1.

29 8 0
                                    

"Koning Maclore." Hoort de koning, een oude norse man met een typische Gnympheaanse uiterlijk. Zijn ogen kleuren donkerbruine en zoeken de ruimte af waar hij de stem vandaan heeft horen komen. Hij raakt lichtelijk verbaasd als een jong meisje zijn kant op loopt met grote passen. Hij kent haar niet en zijn wachters aan de poort van het paleis horen niemand buiten het hof binnen te laten. Twee soldaten stappen naar voren om Alice halt toe te roepen. Ze is daar niet van gediend, graait wat in haar tas die ze heeft kunnen meenemen van huis en gooit het stof in het gezicht van de soldaten waarna ze beiden op de grond zakken. De koning is geschrokken, maar laat dat niet merken, hij is zich er goed van bewust dat het meisje voor hem een begaafde is, maar weet niet zeker welke gave ze heeft.
"Wat is jouw naam." Vraagt hij met mate van interesse als ze het meisje vlak voor hem stil staat. Hij probeert uit te puzzelen wat haar gave zou kunnen zijn en wat zij allemaal kan betekenen voor dit koninkrijk.
"Mijn naam is Alice Kruidnagel, ik ben hier voor mijn zusje Nathalie Kruidnagel die door uw orders uw persoonlijke proefkonijn is geworden." Haar groenen ogen kijken recht in de bruine ogen van de koning de pure verontwaardiging laten zien. "En waarvoor bent je hier dan wel niet?"
Alice moet haar best doen niet met haar ogen te rollen. "Ik wil mijn zusje terug, uwe majesteit." "Dat gaat niet gebeuren, en trouwens, je kunt trots zijn op uw.."
"U bepaalt niet wat ik moet voelen." Onderbreek ze hem. Ze heeft er meteen spijt van, de koning is een van de machtigste personen op de planeet. Als hem iets niet zint, kan hij je zo veroordelen tot de doodstraf zonder zijn eigen handen vuil te maken. Dat niet alleen, geruchten gaan ook dat zijn krachten zo sterk zijn dat hij niet een, maar vier elementen bezit. Iets van wat niemand dacht ooit mogelijk te zijn. Achter de koning verschijnen bewakers die wachten op een bevel van hun koning. "Ik kan niet helpen, vrouwe." Zegt de koning dan met een simpele handgebaar.

"Onee? U bent toch de koning?" Spot Alice, "Ik dacht dat de koning alles kon doen en laten wat hij wilt, maar oops! Dat heb ik dus mis." Haar sarcasme maakt dat een spiertje in zijn hoofd begint te trillen terwijl de bewakers hun geschokte blikken niet kunnen verbergen. Ondanks haar brutaliteit, is de koning onder de indruk van haar doorzettingsvermogen. Toch leek het hem een goed idee om haar te straffen en in de kerkers te gooien. Hij geeft een sein aan de twee bewakers die hun gezichtsuitdrukking hebben kunnen herstellen en staat toe dat ze Alice meenemen. "Dit is geen toon die u dient aan te spreken tegen uw koning!" De koning draait zich om, denkende over wat hij te eten krijgt voor avondeten.

Alice kan niet geloven dat hij er zo koeltjes over kan doen. Ze is nijdig en probeert zich los te krijgen van de bewakers die haar steviger lijken vast te grijpen. Ze wilt niet in de kerkers belanden omdat ze haar zusje wilt redden, maar algauw beseft ze dat ze vast niet de eerste is geweest die zoiets heeft gedaan. Dus besluit ze de aandacht van de koning op een andere manier te krijgen. Ze gooit haar tas leeg waarna allerlei plantjes, tubes, zaadjes en nog meer andere spullen van een genezer op de grond vallen. De bewakers stoppen met hun handeling, beseffen met wat ze te maken hebben en roepen hun koning. De koning draait zich om, geërgerd, maar zodra hij ziet wat er op de grond licht, klaart zijn gezicht wat op. Met zijn hand fixeert hij zijn donkerbruine haar voordat hij zich weer op Alice focust.

"Alice Kruidnagel, is de naam toch?" Hij kijkt geamuseerd.
"Ja, koning." Ze is zich bewust van het feit dat ze een tweede kans heeft gekregen. Als ze deze niet wilt verpesten, moet ze wel respect tonen, ook al vind ze dat hij die niet verdiend.
"Je bent een genezer?" Vraagt hij waarna ze knikt.
"Weetje Alice, we hebben in dit land een wet dat als je een genezer bent, je aan het hof welkom bent. Wat vind je hiervan?" De koning peilt haar reactie, ergens hoopt hij dat ze dit aan bod ten harte neemt.
"Ik heb er geen interesse in."
"Alle genezers aan het hof proberen een tegengif te vinden." Gaat hij verder, "jij kan helpen."
"Daarvoor kun je niet in het hof zijn," reageert ze, "dit gif duikt op in ons land omdat  niks in onze natuur het tegen kan houden. U zult moeten samenwerken met de buurlanden en misschien weten hun genezers wel iets." De koning snuift. Dit koninkrijk heeft geen contact met andere landen, weleens met de buurlanden, maar de landen daaromheen niet. Hij vind ze verachtelijk in hun gebruiken en vind hun krachten een gevaar voor zijn koninkrijk. Maar niet alleen dat, hij is bang dat de andere landen veel sterker zijn dan hij, hij heeft hun krachten gezien. Als een van deze landen besluiten om Gnymphea aan te vallen, zou hij moeten opstaan als koning en alles moeten geven aan het andere land. Dat vertikt koning Maclore, hij houd van zijn macht en aanzien, niets mag het van hem aanpakken, vooral niet een snotneus die denkt hem te kunnen commanderen.

"Ik heb een voorstel, Alice Kruidnagel," hij vouwt zijn handen in elkaar, "ik laat uw zusje met rust. Maar over twee weken en vier dagen zal ik het gif inenten in haar. Op de tweede dag zullen de eerste symptomen zichtbaar zijn. En op de derde dag, precies vier uur, zult u hier aanwezig moeten zijn met het tegengif. Zo niet, dan handig ik haar over aan mijn genezers. Ik geef u alles dat u nodig hebt om het medicijn te verkrijgen."

Het bod klinkt aantrekkelijk voor Alice. Ze weet ongeveer wat ze nodig heeft en heeft haar genezende gave voldoende onder controle om te weten hoe ze dit moet aan pakken. Aan de andere kant kan ze aan het hof wonen om zichzelf meer te ontwikkelen in haar gave. Er is geen speciale school voor begaafden en de meeste inwoners hebben niet eens een gave, laat staan een kracht. Maar als ze dit bod aanneemt, moet ze daadwerkelijk het land uit om een tegengif te vinden. Hier mag ze dan wel de hoogste rang hebben onder de burgers, maar zodra ze een stap zet in een ander land, waar hun rangenstelsel anders is, staat ze zo onderaan en kan ze niet veel doen. Als ze krachten had, zou ze dit probleem niet hebben, denkt ze bij zichzelf.

"Ik weet al wat ik nodig zal hebben." Antwoord ze.
"Vertel." Zegt de koning met een grijns.
"Een paard, gouden muntstukken en een genezers koffer."
De ogen van de koning werden groot en zijn blik verhardde meteen. Maar toch knikte hij. Alice weet dat wat ze vraagt ongelooflijk duur is en alleen iemand van koninklijke afkomst kan bezitten. Een genezers koffer is alleen te vinden aan het hof, het feit dat zij deze meekrijgt betekent dat ze wel iets groots moet doen. Deze koffer bezit alles wat een genezer nodig heeft; mortier en stamper, scalpel, mesjes en aansteker. Ze kan met die koffer midden op straat een drankje maken.

"Dus over drie weken ben jij terug met het medicijn," zegt de koning minachtend, "zo niet, dan draag ik haar over aan mijn mensen. Zo wel, dan laten we jouw medicijn zijn werk doen."
"Deal." Deze woorden verlaten haar mond voordat ze er erg in heeft. Op het gezicht van de koning verschijnt een klein lachje, alsof hij weet hoe dit gaat aflopen. Maar daar let Alice niet op, want ze beseft zich nu dat het leven van Nathalie, haar oh zo lieve zusje waar ze zoveel van houden en enige bron van geluk is, in haar handen ligt.

Giftuinen | De begaafdenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu