Ik word wakker, en doe mijn ogen open.
Ik zei niks, alles om mij heen is zwart.
'Waar ben ik' schreeuw ik, maar er komt geen geluid uit mijn mond.
Ik schreeuw nog een keer 'HELP' maar nee, er komt geen geluid uit mijn mond.
Ik begin te huilen,
Dan krijg ik door dat mijn handen aan elkaar met een touw zijn vastgebonden, ik probeer ze los te krijgen, maar dat doet alleen nog meer pijn.
Mijn hart bonst razend snel door mijn lichaam, en er komen duizend vragen in mij op.
'Waar ben ik, hoe kom ik hier, waarom ben ik hier, door wie ben ik hier heen gebracht, hoe ben ik hier gekomen ect.'
Ver weg zie ik een lampje.
Dan kijk ik nog eens beter en zie ik dat het een kaars is en.. en.. De kaars komt op me af, langzame stappen.
Ik zie een schim te voorschijnkomen, heel langzaam uit het donkere.
De schim gaat een paar meter voor me zitten, op een stoel.
Ik probeer mijn ogen te focussen op het gezicht, maar ik zie niks.
Dan zie ik de kaars weet langzaam uit gaan,
Waar is de schim nu, wat gaat er gebeuren... ik weet het niet.
Ik voel een harde klap op mijn hoofd en raak bewusteloos.