ik mijn nieuwe schoenen aantrek. Jesse pakt zijn portemonnee. We trekken de deur achter ons dicht en gaan lopend naar de stad. Het is niet zo ver .

We zitten in het restaurant. "Jes ik wil eerst soep, kom je?". "ja is goed, ik heb trouwens eerst iets voor je." antwoorde hij. Uit zijn rugzak haalde hij een klein pakketje uit en zei: "Dit is voor jouw.". Ik glimlachte en maakte het snel open. Het was een heel klein in hartjes vormig fotolijstje. Daarin zat een foto van ons twee toen we klein waren. "oh dank je wel, echt lief." zeg ik en geef Jesse een hele dikke knuffel. "Geen probleem sussie daar ben je mijn prinses voor." Vroeger speelde Jesse en ik altijd prins en prinsesje. Sindsdien noemt hij mij zijn prinses. We staan op en gaan soep halen. Ik twijfel tussen kippensoep en tomatensoep, als ik zie dat Jesse kippensoep neemt besluit ik dat ook te doen. Samen lopen we terug en we beginnen een gesprek. "Gaan we morgen samen voetbal kijken?" vraag ik. "ja goed, maar Michael, Mohammed en Jason komen ook, is dat erg?" Antwoord Jesse. Bij de naam Michael verslik ik me bijna in me soep. "Tuurlijk." Ik weet dat ik rood word en went ik mijn hoofd af. 

Na het eten ben ik kapot en besluit, zodra ik mijn huiswerk gedaan heb meteen mijn bed in te stappen. Zoals altijd zet ik de tv aan om nog wat te kijken. Heb geen idee wat ik gezien he, want was direct in slaap gevallen. Mijn ouders heb ik niet meer horen thuiskomen.

Ondanks dat ik erg moe was, sliep ik heel slecht. Mijn nacht zit vol nachtmerries. Ik droomde over mijn vader die tijdens een vakantie van een rots af valt. Ik switch naar een huis waar ik mijn broer kwijt raak. Bij elke deur die ik door ga, word ik paniekeriger. "Kathy wat is er? Gaat het?" De stem van Jesse trekt mij uit mijn droom. Ik begin te huilen en hij komt naast me zitten. Ik leg hem uit waar ik over heb gedroomd. Hij luisterde aandachtig en slaat zijn armen om me heen. Mijn angst verdwijnt als sneeuw voor de zon. "Jes?", vraag ik. "Zal ik even onder de douche gaan om tot rust te komen? Het is toch al bijna 7 uur". "Goed idee", hoor ik hem zeggen, terwijl ik een handdoek en mijn kleding pak.

"Kathy, uit de douche komen". hoor ik mijn moeder na ongeveer 10 minuten roepen. Ik kleed me rustig aan en loop naar beneden. Mama is opgewekt. De tafel is gedekt. Zowel papa als Jesse zitten een boterham te eten. "Kathy, luister", zegt mijn moeder terwijl ze uit de keuken komt lopen en een pak melk op de tafel zet. "Voor mijn werk moet er een nieuwe afdeling worden opgezet in New York. Je vader en ik hebben het er over gehad dat het goed zou zijn als ik naar New York ga. Het is voor een langere periode". Ik weet niet goed wat ik zeggen moet. Mijn moeder gaat een tijd naar Amerika. Voordat ik enige emotie hierover kan hebben, gaat mijn moeder verder: "Nu is het misschien wel een leuk idee als jij met mij mee gaat". Wow! Dat is echt geweldig. Ik mag mee. "Gaat jesse ook mee?" Is het eerste wat in me op komt. Hoopvol kijk ik Jesse aan. "Nee hij gaat niet mee, gezellig met zijn tweetjes." Mijn vrolijkheid zet om in angst, Ik ben ook wel erg bang zo zonder Jesse. Wat moet ik zonder hem? Hij helpt me altijd. Ernstig kijkt Jesse me aan, ik wil graag naar Amerika maar het is ook wel heel spannend. Ik wil wel mee. Ik zie dat Jesse teleurgestelt kijkten dat doet pijn, maar aan de andere kant vindt hij het ook een goed idee. "Dit is je kans Kath", zegt Jesse. "Je moet het doen." Ook nu weer weet Jesse precies wat er in mijn hoofd omgaat, ondanks dat ik aan hem zie dat hij het niet leuk vindt. Hij weet dat ik hem vreselijk zal gaan missen. "We gaan gewoon veel Skypen, bellen en mailen". "Over twee weken vertrekken jullie al", vertelt mijn vader opgetogen. Als ik mee ga, dan ik mijn Engels goed oefenen. Het is maar voor een tijdje. Het zal me vast lukken. Die dag ben ik te opgewonden om geconcentreerd te blijven. "Jes, waarom wil jij niet?", vraag ik mijn broer. "Ik zit in het examenjaar, dus dat is gewoon niet handig", antwoord Jesse. "Misschien dat ik wel bij je op vakantie kom."

Later die dag hebben we hier nog over gepraat. Er waren geen ruzies tussen papa en mama. Het blijkt dat mama daar wat langer zal blijven dan ik. Ik zal na een jaar weer terug komen. Ik weet zeker dat ik mijn vader erg ga missen, maar Jesse nog wel het meest. Ik zou ook niet langer dan een jaar daar willen blijven. Het huis waar we in gaan wonen is wel een stuk kleiner dan het huis waar wij nu wonen. Het heeft 3 slaapkamers, 1 badkamer en een woonkamer met open keuken. Er zit niet eens een zolder op. Mama en ik gaan er gewoon het beste van maken. We hebben ons vanmiddag al op een school ingeschreven. Ik ben heel erg benieuwd.

JesseWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu