Harry Potter en het Mysterie van Zweinstein 3: Eerste les

1.5K 62 12
                                    

Zweinstein ziet er nog steeds hetzelfde uit als vroeger. Je ziet wel dat sommige delen vernieuwd zijn na het Grote Gevecht. Ook wel bekend als: de Vernietiging van Hij Die Niet Genoemd Mag Worden. Er speelt een glimlach over m'n lippen als ik terugdenk aan de tijd dat ik door de gangen heen liep met een zware tas aan m'n schouder.

'Waar zit jij aan te denken?' vraagt Ginny. Ik zie dat ze al verder gelopen zijn. Dan herken ik het; we zijn vlakbij de Zweinskop. Ik loop gauw achter ze aan, en samen lopen we naar het kasteel. Naarmate we de ingang bereiken, hoe meer leerlingen we zien. Sommigen kijken ons aan maar draaien hun hoofden dan weg als ze zien dat wij kijken, maar sommigen kijken ons gewoon schaamteloos na. Dan gaan we door de poorten heen, en lopen naar professor Anderling's kamertje. Eenmaal daar aangekomen, klopt Hagrid op de deur.

'Binnen,' zegt Anderling's strenge stem. Als ze ons ziet, klaart haar gezicht op in een liefdevolle glimlach. 'Aah, Harry, kun je over twintig minuten al beginnen? Ik heb hier je boek.' Hij kijkt naar de omslag. Magische Verdedigings theorie. Hij slaat het open, en ziet enkele vervloekingen staan.

'Mag ik mijn eigen lesmethode gebruiken, professor Anderling?' vraag ik, en kijk haar hoopvol naar haar toe.

'Toe, Harry, noem me Minerva. Ik ben je professor al 21 jaar niet meer! En trouwens, ik noem jou nu ook gewoon Harry. En natuurlijk, zolang de kinderen maar wat leren, vind ik alles goed,' zegt ze glimlachend, en kijkt over haar bril heen die steunt op haar puntige neus. 'Hagrid zal jullie wel even naar jullie kamer brengen. Ginny, blijf jij nog even hier? Dan kan ik wat dingetjes aan je uitleggen.' Ik knik naar haar, en neem de koffers mee. Samen met Hagrid lopen we door de gangen heen naar de lerarenkamer toe. Eerlijk gezegd ben ik daar nog nooit geweest. Na een aantal gangen komen we aan bij een wandgordijn waar het teken van Zweinstein op staat. Hagrid duwt hem opzij, en een mengeling van tekens komt op de deur te staan. Een maan, een oog, een veer, een kandelaar, de cijfers 4, 7 en 18 en de zon.

'Goed, Harry, je mot gewoon een paar tekens in te toetsen en dat is je wachtwoord. Pak je toverstok, en kies wat je wil,' zegt Hagrid, en draait zich om. Nou, in ieder geval de maan. Ik tik hem aan. Meteen word hij gehuld in een wit licht, en ik moet me even herstellen. Dan doe ik de zon, het cijfer 4 en de veer. De deur trilt even, en schuift dan open. Hagrid draait zich weer om, en ik stap de kamer binnen. Een groot hemelbed staat tegen de rechtermuur aan, en een grote krooluchter die een zacht goudachtig licht verspreid door de kamer hangt aan het plafond. Een groot rood tapijt verzacht onze voeten en een groot raam kijkt uit op het zwerkbalveld uit. Ik zie dat Ron al dingen klaar aan het zetten is voor de les. Ik wrik snel het raam open.

'Ron!' schreeuw ik, en hij kijkt zoekend om zich heen. 'Hierzo!' Ik zwaai met mijn armen en eindelijk ziet hij me. Snel stapt hij op z'n bezem en vliegt naar me toe.

'Harry! Je les begint over vijf minuten!' zegt hij. Ah oh... Ik neem me boek mee, doe m'n mantel voor docenten - die kennelijk al klaar lag - aan en haast me snel door de gangen heen naar lokaal 3C - dat stond op een prikbord. Net voor de bel arriveer ik in het lokaal, en het stroomt binnen. Dan zie ik ze. Ik geef kennelijk Zwadderich en Griffoendor bij elkaar les, want ik zie Albus Severus Potter en Scorpius Malfidus, de zoon van Draco Malfidus en Daphne Goedleers. Als iedereen zit, kijk ik naar de gezichten. Ik herken nu ook Roos, die naast een meisje met zwart haar tot aan haar schouders heeft klaargenomen. Ze is even verbaasd, en zwaait dan naar me.

'Pap?' zegt Albus achterin, die naast een jongen met bruin haar heeft plaatsgenomen, die me sterk doet denken aan Sirius. Nog steeds voel ik een steek als ik aan hem denk.

'Hallo, allemaal. Geloof me, ik had zelf ook niet verwacht dat ik hier zou staan, maar daar sta ik dan! Ik ben Harry Potter, jullie docent Verweer tegen de Zwarte Kunsten. En,' ga ik verder wanneer iedereen zijn boeken pakt. 'jullie hebben geen boeken nodig hiervoor. Je leert het het best als je in de praktijk oefent. Goed, ik stel voor dat we beginnen met een paar simpele spreuken.' Ik loop naar het bord toe, en beheks het krijtje. Van zichzelf gaat het op het bord schrijven.

Paralitis

Verlammingspreuk. Verlamt het doel van de spreuk. Uit de toverstok komen een of meer lamstralen. Hoe beter je de vloek beheerst, hoe meer lamstralen er uit de toverstok komen.

Latijn Paralitus = verlam

'Goed, mensen, als iedereen dit wilt overnemen in zijn of haar schrift, dan vergeten jullie dat niet. Wat ik wel wil benadrukken, is dat het helemaal niet erg is als het je niet lukt! Paralitis is een erg krachtige spreuk, en ook zeer effectief. En,' zeg ik als de Zwadderaars al opgewonden met elkaar aan het fluisteren zijn. 'als ik ook maar een keer merk dat jullie deze bezwering op elkaar uitoefenen, dan zit je het hele jaar strafwerk te schrijven!' Streng kijk ik het lokaal rond. Dan glimlach ik weer, en van zichzelf komen er leerlingen achter mijn bureau staan. Als iedereen staat, verbouw ik het lokaal met een paar draaien van mijn toverstok. De tafels schuiven aan de kant en er verschijnen bakken water op de grond, die bewegen uit zichzelf. De Aquamenti bezwering werkte goed, merk ik op. Verscheidene leerlingen kijken gebiologeerd toe, en sommigen fluisteren - alweer - opgewonden met elkaar.

'Goed, vorm tweetallen, en ik kom langs om te kijken hoe jullie ervoor staan. Kijk nog een keer goed naar het bord,' ik wijs ernaar. 'en doe je best. Succes!' zeg ik. Meteen stormen de leerlingen naar de dichtsbijzijnde waterbakken, en ik hoor hier en daar mensen al roepen 'Paralitis!'. Tevreden loop ik rond. Dan kom ik bij Scorpius, die naast een jongen met zwart haar staat.

'Paralitis! Kom op nou, verdomme! Paralitis!' blijft hij roepen, maar er komen geen rode lamstralen uit zijn toverstok.

'Scorpius, heb je hulp nodig?' vraag ik vriendelijk aan hem. Hij knikt verlegen. Ik ga naast hem staan, en richt mijn toverstok op zijn bak water. 'Kijk, je spreekt het verkeerd uit. Het is Paralítis, geen Parálitis. Snap je?' zeg ik. Hij knikt. 'Jongens en meisjes!' maan ik iedereen tot stilte. Iedereen kijkt me aan. 'Ik doe het een keer voor voor de mensen die niet weten hoe het moet. Kijk, Paralítis,' roep ik, en een oogverblindende rode lamstraal komt uit m'n toverstok. Meteen staat het water stil. Een paar mensen hebben hun mond open staan, en Roos klapt in haar handen. Meteen doet iedereen mee, maar ik zie dat Albus alleen in een hoekje staat, zogenaamd zijn toverstok bestuderend.

'Goed! Ga maar verder!' roep ik, en ik zie af en toe wat rode stralen. Ik loop naar Albus toe, en net als ik bij hem ben, hoor ik iemand gillen.

'Oh mijn god! Oh mijn god! Ha- ik bedoel professor Potter, ik heb per ongeluk Melissa geraakt! Oh mijn god het spijt me zo,' huilt ze, en zit naast het meisje met de zwarte haren. Ik ren naar ze toe.

'Roos, ga professor Anderling waarschuwen, en Albus, loop jij met me mee naar madame Plijster? De les is afgelopen,' zeg ik, en draag het meisje - Melissa - met me mee. Albus loopt naast me, en leerlingen kijken geschrokken naar me hoe ik het verlamde meisje meedraag. Als we bij de ziekenzaal aankomen, staat Anderling al te wachten. Geschrokken komt zo op ons afrennen, en madame Plijster zet al een bed klaar. Roos stort zich snikkend in Albus' armen, en hij omhelst haar onhandig. Ik krijg een Dejavu van Hermelien die moest huilen om Scheurbek. Ik glimlach, en leg Melissa op het ziekenbed.

'Goed, goed, als iedereen de zaal nu even wilt verlaten, kan ik rustig deze vorm van Zwarte Kunsten bestrijden,' bij die zin kijkt ze me nijdig aan. Dan ziet ze me echt, en trekt ze haar wenkbrauwen op. 'Harry Potter. Geef je hier voor het eerst?' Ik knik. Dan duwt Anderling me richting de deur en staan we op de gang.

'Potter en Wemel, gaan jullie maar wat voor jezelf doen. Zolang anderen er geen last van hebben, natuurlijk,' zegt ze streng. Ze knikken braaf, en lopen weg. Dna keert ze zich tot mij. 'Harry! Hoe is dit gebeurt?!'

'Profes- ik bedoel Minerva, dit was echt niet de bedoeling!' zeg ik met mijn stem vol schaamte. Hoe is dit kunnen gebeuren? 'We waren Paralitis aan het oefenen, en toen... tja, ik zag het niet echt. Dat kunt u beter aan Roos vragen dan.'

'Kun je even meelopen naar mijn kantoor, Harry?' vraagt ze ernstig, en loopt weg. Ik loop haar achterna. Dan gaat de bel, en ben ik net bij het lokaal Bezweringen, waar Hermelien uit kwam lopen. Ze zwaait vrolijk naar me, en ik zwaai terug. Ik vraag me af of ze al weet wat Roos heeft uitgespookt. Vast niet. Dan merk ik dat we gestopt zijn, en ze doet de deur open. Ik loop haar kamer in, en doe de deur achter me dicht.

'Zo, Harry, er is iets dat je moet weten,' begint ze.

Zulke zinnen zijn voortbestemd voor slecht nieuws.

Harry Potter en het Mysterie van ZweinsteinWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu