(herschreven) hoofdstuk 1: ruzie

320 25 19
                                    

Ik probeer te horen waar mijn ouders ruzie over hebben. De laatste tijd hebben ze alleen nog maar ruzie. Ik begrijp het echt niet, het gaat vaak nergens over. De deur van de gang naar de kamer toe zit dicht en daardoor lukt het niet om echt goed te horen wat er gezegd wordt. Ik laat het maar gewoon.

Ik sta op en loop naar boven naar de kamer van Jesse. Jesse is mijn oudere broer. Ik ben 14 jaar oud. Hij is 16 jaar en de leukste broer die je je maar kunt wensen! Van Jamaya, mijn beste vriendin, hoor ik vaak dat haar broer Michael irritant is en vaak zit te klieren. Als je zo een broer hebt kan ik me dat echt niet voorstellen, want Jesse is altijd aardig voor mij. Ik klop op zijn deur. "Ja?", hoor ik zijn lieve stem zeggen. Gelukkig hij was al wakker. Ik doe de deur open en stap naar binnen. Ik denk dat hij ook net als ik wakker geworden was door de ruzie die papa en mama hebben. "Pa en ma hebben weer eens ruzie", zeg ik. "Ik weet niet waarover, maar ze zijn weer lekker bezig." Ik kijk mijn broer aan. "Hou je mond mens!", hoor ik mijn vader beneden schreeuwen. Jesse kijkt me ernstig en geschrokken aan en zonder wat te zeggen loopt hij naar beneden. Ik loop hem achterna. "Stop met die ruzie!", zegt Jesse boos terwijl hij papa en mama boos aankijkt. Ik kijk ook boos. Mijn hart klopt in mijn keel. "Bemoei je er niet mee!", schreeuwt mijn moeder naar Jesse. "Mam, doe normaal, Jesse heeft gelijk. Jullie moeten eens stoppen met dat irritante geruzie!". Mijn boosheid maakt plaats voor arrogantie. Jesse werpt nog een laatste boze blik op onze ouders en rent dan weer naar boven. Omdat ik niet weet wat ik nog moet zeggen, ren ik ook naar boven, naar mijn kamer. 

Ik start mijn laptop op en open mijn mail. Mijn opa en oma wonen in Spanje en daarom mail ik veel met ze en Skyped ook regelmatig met ze. Elke ochtend check ik mijn mail en 's avonds kijk ik vaak nog even of ze online op Skype zijn. Niets vandaag. Ik besluit mijn laptop af te sluiten en haal de stekker uit het stopcontact. De vaste plek voor mijn laptop is onderin mijn kledingkast. Zo is de laptop altijd makkelijk voor mij terug te vinden, maar niet voor andere. Het is vandaag zaterdag; weekend! Ik doe, net als Jesse, VWO-gymnasium, op dezelfde school: CSG Calvijn in Rotterdam. Jesse zit in de vierde klas. Ik in klas 2. Hij helpt me vaak met mijn huiswerk. Werkstukken die hij in de vorige klassen gemaakt heeft, daar maak ik handig gebruik van. Mijn eigen teksten erin en klaar! De docenten trappen er in.

Ik ben nog niet zo heel lang wakker. Het is net 9 uur in de ochtend en nu al hebben mijn ouders ruzie. Buiten schijnt het zonnetje. De vogeltjes fluiten. In de verte kun je een hond horen blaffen. Ik rommel even wat in een kastje, pak shampoo en zeep en loop dan de badkamer in om onder de douche te stappen. Mijn oma had laatst deze lekkere shampoo gekocht. Het ruikt zo lekker. Mijn haar gaat er van glanzen. Je kunt deze shampoo alleen in Spanje kopen. Hier in Nederland is deze heerlijke shampoo niet te verkrijgen.

Ik wordt gek van die ouders van mij. Ze ruziën alleen maar en lopen te zeuren wanneer wij er hier wat van zeggen.

Het is een minuut of 20 later als ik onder de douche vandaan kom. Mijn haren zijn nog nat en elke stap die ik neem, zie je een voetafdruk op het laminaat in de gang. Als ik onder de douche vandaan kom, heb ik altijd  mijn badjas aan. Een zwarte badjas met een rood hartje op mijn borst. Vanuit de douche loop ik naar mijn kamer en knoop een handdoek om mijn hoofd. 

Naar de stad gaan, dat lijkt me leuk om vandaag te doen. 50 Euro heb ik nog. Zaterdag betekent zakgeld. Ik voel me rijk. Wat is het toch een heerlijk gevoel wanneer je je geen zorgen hoeft te maken omdat je geen geld hebt. Eigenlijk heb ik altijd geld. Als ik geen geld heb van mijn zakgeld, dan heb ik altijd nog geld omdat ik in de supermarkt bij ons in de stad werk. Soms moet ik ook op zaterdag werken, maar meestal niet. Mijn werktijden zijn op koopavonden. Zaterdag voor mij altijd een dag om uit te rusten en leuke dingen te doen. Vandaag krijg ik ook nog eens mijn kleedgeld. Ik pak mijn portemonnee. Ik heb echt zin om even naar de stad te gaan. 

JesseWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu