Deel 4

818 14 1
                                    

Een paar uurtjes nadat Wolfs en ik gepraat hadden, lagen we samen in bed. We waren allebei best uitgeput van de spanning na ons gesprek. We moesten de volgende ochtend uiteraard weer vroeg op om te werken, maar we konden allebei niet slapen. Het gesprek kreeg dus in bed alsnog een vervolg. 'Flo, ben je erg kwaad op me?' Ik draaide mijn hoofd naar links en keek Wolfs recht in zijn ogen. Wolfs draaide zijn hoofd van mij naar het plafond toe. Even viel er een stilte. Ik begreep dat hij even goed moest nadenken over zijn antwoord. 'Nou...' Begon hij. 'Je moet begrijpen dat dit wel even mijn ziel geraakt heeft, ja'. Het had zijn ziel geraakt, zei die. Als Wolfs het over zijn ziel heeft, betekent het dat je goed moet luisteren naar wat hij te zeggen heeft. Momenten waarop Wolfs zo open is over zijn gevoelens, zijn zeldzame momenten namelijk. Ik was opzoek naar de juiste woorden om te antwoorden, maar ik kon ze even niet zo gauw vinden. 'Ja... Snap ik wel. Ik ben dom geweest, erg dom. Ik weet het. Ik had het jou natuurlijk meteen moeten vertellen, maar David heeft me bedreigd en ik wilde jou gewoon... Nou ja, blij zien en zo'. Wolfs keek me weer aan, maar zonder een woord te zeggen. Hij keek me een paar seconden lang aan, maar het voelde als minuten. Ik werd er verlegen van en voelde mijn wangen een beetje rood kleuren. Ik wist alleen niet of dat door Wolfs kwam, of door alle spanning rondom deze gebeurtenis. 'Weet je wat we moeten doen, Eef?'

Ik werd een heel klein beetje nerveus. 'Nou?' 'Als ik me even in jou situatie verplaats, begrijp ik je wel op zich. Als iemand mij vertelde dat jij gevaar zou kunnen lopen, maar ik ook nog bedreigd werd door die zelfde persoon die mij dat vertelde, dan wist ik ook niet of ik het meteen aan jou durfde te vertellen. Ik zou denk ik eerst zelf op onderzoek uitgaan. Maar wat we moeten doen is, dit tot op de bodem uitzoeken. We hebben een team achter ons staan als het moet, dus dat moet en zal allemaal goedkomen. We gaan precies uitzoeken waarom David mij in de val wilt lokken en waarom hij gelogen heeft tegen mijn oud-collega's, we gaan uitzoeken waarom hij achter mij aanzit. En we gaan ervoor zorgen dat die man geen therapeut meer mag zijn, want hij heeft zich niet aan zijn beroepsgeheim gehouden en hij is gewoon niet te vertrouwen'. Ik luisterde aandachtig naar Wolfs' verhaal. Ik vond hem er wel erg kalm over praten, maar was ook opgelucht dat hij me wel begreep en de ruzie tussen ons achter hem wilde laten. Zijn eerste prioriteit was nu om zich volledig op deze zaak te gaan richten. 'Laten we er nu samen voor gaan, Eef. We zijn een team, geen tegenpolen'. Ik glimlachte naar Wolfs en knikte. Hij boog naar mij toe en gaf me een kus op mijn voorhoofd.

De volgende ochtend werd ik wakker en keek naast me. Wolfs lag er niet meer. Zou hij misschien al eerder naar het bureau zijn gegaan? Meestal zegt 'ie dat dan wel even van tevoren... Maar net op het moment dat ik op wilde staan kwam hij de kamer binnenlopen met een dienblad in zijn handen. 'Goeiemorgen, Eef. Lekker geslapen?' Ik keek hem verrast aan. 'Verrassing! Ik heb hier een lekker ontbijtje voor je'. Hij leek de gebeurtenis van gister al gewoon vergeten te zijn, maar ik was allang blij dat het tussen ons twee weer goed zat en het hoge woord eruit was. Nu was het een kwestie van een zaak starten tegen David en die handlangers van 'm. Nou ja, het is niet zomaar wat natuurlijk. Wolfs kan gevaar lopen door David's leugen... Zo dacht Wolfs vast ook, maar hij spreekt zulke dingen niet uit. Hij praat nooit over problemen, hij lost ze op. Dat is Floris Wolfs.

Hij zette het dienblad op mijn nachtkastje en deed de gordijnen open. Ik keek hem verlegen aan. 'Nou, wat attent van je'. Hij draaide zich om en glimlachte. 'Eef, nog heel even over gisteren'. Hij ging naast me zitten op bed. Ik had niet verwacht dat hij er überhaupt nog over zou beginnen, maar was eigenlijk wel een beetje blij verrast dat hij het met mij erover wilde hebben, en niet alles zelf wilde doen. Ik keek hem vragend aan. 'Ja...?' 'Ik heb er net nog even over nagedacht, maar ik denk echt dat het beter is als we voorlopig even niks aan Mechels vertellen hierover'. Hij leek aardig vastberaden in zijn keuze. Ik begreep niet waarom juist híj zoiets wilde verzwijgen. Net na dit gedoe allemaal... Ik had zelf ook de fout gemaakt om dit allemaal uit te stellen om het te vertellen aan Wolfs, en dat verweet 'ie me enorm. En nu wilde hij precies hetzelfde doen bij Mechels. Ik keek hem verbaasd aan. 'Denk je echt dat dat verstandig is?'. Vroeg ik terwijl ik me vanbinnen best zorgen maakte over wat de gevolgen ervan konden zijn. 'Ja, we moeten dit zelf gaan uitzoeken. Als Mechels erachter komt, dan wilt ze een open zaak starten en dat is juist nu niet erg verstandig, want als David en die handlangers erachter komen dat er politie achter hun aan zit, loop jij gevaar. David heeft jou toch bedreigd, dus als hij er achter komt... Ik wil hem voor zijn. Dan is er de mogelijkheid dat jij gevaar loopt, en dat laat ik niet gebeuren! Straks vertrekken ze naar het buitenland of iets en dan kunnen we helemaal geen zaak meer starten. Dit moet echt ongezien gebeuren, dus alleen wij twee gaan voorlopig ermee aan de gang'. Hij keek me ernstig aan. Hij leek te vergeten dat híj juist ook gevaar liep, hij had het alleen maar over mij. Ik zag aan hem dat er allerlei gedachten door zijn hoofd gingen, die hij niet uitsprak. Ik zag angst in zijn ogen, en woede tegelijk. Nog steeds was 'ie onweerstaanbaar. Hij wist dat hij zich professioneel moest opstellen tegenover deze zaak, alles moest zo vlekkeloos mogelijk verlopen in het onderzoek naar David en zijn handlangers. 'Maar wat als Mechels erachter komt dat we iets verzwijgen?' Vroeg ik bedenkelijk. 'Dat zien we dan wel, Eef. Eerlijk gezegd maak ik me daar nu het minste druk over, het enige wat ik nu wil is die klootzakken pakken en jou in veiligheid brengen en beschermen'. Ik werd er zo verlegen van. Hij keek me aan met zijn grote heldere ogen en zijn aantrekkelijke blik. 'Het komt allemaal goed, Eef. Vertrouw op me'. Hij pakte mijn hand en gaf er een kus op. 'Kom, het is al laat. We moeten naar het bureau, voordat we zo meteen een kwade Mechels aan de telefoon hebben hangen'. Zei ik, terwijl ik opstond. 'En je ontbijtje dan?' Vroeg Wolfs, terwijl hij voor de grap een pruillipje opzette. 'Oooh, die lekkere croissantjes en jus kan ik natuurlijk niet laten verpieteren hier'. Lachte ik, terwijl ik gauw een slokje van de jus nam en een croissantje wegwerkte.

Ongrijpbaar (Flikken Maastricht.)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu