Proloog

345 19 13
                                    

'En ik had dat ijsje nog in mijn handen toen die Fransman zich onverwachts omdraaide, waardoor het over mijn hele shirt besmeurd werd!' giechelt Alice zachtjes, terwijl ze mij vertelt over deze gebeurtenis.

We zitten samen op een bankje in het park en ondertussen begint het al te schemeren. Samen met mijn beste vriendin Alice bespreken we allerlei dingen na over onze belevenissen tijdens de vakantie.

Een ringtoon klinkt door de tas van Alice, waarna ze haar verhaal onderbreekt en haar mobiel eruit pakt.

(...)
'Ja, mam. Ik ben er over een kwartier.
(...)
'Oké. Hou van je, tot zo'

'Ik moet naar huis, Alissa. Het begint immers bijna donker te worden en mijn moeder wil dat ik voor het donker thuis bent,' zegt Alice met een pruillip.

We staan op van het bankje en ik leun naar voren om haar een knuffel te geven.

'Ik begrijp het. Je weet maar nooit wat er in het donker gebeurd in deze stad. En al helemaal niet met twee meiden in het park.'

'Helemaal waar. App je me als je thuis bent?'

Ik knik ter beantwoording en glimlach nog naar haar alvorens we ons beiden omdraaien om naar huis te gaan.

Nadat ik bijna uit het park gelopen ben kijk ik nog eens achter me, en zie Alice in de verte de weg oversteken. Ik draai me weer om en wil mijn weg vervolgen, maar word afgeleid door een beweging in mijn ooghoek.

Geschrokken draai ik mijn lichaam een kwartslag naar de kant waar ik het vandaan zag komen, maar kan dan geen enkele spoor van beweging bespeuren. Zag ik dat wel goed? Ik knipperde met mijn ogen. Ik dacht toch écht dat ik daar iemand zag staan.

Met een bonkend hart versnel ik mijn pas en loop zo snel als ik kan het park uit. Wanneer ik uit het park ben en mij bevind in een woonwijk zucht ik opgelucht, maar kijk ik nog steeds oplettend om mij heen.

Ik krijg sterk het gevoel dat iemand mij achtervolgt en draai me dan voorzichtig om. Met mijn ogen dwaal ik de straat af, maar zie niks abnormaals. Kom op Alissa, wees toch niet zo een bangeschijterd en loop gewoon door, denk ik in mezelf.

Ik praat mezelf wat moed in en draai me dan zelfverzekerd om, om mijn weg te vervolgen, maar slaak dan een gil als er iemand nog geen 4 centimeter van mijn gezicht verwijderd is.

-------------------------------------------------------------
Daar is 'ie dan! De herschreven proloog van de schim. Voel je vrij om een reactie achter te laten en te voten! :)

De schim [BEZIG MET HERSCHRIJVEN]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu