Vienna

170 24 2
                                    

Hij kan je hier geen pijn doen…
Zijn stem, zacht, verleidelijk.
Ik zal je altijd tegen hem beschermen.
Ik klemde me vast aan dat ene geluid, bang dat het zou verdwijnen. De herinneringen van zijn stem waren de enige herinneringen die ik had, het andere was verloren gegaan.
Altijd Vienna, vergeet dat niet…
Blijf hier! 
Ik voelde dat het wegglipte, dat ik hem weer zou verliezen. Wanhopig probeerde ik het terug te halen, dat gevoel van zijn aanwezigheid. Maar het ging zoals het iedere keer ging. Zijn stem vervaagde, tot er helemaal niets meer van over was…

Vienna zat rechtop in bed en staarde naar de lege muur tegenover haar. Dromen over een onbekende stem, zijn stem. Het kwelde haar, maar aan de andere kant kon ze er niet zonder. Iedere avond verlangde ze naar die dromen, dromen waarin ze hem weer zou horen. Telkens ging het hetzelfde.
Hij vertelde haar dat hij van haar hield, dat hij bij haar zou blijven en haar zou beschermen.
Beschermen tegen wat?
Fluisterde een stemmetje.
Ze wist het niet en zou het vast en zeker ook nooit weten. De dromen voelden zo echt, ook al wist ze dat het waarschijnlijk haar eigen fantasie was die de dromen maakte. Die dromen betekenden niets, het waren maar dromen. Toch twijfelde ze daaraan. Dromen konden toch nooit zo erg op elkaar lijken? Dromen waren toch chaotischer? En dan nog…
Wat wilde ze ermee? Hoopte ze dat het echt was? Ze zuchtte, ze moest ophouden met dat gepieker en uit bed komen.
Ze bereidde haar zelf voor op weer een saaie dag zonder enige betekenis. 
Wat gebeurde er nou eigenlijk in haar leven? Helemaal niets dus.
Ze liep naar beneden, haar moeder zat aan de keukentafel en las de krant.
‘Goedemorgen’, mompelde ze.
Ze was nog niet helemaal wakker, de dromen bleven aan haar kleven. Alsof ze er maar niet uit kon ontwaken, niet volledig althans. Haar moeder keek op, ook haar aandacht was er niet helemaal bij. Schaapachtig bekeek ze haar dochter en mompelde een goedemorgen terug. Al snel was ze alweer volledig in beslag genomen door de krant. Vienna vond het niet erg, zo was ze de ochtend gewend. Haar moeder las de krant, zij zette een kop thee…
Haar vader vertrok altijd vroeg dus hem zag ze eigenlijk nooit ’s ochtend, tenzij ze zelf een keer heel vroeg op moest natuurlijk.
‘Is er nog iets gebeurd in de wereld?’ Dit was een standaard vraag, ze stelde hem zo vaak. Echt een antwoord hoefde ze niet te verwachten. Haar moeder was net zo’n dromer als haar, waarschijnlijk hoorde ze het niet eens. Waar ze ook geen problemen mee had. Met de dampende mokken liep ze naar de tafel en ging zitten. Haar moeder schonk haar een dankbare glimlach.
‘Iets belangrijks op school vandaag?’ Dit was haar standaard vraag, ze had die van haar dus niet gehoord. Ze schudde haar hoofd, ‘nee, het wordt wel weer een saaie dag.’ Daarmee was het onderwerp direct gesloten. Stilzwijgend nipten ze van hun thee, hun moment om langzaam wakker te worden. Vienna hield wel van die stilte ’s ochtend, het gaf haar alle rust om haar hoofd leeg te maken. Dat had ze wel nodig, hij werd op school namelijk weer volgestopt met nieuwe indrukken, nieuwe gedachtes. Als ze dan nog steeds met haar gedachten bij iets anders zat zou ze niet bij de les kunnen blijven. ’s Avonds, als ze op bed ging, had ze hetzelfde ritueel. Rustig een kopje thee drinken, dat was alles wat ze nodig had. Haar moeder stond na een tijdje op, sloeg de krant dicht en pakte de inmiddels lege mokken. ‘Neem je je ontbijt mee?’ Vienna knikte en stond ook op.
De bus zou er waarschijnlijk al bijna zijn.
Ze had nog net genoeg tijd om een blik in de spiegel te werpen, haar ontbijt en lunch in haar tas te gooien en haar moeder gedag te zeggen. Ze was klaar voor de dag.
Vol energie liep ze het lange pad door het bos af richting de weg, de bus zag ze vanuit de verte al. Dat werd een sprintje.
Hijgend stapte ze de bus in en nam plaats op de eerste de beste vrije plaats.
Ze had niet goed opgelet.
‘Goedemorgen Vienna.’
Cassian…
Als er iemand was die ze niet mocht dan was hij het wel. Ze negeerde hem en zweeg.
Ze wist dat het kinderachtig was en onbeleefd om niets terug te zeggen, toch kon ze het gewoon niet laten om stil te blijven. Ook al zou het niets uithalen natuurlijk, dat wist ze na lange ervaring.
‘Dus nu ga je dit spelletje spelen hè?’ 
Zijn stem klonk geïrriteerd.
‘Ik had je eerlijk gezegd hoger ingeschat…Ach ja, blijkbaar had ik me daarin vergist.’  
‘Laat me gewoon met rust’, siste ze.
Hij lachte, ‘jij kwam anders naast me zitten.’ Daar had hij een punt, en dat stak haar. Ze hield er niet van als hij gelijk had.
De volgende keer moest ze eerst kijken naast wie ze ging zitten zodat ze niet meer in zulke situaties terechtkwam.
‘Ik heb je gezien weet je…’ 
Ze verstijfde, ze hoopte dat hij het niet over dat ene had. Dat kon haast niet, onmogelijk.
‘Wat zouden je ouders zeggen als ze het wisten…ik ben benieuwd.’ Ze draaide haar gezicht zijn kant op zodat ze hem recht aan kon kijken. Hij grijnsde vals, hij had haar en dat wist hij maar al te goed.
Ze zat goed in de problemen.
‘Vertel me eens Vienna, wat deed je in het bos? Bij de oude ruïne nog wel?’ Hij keek haar aan met een verdenkende blik in zijn ogen. Ze wist wat hij dacht.
‘Het is niet wat je denkt dat het is’, begon ze. Het bos was voor haar verboden terrein, dat hadden haar ouders haar van jongs af aan duidelijk gemaakt. Cassian wist dit, hij wist alles. Het was werkelijk oneerlijk.
‘Als mij ook eens wat werd uitgelegd. Dan hadden jullie dit probleem niet. Want dan zou ik namelijk ook nooit in de verleiding komen’, het was een zwak argument en dat wist ze. Maar het was het enige dat ze had. Al haar hele leven werden er dingen voor haar achtergehouden en daar werd ze zo langzamerhand gek van. Als niemand haar iets vertelde, onderzocht ze het zelf wel tot ze het antwoord wist. Een manier die ze genoodzaakt was te gebruiken. Maar daardoor kwam ze wel vaak in de problemen…

‘Je weet zelf net zo goed als ik dat daar een reden voor is. Wees blij dat je een zalig leventje kan leven in onwetendheid, luister nu voor één enkele keer naar mij Vienna: als ik kon kiezen had ik zo met je geruild. Je moet je ouders juist dankbaar wezen dat ze je niks vertellen.’ Dat zei hij iedere keer.
Ze was het er dan ook nooit mee eens natuurlijk. Waarom zou ze? Hij kon lekker makkelijk oordelen: hij wist alles.
Haar ouders zaten in één of ander Genootschap, een geheim Genootschap. Hoe cliché wilde je het hebben? Zij mocht er dus helemaal niets van weten. Cassian wist het wel, hij hoorde ook thuis in die wereld. Ze beschermden een Tempel die verborgen lag in het bos, volgens haar ouders was het een kostbare Tempel die in vergetelheid hoorde te blijven. De oude ruïne was dichtbij de Tempel, dat had ze opgemerkt uit verhalen van haar ouders.
Verhalen waar zij eigenlijk geen weet van hoorde te hebben. Zij kon er toch ook niets aan doen dat ze nieuwsgierig was? Dat kreeg je nu eenmaal als iedereen alles geheim hield. Het was hun schuld en niet de hare, daar kwam het op neer.
De bus stopte, ze waren bij de school.
Vienna zat niet op een normale school, dat wilden haar ouders niet. Dit was een school voor een select groepje studenten, allemaal kinderen uit hetzelfde mysterieuze wereldje van haar ouders en Cassian. Vrienden had ze niet, het werkte gewoon nooit. Iedereen wist wie ze was, wiens dochter ze was. Niemand wilde haar ooit iets vertellen, allemaal hadden ze een soort onderling verbond gesloten om direct te zwijgen als zij in de buurt kwam. Het was vreselijk.
Gesprekken vielen stil, ze werd nagestaard, er werd gefluisterd. Er waren twee leerlingen die wel tegen haar spraken: Cassian, wie ze absoluut niet mocht.
En Luce, haar nicht of iets in die richting.
Luce kende ze al haar hele leven, haar ouders noemde ze zelfs haar oom en tante.
Maar dat ze met elkaar spraken kwam meer uit beleefdheid, Luce sprak met haar uit een soort plichtsgevoel. Vroeger waren ze echt vriendinnen geweest, maar dat was voordat Luce ook toetrad tot hun wereld. Daarna veranderde alles, van vriendschap was geen sprake meer. In het begin negeerde Luce haar zelfs volkomen. Nu ging het iets beter, maar hun gesprekken kwamen nooit verder dan het ditjes en datjes gesprek. Vienna liep naar haar lokaal, ze nam direct plaats helemaal achterin. Niemand die naast haar kwam zitten, niemand die wat tegen haar zei. Ze zuchtte, weer een zoveelste saaie dag. Het kon niet beter…

BetoveringWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu