Van op het bed kan ik onze tennisbal niet zien liggen. Zou hij er nog liggen? Ik schuif wat op naar links, zodat ik toch wat schuiner door het raam kan kijken. Misschien zie ik hem dan. De tennisbal blijft buiten mijn zicht, maar twee van onze bomen zie ik wel. Het valt mij op hoe een van de bomen kaal wordt. De blaadjes liggen in een bijna perfecte cirkel rond de stam op de grond. De boom ziet er zielig uit, zeker naast de andere twee. Het doet mij pijn. Alec heeft de ze elf jaar geleden zelf geplant. Sindsdien zijn het best al grote bomen geworden. Nu lijkt er eentje ziek en mijn hart doet er pijn van. Ik spits mijn oren. Volgens mij hoorde ik in de verte een geluid. Ik probeer me erop te concentreren. Ik denk dat ik de stem van de buurvrouw herken. Ik hoor niet wat ze zegt, enkel dat ze niet blij is. Ze roept tegen iemand. Haar stem wordt afgelost door die van de buurman. Hij klinkt veel luider en zijn stem is veel zwaarder. Ik vraag me af waar het over gaat. De laatste keer dat ik ze zo hoorde roepen, was een aantal dagen voor Alec vertrok. De buurman was weer hier geweest, zoals bijna dagelijks het geval was, en hij had klachten. Deze keer kwam hij niet met zijn vuisten praten, hij had iets anders bij. Een was een redelijk klein, compact, zwart ding. Als hij ermee in het rond zwaaide, ratelde er iets binnenin. Hij wees ermee naar Alec terwijl hij bleef schreeuwen. De buurman werd helemaal rood en raakte buiten adem, maar hij keek strak naar Alec. Die bleef rustig. Hij keek terug naar de buurman, maakte handgebaren en riep: 'Ja, doe het dan, grote jongen!' Daarop hief de buurman zijn hand hoog en gaf hij een klap tegen Alecs hoofd waarna hij zich omdraaide en in de deuropening verdween. Alec verstopte zijn hoofd in zijn handen en begon zachtjes te huilen. Ik ging meteen naar hem toe om hem te troosten, maar hij heeft nog een hele tijd liggen snikken. Toen hij in de slaapkamer verdween, hoorde ik de buren. Een vrouwenstem en een mannenstem wisselden elkaar af. Enkele seconden later klonken er twee gigantisch luide knallen. Ik was bang en dacht dat het beter was om niks te zeggen en af te wachten. Een gil weergalmde en ik voelde de angst tot in mijn beenderen. Ik liep naar Alec toe om wat comfort en troost te zoeken, maar dit zal ik me voor altijd blijven herinneren. Ik sluit mijn ogen. Sommige gedachten doen mij pijn. En dit keer kan ik niet naar Alec vluchten. De kat van de buren trekt mijn aandacht. Ze loopt over het voetpad, langs onze bomen en voorbij ons tafeltje. Een paar meter verder blijft ze zitten. De plek waar ze nu zit, ken ik ook. Daar zag ik die vrouw wel vaker. De vrouw die soms meekwam met de buurman. Ik heb nooit begrepen wat het was tussen die twee, maar vriendschap zal het niet geweest zijn. Meer dan eens zag ik ze kussen. En niet altijd vluchtig, soms namen ze echt hun tijd. Ik snap niet wat die vrouwen in de buurman zien. Hij is een eikel. De kat draait zich een paar keer om, waarna ze toch beslist om neer te liggen. Ik laat haar begaan. Ik denk niet dat ze mij gezien heeft. Ligt onze tennisbal er nog? Ik probeer zachtjes recht te staan, maar ik tril helemaal en ga toch maar weer liggen. Het is te moeilijk.

JE LEEST
Our Home
قصص عامةOp een dag stapt Alec in zijn auto om nooit meer terug te keren. River blijft alleen achter en weigert het wachten op te geven. Ze bewaart hun herinneringen en probeert hen levend te houden. Voor haar was hun liefde onvoorwaardelijk. Ze heeft altijd...