Door Liselottes hand op haar schouder wordt Fenna zich weer bewust van haar eigen lijf. Ze staat te trillen, merkt ze verbaasd op. Ze zet de kraan uit en veegt haar hand droog aan haar shirt. Dan laat ze zich door Liselotte meevoeren naar een stoel. Als ze gaat zitten lijkt het alsof het kleine beetje kracht waar ze de afgelopen dagen uit aan het putten was uit haar wegsijpelt. Haar handen liggen op haar schoot maar trillen nog steeds. Als ze ernaar kijkt ziet ze ook kleine druppeltjes water omlaag vallen, en ze realiseert zich dat ze huilt. Ze begraaft haar gezicht in haar handen en laat alles dan eruit komen. Ze kan het niet meer tegenhouden. Ze is helemaal op.
Liselotte wrijft zacht over Fenna's schouder. Dan draait ze heel even naar het fornuis, waar ze het vuur onder de overgebleven pannen uitzet. Als ze terugdraait ziet ze dat haar zoontje heeft gereageerd op het geluid uit de keuken. Thomas probeert op Fenna's schoot te klimmen en tot Liselottes verbazing staat ze het toe. Zo veel moeite als Fenna heeft met het toelaten van haar vrienden, zo makkelijk staat ze het toe dat Thomas op schoot klimt en de tranen van haar wangen probeert te vegen. Ze slaat haar armen om de kleuter heen en begraaft haar gezicht in zijn zachte haren.
Het warme kinderlijfje op haar schoot geeft Fenna rust. Thomas is nog zo jong en onschuldig dat alleen zijn aanwezigheid haar al op een bepaalde manier kalmeert. Met gesloten ogen probeert ze zo veel mogelijk van dat gevoel in zich op te nemen. Ze voelt na een tijdje ook Liselottes hand op haar schouder, en ze leunt voorzichtig wat opzij, tegen haar vriendin aan. Ze heeft behoefte aan nabijheid, contact, warmte. Het maakt dat ze langzaam weer kalmeert.
Liselotte wrijft zachtjes over Fenna's schouder en wacht tot de blondine weer tot rust gekomen is. Dan geeft ze een zacht kneepje. "Ik zal wel pizza's bestellen. Wat wil je?" Vraagt ze zacht. Fenna schudt haar hoofd, "ik hoef niet..." Mompelt ze, "geen honger." Liselotte aarzelt. Haar hand ligt nog op Fenna's schouder en ze voelt de botten onder haar hand. De blondine is zo ontzettend mager, ze heeft eten nodig. "Fen..." Liselotte zucht, ze weet ook dat discussiëren met Fenna weinig zin heeft. Ze besluit om toch maar gewoon een pizza voor Fenna te bestellen en dan later wel verder te zien.
Nadat Liselotte gebeld heeft, gaat ze tegenover Fenna aan tafel zitten. Even zit ze zwijgend naar haar vriendin te kijken. "Waarom zit je er nu zo doorheen, Fen?" Vraagt ze dan zacht. Fenna blijft een tijdje stil. Ze probeert een antwoord te formuleren maar kan de juiste woorden niet vinden. "Ik weet het niet zo goed..." Fluistert ze uiteindelijk. Als Liselotte langer stil blijft, probeert ze het nogmaals. "Ik-ik... Ik wil er niet aan denken, ik wil het allemaal vergeten... Maar dat lukt niet," ze blaast trillerig wat lucht uit, "en ik ben zo moe. Ik wil zo graag slapen. Maar.... Die nachtmerries elke keer," haar ogen beginnen weer te wateren, "ik trek het niet, Lies." Geeft ze dan met zachte stem toe.
"Je kan het niet zomaar vergeten," reageert Liselotte voorzichtig, "jij weet net zo goed als ik dat je traumatische gebeurtenissen niet zomaar kan wegstoppen... Je moet erover praten, je moet het verwerken." Ze kijkt Fenna zwijgend aan, waarop de blondine haar schouders ophaalt, "ik weet niet hoe, Lies." Mompelt ze. Liselotte reikt over tafel naar Fenna's hand, "je bent niet alleen, Fenna... Je hebt mij en Evert en Bram. Maar als je dat niet wil, als je niet met ons wil praten... Of kan praten... Dan zouden we ook op zoek kunnen gaan naar een psycholoog." Fenna schudt haar hoofd. "Dat wil ik niet. Dat is niet nodig. Ik heb gewoon tijd nodig..." Ze zucht, "en ik ben zo moe... Dat helpt ook niet."
"Wacht even," Liselotte staat op en loopt weg. Fenna kijkt haar met grote ogen na. Ze hoort Liselotte in een kastje in de badkamer rommelen en als ze even later terugkomt heeft ze een doosje in haar hand. Over de tafel schuift ze het naar Fenna toe, die het oppakt en ernaar kijkt. "Slaappillen?" Ze kijkt Liselotte vragend aan. Liselotte knikt, "dan kan je slapen." Fenna aarzelt, maar legt het doosje dan weer neer. "Dat wil ik niet," reageert ze stellig. Ze vindt het geen fijn idee dat dit in huis is. Niet na het afgelopen halfjaar dat ze – door toedoen van soortgelijke pillen – grotendeels buiten bewustzijn heeft doorgebracht. "Ik wil geen slaappillen." Benadrukt ze nogmaals.