Een warme gloed streelt mijn neus. Het voelt aangenaam. Langzaam open ik mijn ogen. De vuurbal komt weer aan de horizon. Ik heb het ding niet onder zien gaan. Ik moet in slaap gevallen zijn. Voorzichtig til ik mezelf van de grond. Tijd om alle kamers te controleren. Wie weet kwam Alec vannacht thuis en ligt hij nu ergens te slapen. De zetel is akelig leeg. Deze ruimte is gevuld met een onaangename sfeer. Hier is Alec niet. Met veel moeite strompel ik naar de slaapkamer. Ik ruik hem niet. Voorzichtig kijk ik om het hoekje. Het enige dat ik zie is een leeg bed. Ik zucht en laat mezelf weer op de grond zakken. Ik kan een klein klagend geluidje niet onderdrukken. Ik ben nog steeds alleen. Hij zal wel onderweg zijn. Ik weet zeker dat hij mij ook mist. Hij denkt aan mij. Net zoals ik ook aan hem denk. Ik zie een dik boek op het nachtkastje liggen. 's Avonds lagen we samen in bed terwijl hij er doorheen bladerde. Hij had het nooit uitgelezen. Op het boek staan vele tekens. Ik wou dat ik wist wat ze betekenen. Wie weet is het een aanwijzing. Misschien had ik geweten waar hij heen is gegaan als ik kon lezen. Ik schuifel tot aan het bed. Met een piep hijs ik mezelf de zachte matras op. Van hieruit zie ik een ander deel van de voortuin. Er staat een houten tafeltje. In de zomer zat Alec in de schaduw van de bomen. Ik liep een beetje rond in de tuin, maar het liefst zat ik ook in de schaduw. De buurvrouw werkte veel in haar voortuintje. Zij had er allemaal bloemetjes staan waar ik vanaf moest blijven. Ze zei vriendelijk goeiedag als ze Alec zag zitten. Alec nodigde haar regelmatig uit voor een wijntje, maar het is er uiteindelijk nooit van gekomen. Als ze op bezoek kwam, was het nooit lang. Ze nam geen eten of drinken aan, maar babbelen kon ze wel. Ze had het over haar werk ik de kleuterklassen of over de groei van onze bomen. Het ging overal en nergens over, toch mocht ik haar graag. Alec kon goed met haar praten, maar over serieuze onderwerpen werd nooit iets gezegd. Die waren voor de buurman. Als hij sprak, was het serieus. Alles aan hem was serieus. Het ging niet over de bloemen en de bijen, ook niet over onze bomen. Het leek alsof hij altijd dreigde, ook al zei hij niets. Zijn blik was genoeg. Drie dagen voor Alec's vertrek, kwam hij weer eens binnen. Ik voelde hoe zenuwachtig Alec was. De vrouw die ik gisteren aan het raam zag, was bij de buurman. Het voelde allemaal niet goed. Alec gaf heb een envelop, maar deze keer kwam er geen zakje terug. Alec werd boos, al was dat tegen de zin van onze bezoekers. De buurman sloeg tegen de muur. Zijn slag heeft een put achtergelaten. Een van de littekens van het huis. Alec huilde. Ik jankte een beetje mee. We waren bang, want zij waren sterker dan wij. Ik lik mijn lippen nog een keer. Ik ga sterk achteruit, dat voel ik aan alles. Mijn lichaam is moe. Ik draai me om zodat ik in een andere houding kan liggen. Op de plek waar ik net lag, ligt nu een hoopje haren. Ze vallen uit, waarschijnlijk omdat ik mezelf niet kan verzorgen. Wanneer ik naar het plafond kijk, vraag ik me af hoe lang het nog zal duren.
JE LEEST
Our Home
General FictionOp een dag stapt Alec in zijn auto om nooit meer terug te keren. River blijft alleen achter en weigert het wachten op te geven. Ze bewaart hun herinneringen en probeert hen levend te houden. Voor haar was hun liefde onvoorwaardelijk. Ze heeft altijd...