Ik ren naar de uitgang van het kasteel en zelfs als ik buiten ben stop ik niet met rennen. 'Anna niet zo snel!' Verschrikt sta ik stil en draai ik me om. Achter mij staat Remus uit te hijgen. 'Wat doe jij nou hier?!' zeg ik hijgend door al het rennen. 'Denk je echt dat het een slim idee is om nu naar Hogsmead de gaan?' vraagt Remus. Ik geef geen antwoord en een paar seconden hijgen we alleen maar. 'Ik weet dat het donker is en hij levensgevaarlijk is, maar als ik dit nu niet doe zal het me levenslang achtervolgen.' en Remus komt dichterbij staan. 'Weet je het zeker?' vraagt hij en ik knik. 'Dan ga ik met je mee.' zegt Remus vastberaden. 'Maar Re...' 'Als jou iets overkomt en ik had er wat tegen kunnen doen zal dat mij levenslang achtervolgen, dus ik ga mee.' onderbreekt Remus me. Ik wil er gelijk weer tegenin gaan, maar als ik Remus' gezichtsuitdrukking zie weet ik dat het toch geen nut heeft en eigelijk ergens diep vanbinnen wil ik ook graag dat hij me me mee gaat. Dat ik het niet alleen hoef te doen. 'Oké dan.' en samen rennen we richting Hogsmead.
Als we het dorpje bereikt hebben zijn we verplicht te stoppen om op adem te komen. Terwijl we uit hijgen kijk ik om me heen. Er is niemand te bekennen, het dorpje lijkt wel uitgestorven. De ramen van de huizen en de winkels zijn dichtgetimmerd en het is muisstil. Je hoort zelfs geen vogels fluiten. Ik haal diep adem en sluit mijn ogen voor even. Ik heb het gevoel dat hij in de buurt is en ons in de gaten houdt. Ik kijk naar Remus, maar hij heeft Greyback ook nog niet gezien. 'Volgens mij is hij in de buurt.' zegt Remus zachtjes, waardoor het bijna fluisteren is. Ik knik en mijn ogen glijden weer over de straten van Hogsmead. We staan de hele tijd stil en zelfs als we uitgehijgd zijn bewegen we niet. De tijd lijkt wel stil te staan, maar dan horen we achter ons een geritsel. Vliegensvlug draaien we ons alle twee om, maar daar is niets. Ik kijk Remus met een verwarrende blik in mijn ogen aan en zie dat hij het zelfde denkt. 'Twee leerlingen...' horen we een stem zeggen en we draaien ons weer terug, maar er staat niemand. 'Alleen in het donker...' horen we de stem weer zeggen. Verward kijken we om ons heen, maar het lijkt alsof er niemand is, toch bewijst de stem het tegendeel. 'Dat wordt smullen.' en terwijl er dat gezegd wordt komt Greyback uit een donker straatje gelopen. Als hij voor ons staat is hij pas goed te zien. Hij heeft een gigantische grijns op zijn gezicht geplakt en kijkt ons moordlustig aan. Van de schrik had ik een stap naar achteren gezet, maar gelijk zet ik twee grote stappen naar voren. Ik wil dichterbij komen, maar sta abrupt stil als er meer mensen het donkere straatje uitlopen en achter Fenrir Greyback gaan staan. 'Jullie dachten toch zeker niet dat ik alleen was?' vraagt Greyback lachend. Terwijl hij dat zegt zetten de vijf personen achter hem een stap naar voren, zodat ze voor hem staan en kijken ons aan op een manier, waardoor ik geen stap meer naar voren durf te zetten.
Het is even stil, maar dan laat ik mijn toverstok uit mijn gewaad glijden. Terwijl ik Fenrir Greyback aankijk denk ik aan de spreuk waarmee ik hem zou willen vervloeken. In eerste instantie denk ik aan de vloek des doods. Ik weet ook wel dat ik daardoor in Azkaban kan belanden, maar dat lijkt me het helemaal waard. Toch besluit ik hem niet te doden. Niet in één keer tenminste. Als ik hem meteen dood komt hij er te makkelijk vanaf. Nee, hij moet echt pijn lijden. Net zoveel pijn als hij mij en al die andere mensen pijn heeft gedaan. Als ik echt wraak wil moet ik hem breken. Stukje voor stukje, totdat er niks meer van hem over is. In een schijnbeweging haal ik mijn toverstok tevoorschijn, maar één van de volgers van Greyback is me voor en vervloekt me, waardoor ik gedwongen ben mezelf te verdedigen inplaats van aan te vallen. 'Domme, domme kinderen.' mompelt Greyback en zijn volgers beginnen ons aan te vallen. Zelf doet hij nog helemaal niks en staat hij er maar een beetje bij. Terwijl Remus en ik zijn volgers vervloeken en zelf spreuken ontwijken probeer ik hem te vervloeken, maar elke keer weert Greyback mijn spreuk weer af. Hij doet het zonder een haartje moeite. Als Remus en ik drie volgers van Fenrir Greyback hebben uitgeschakeld beginnen we uitgeput te raken en wordt het steeds moeilijker. Boos kijk ik Greyback aan. Er vechten mensen voor hem en hij helpt ze niet eens. Ik geef toe de mensen of wat het dan ook zijn, die we nu uitschakelen het wel verdienen om vervloekt te worden, maar toch heb ik een klein beetje medelijden met ze. Ze verdienen het vast niet zo erg als Fenrir Greyback. Terwijl ik daar aan denk verlam ik één van zijn volgers en kijk ik om me heen. Ik hijg een beetje uit en kijk naar de uitgeschakelde volgers van Fenrir Greyback. 'Nu ben jij.' mompel ik, maar volgens mij hebben beide jongens het gehoord. 'Denk je echt dat ik nu bang ben?' zegt Greyback op een spottende toon. 'Je hebt geen mensen meer die voor je vechten.' zegt Remus moedig. 'Toen ik hierheen ging verwachtte ik jullie al tegen te komen. De weerwolf en het zusje van de grootste lafaard aller tijden.' 'Mijn broer is geen lafaard!' onderbreek ik Fenrir Greyback schreeuwend. 'Niet meer nee.' zegt Greyback lachend. 'Hij was perfect geweest voor mijn roedel, maar hij wou niet. Hij schaamde zich voor zichzelf. Hij schaamde zich voor dat hij toen een weerwolf was.' zegt Fenrir Greyback. Dat hij de verleden tijd gebruikt maakt me nog bozer dan ik al was, waardoor ik hem steeds bozer aan begin te kijken. 'Hoe weet jij dat nou weer! Hoe weet jij nou dat hij zich schaamde?!' vraag ik boos, waardoor ik bijna schreeuw. 'Omdat ik met hem gepraat heb. Ik had hem gevraagd om bij mijn roedel te komen, maar hij wou niet.' Nu begint Greyback te grijnzen voordat hij verder gaat. 'Dus omdat hij niet bij mijn roedel wou had hij eigenlijk geen nut meer en hem ik hem uitgeschakeld.' 'WAT?!' schreeuw ik en moordend kijk ik hem aan. Dit kan niet! Dat kan niet waar zijn! Dit monster voor me heeft mijn broer vermoord. Dit monster heeft Alex vermoord en ons laten denken dat hij zelf een einde aan zijn leven maakte. Ik richt mijn toverstok op Fenrir Greyback en sta klaar om hem te vervloeken, maar hij kijkt me alleen maar lachend aan. 'Geef je over wij zijn in de meerderheid!' zegt Remus tegen Fenrir Greyback, maar hij schud lachend zijn hoofd. 'Nee het is alleen wij twee.' zegt Greyback. Ondanks mijn woede kijk ik hem verward aan en net als ik wil vragen wat hij bedoelt valt het kwartje.
Het is vanavond vollemaan.
Vote/ Comment/ Follow
JE LEEST
My Bucket list -Remus Lupin- Voltooid
Fanfiction"What a plot twist you were." Anna Cross is 17 en gaat voor het eerst naar Hogwarts. Ze stroomt in in het 7e jaar. Ze raakt bevriend met de Marauders, Lily Evans, Alice en Marlene. Alles lijkt goed te gaan, maar wat als er liefde bij komt kijken en...