De oude heer

61 1 2
                                    

 Gijs hield van gezelligheid, vooral in de winter. Als de open haard werd gestookt, lag hij opgerold op de poef er vlak voor. Je hoorde 'm spinnen, af en toe staarde hij naar de vlammen, die rond de houtblokken speelden. Zou hij dingen zien, die voor ons verborgen bleven?  Zijn snorharen werden grijs. Ja jochie, ook jij wordt ouder. Ik knuffelde hem dan maar eens.

 In de donkere dagen voor de Kerst zag je Gijs niet veel buiten. Hij vond sneeuw maar niks, met optrokken pootjes liep hij voorzichtig in de tuin. Hij moest en zou even kijken of er vogels op de voederplank waren afgekomen, maar lust om ze te vangen had hij niet. Rillend keerde hij terug het huis in en zocht z'n mand op. Tussen Kerst en Nieuwjaar liet hij zich helemaal niet buiten zien. Hij was bang van vuurwerk en kromp bij elke knal in elkaar. Met de kerstboom in de huiskamer had hij wel wat. We moesten er voor zorgen dat er in de onderste takken geen kerstballen hingen, want die mepte hij er steevast uit. Gijs keek ook tv. Zijn bijzondere belangstelling ging uit naar natuurfilms. Soms zag je 'm ineens naar het scherm kijken als er herkenbare dieren voorbij kwamen, bijvoorbeeld leeuwen die in de Afrikaanse savanne een gedode gnoe aan 't verscheuren waren. Je zag aan zijn reacties dat hij 't begreep. Dat werd helemaal duidelijk toen er een pauzefilmpje van een nest van muisjes op de tv werd vertoond. In één keer was hij klaar wakker, rende op de tv af en klauwde achter het tv toestel om ze te pakken te krijgen. Hij bleef daarmee bezig tot het filmpje afgelopen was. Hij snapte maar niet waar die muisjes zaten, die hij toch echt gezien had.

 Zo sufte Gijs de winter door. Hij leefde wat op als m'n schoonouders met hun hond Vesta langs kwamen. Samen dolden zij wat rond. Vesta's flaporen waren grijs geworden, ook zij werd een dagje ouder. Toch straalde de blijdschap er van af als die twee weer bij elkaar waren. Je zag dat Gijs zich nog steeds verwonderde over dat gekke beest dat in enkele happen zijn kattenbrokjes opvrat en zijn drinkbakje leeg slobberde. Je zag Vesta met z'n kop scheef kijken naar Gijs die een hoog plekje op de bar in de keuken had opzocht, waar zij niet bij kon, al sprong zij nog zo hoog. Eenmaal uitgespeeld zochten ze de mand van Gijs op en kropen er samen in. Ik dekte ze dan maar toe met een dekentje, waar je dan hun beide snuiten onderuit zag steken.

 Gijs werd wat huiselijker, noodgedwongen doordat hij in die zomer voor de tweede keer werd aangereden door een auto. Dit keer kwam hij ervan af met kneuzingen, maar zijn sprongkracht was verminderd. Zijn gezondheid ging achteruit, hij had nierstenen en moest op kattendieet. Voor onze dochter was hij de ideale speelpop geworden. Zij stopte Gijs in haar poppenwagen en reed 'm rond. Hoewel Gijs 't gauw zat werd, liet hij zich toch instoppen in het poppenbedje en daar weer uithalen alsof 't een baby was. Soms leverde dat tafereeltjes op die aan Jaap en Gerdientje uit de schoolboekjes deden denken. 's Avonds als ik van m'n werk thuiskwam, stond m'n dochter in haar zomerjurkje met Gijs op me te wachten. Met haar handen onder de buik van Gijs had ze hem opgetild en hield hem zo tegen zich aan. Gijs hield zich als een lappenpop, z'n pootjes aan beide zijden slap afhangend. Zo zeulde ze met Gijs in haar armen rond. Gijs vond 't best. Een klassiek plaatje, in een landelijke omgeving.

 Dat najaar ging 't mis met Gijs. Hij kon niet zo goed meer lopen, sleepte zich nog wel naar buiten, maar ging niet ver meer van huis. Hij verloor plukken haar en ging er wat kalig uitzien. We brachten 'm naar de dierenarts, die constateerde dat zijn nieren niet meer naar behoren werkten. Het was een aflopende zaak. En dat bleek een week of wat later toen hij niet meer uit zijn mand kwam. Hij verzwakte zienderogen. We konden niet anders dan aan zijn lijden een einde maken. De dierenarts hielp 'm de kattenhemel in. Ik zie nog die laatste weemoedige blik, Gijs had z'n leven erop zitten!

 We namen het lijkje van Gijs mee naar huis. We begroeven 't samen met de kinderen achter in de tuin. Van een paar wilgentakken maakten we een kruis dat we boven op het graf plaatsten. We vertelden de kinderen dat Gijs aan 't hemelen was en nu heel gelukkig was, daar ver boven de wolken. M'n dochter zocht mooie witte kiezelsteentjes en legde die op het grafje. Ze begreep 't wel, Gijs was zo oud en zo moe dat 't niet meer ging. Dit was beter zo!

 Zo kwam er een einde aan Gijs, onze kater, de koning van de buurt had zijn eindbestemming bereikt. Dierbare, onuitwisbare herinneringen bleven achter!

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Mar 27, 2016 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

GijsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu