Ons Beenakkertje werd te klein. We gingen op zoek naar een wat groter bootje. Dat viel niet mee. Tweedehands werden ons allerlei pieremachochels aangeboden. Aan de meeste kon je zien dat de bouwtekening lang voor de tewaterlating was kwijtgeraakt, sommige konden elk moment zinken. Wat ze gemeen hadden was de hoge vraagprijs. We besloten een casco te laten bouwen bij Van Leeuwen in Zaandam. Wat waren we blij toen die van de helling liep! Oké, het duurde nog ruim een jaar voordat hij was betimmerd, maar dankzij schoonpa, die een ware scheepstimmerman bleek te zijn, kwam dit helemaal goed. We hadden nu een scheepje van 7½ meter. Het zag er keurig uit. In de kajuit was een keukentje en een dinette, die in neergelaten toestand als 2-persoonsbed fungeerde. In de punt was een kleine slaapbank. De ruime kuip was voorzien van een achterbank, de bekisting van de 12pk Yanmar-motor diende als tafel. Geweldig!
Gijs zag de nieuwe boot helemaal zitten. Hij kroop het liefst elk gaatje in om onder de vloer te komen. Dat lukte hem regelmatig en dan waren we hem weer eens kwijt. Pas na lang zoeken, hoorden we gemiauw onder de luiken en ja hoor, daar was Gijs, die als de onschuld zelve weer naar boven klauterde.
We voeren in de vakanties met ons schip naar de Andelse Maas. Vooral de nieuwe grintgaten bij Veen waren bij ons in trek. Gijs genoot, ving aan de lopende band muizen, afgewisseld met een enkele kikker en soms een jonge meerkoet, die we met moeite uit zijn klauwen konden redden. Zo was hij dagelijks te vinden langs de waterkant, trok zich weinig aan van de kinderen die met hun schepjes en emmertjes op het strandje speelden. Het was een paradijselijke omgeving, ik viste eens wat, maakte een puzzeltje, dronk een biertje en wisselde dit af door een stukje te gaan zwemmen. Wat een rust! Hoewel? Even verderop hadden twee aakjes aangemeerd. Met hun voorstevens lagen ze tegen het strandje, achter stonden hun ankers uit. Strandstoelen, parasollen, kinderen en huisdieren waren aan land gebracht. Het groepje volwassenen zat aan het bier en dat kon je wel horen ook. Rondom het groepje scharrelde een klein wit poedeltje, dat wat afdwaalde richting onze boot. Dat had hij beter niet kunnen doen! Gijs zag het hondje naderen en verstijfde. Je zag 'm denken: die kan ik aan! Hij zwol op tot bijna tweemaal z''n normale grootte, stoof erop af en tuigde het hondje compleet af. Het ging er jankend vandoor: "Kai, kai, kai..." Door het lawaai gealarmeerd, keken de bierdrinkers in de richting van onze boot en zagen hoe Gijs 't arme beestje najoeg, dat jankend kwam aangerend. "Wat gebeurt daar nou? Van wie is die kat?" riepen ze geschrokken. Ik zette een gezicht van: "Die hoort niet bij ons" en keek gauw de andere kant op. Gijs was inmiddels verdwenen, hij achtte zijn taak volbracht!
Ach wat was 't mooi daar op de Andelse Maas, die we na een paar dagen verwisselde voor het gat bij Kerkdriel, waar we vlak bij het voetbalveld van Alem een ligplaatsje vonden. Ook daar was 't zo mooi! Die vakantie ervoeren we hoe eigenzinnig Gijs was. Als we weer verder wilden varen, was Gijs er vandoor en moesten we al rammelend met kattenbrokjes naar hem op zoek. Het gebeurde regelmatig dat we een dag langer moesten blijven liggen, omdat meneer het verrekte weer aan boord te komen. Die vakantie was het verste punt van onze vaartocht de Mokerplassen, waar Gijs jacht maakte op een koppeltje eenden, die om brood bedelde. Hij sloop over het gangboord er langzaam naar toe. Plat op zijn buik schatte hij zijn kansen in en haalde met z'n poot uit, als wilde hij er een binnenhengelen. Het was een koddig gezicht, maar ja als dierenvriend kan dat niet, bovendien was ik aan 't vissen en had ik last van zowel Gijs als van die eenden. Politiek correct riep ik: "Ophouden Gijs!" Hij negeerde dit volkomen. Ik besloot er een einde aan te maken, pakte de puts en gooide water in hun richting. Gijs schrok geweldig en spurtte weg naar voren, maar vergiste zich in de ronding van het gangboord. Hij schoot overboord en plonsde het water in, midden in het koppeltje eenden. Een gekwaak van jewelste was zijn beloning. Gijs wendde zich waardig om en zwom naar de kant, snaterend gevolgd door de eenden, die hem finaal uitlachten. En daar kroop Gijs de kant op. Hij zag er niet uit, ja hooguit als een (bijna) verzopen kat: een broodmager scharminkeltje! Gijs besefte dat terdege, wierp nog een nijdige blijk op de eenden en kroop achter een wilgenbosje om zijn "toilet" weer op orde te maken. Pas na uren, toen hij weer was opgedroogd, liet hij zich weer zien, daarmee bewijzend dat meneer toch wel een ijdel mannetje was!
Mijn schoonouders hadden een hondje, een mooi, halfslag jachthondje dat luisterde naar de naam Tippy. Het was een wat schielijk beestje en dat werd 'm noodlottig. Bij de terugkomst van een autotochtje schoot hij bij het openen van het portier onverwachts de weg op, recht onder de wielen van een passerende auto. Dood! Niet lang daarna kwam er een nieuw hondje, dit keer een roodharige cox spaniel pup. 't Was een vrouwtje, een grappig beestje met van die dikke pootjes dat ons huis binnendraafde. Ze heette Vesta. Al snuffelend, met haar hangoren bijna op de vloer hangend, verkende zij vrolijk huppelend ons huis. Het leek wel een stofzuiger. Tot zij onze kat Gijs tegenkwam en plots tot stilstand kwam. Met 't koppie schuin bekeek zij Gijs. Maar niet voor lang: ze stormde vrolijk op Gijs af. Die wist niet hoe hij 't had en mepte maar eens naar dat appelenhoofd dat op hem afkwam. Het hielp niet, Vesta vond Gijs zo grappig dat zij er boven op sprong en hem met haar poten gevangen trachtte te houden. Gijs ontworstelde zich en mepte er maar weer eens flink op los, maar 't hielp niet. Tenslotte trok Gijs zich moedeloos terug in zijn kattenmand, maar ook daar kwam Vesta kijken. Gijs had 't opgegeven en liet zich besnuffelen door Vesta, een uurtje laten vonden we ze naast elkaar slapend in de kattenmand. Er was een vriendschap gesloten, die ruim 10 jaar stand zou houden.
Wordt vervolgd
JE LEEST
Gijs
Historical FictionGijs, onze kat, speelde een belangrijke rol in ons leven. Hij was een kater van de oude stempel, die ons als huisgenoten geduldig verdroeg en ons waardeerde voor de zorg die we aan hem besteedde. Een glimp van zijn liefde voor ons gezin was bij wijl...