Deel 1

477 14 8
                                    

Jade zit in de woonkamer in een hoekje met haar grote broer voor haar, het is donker en de walkers zijn overal, Alex heeft een mes in zijn handen voor bescherming tegen de walkers. Hij heeft zijn zusje al jarenlang beschermd maar geen walker gedood. "Is het weer veilig?" Vraag ik, Alex houd zich stil, "shhhhtt, je moet stil zijn". En zo zitten we er dan, de hele nacht zijn we wakker, op onze hoedde voor de walkers. Altijd als we wakker worden in de ochtend loopt Alex naar het raam toe en kijkt dan door een kiertje voor walkers, "het zijn er dit keer 5 Jade, we kunnen er nog langs dus pak alle spullen. We vertrekken over 10 minuten". De rillingen gaan door mijn hoofd, ik voel me zwak, alles om me heen is dood en ik sta hier nog te vluchten. Maar we kunnen niet anders, het enige in deze wereld is vluchten voor je leven en zorgen dat je niet gepakt wordt. Ik loopt naar de wapenkamer en ik pak 2 zware tassen met messen en geweren. Het voedsel ligt in de andere kamer. Ik kom naar beneden met 4 tassen en ik loop naar Alex die naar buiten kijkt. "Okay jij pakt deze tassen en ik de andere, als ik zeg 'go' gaan we naar buiten rennen, en onthoud Jade. Blijf mij volgen" zegt Alex heel serieus. Ik knikte even en ik hoorde Alex 'go' roepen dus ik liep achter hem aan en rende voor mijn leven, 2 walkers draaide naar ons toe en ze begonnen achter ons aan te lopen, de andere 3 volgde ons daarna ook. We rende om de hoek naar het bos toe waar we een andere plek zouden vinden aan de andere kant. Er kwamen steeds meer walkers maar mijn broer wilde ze niet vermoorden, hij was dokter vroeger dus hij dacht dat hij ze kon redden. Het bos leek wel eeuwig te duren want mijn voeten deden pijn. "Komop Jade we hoeven nog maar een klein stukje" zegt Alex altijd om mij gerust te stellen terwijl ik weet dat het nog lang gaat duren. De walkers kwamen steeds dichterbij, 1 walker liep bijna naast mij dus ik rende nog harder. Na een uur rennen zagen we een klein huisje staan. We deden snel de deur open en we stonden binnen, "bijna raak" zegt Alex terwijl hij zwaar ademt. Ik dump de tassen en ik ging in den hoekje zitten. Ik snakte naar adem. "Jade, we moeten hier morgen weer weg, we staan extra vroeg op om te vertrekken want de walkers bonken nu al op de deur" zegt Alex. Ik keek hem aan met een boze blik "Nee Alex, ik wil dit niet meer. Ik wil me niet meer zwak voelen om elke keer te vluchten, we zijn verdomme volwassen en we vluchten als kinderen Alex. Dit heeft geen zin, sooner or later zijn wij toch dood, dus vechten is de optie hierzo" schreeuw ik boos. Ik pakte een geweer en ik liep naar de deur, de walkers ramde nog harder op de deur. Ik trok aan de hendel en de walker stonden voor mijn neus, ik schoot een paar walkers maar ze gingen niet dood. Een schok ging door mijn lichaam en ik verstijfde een beetje, mijn broer trok aan mijn arm en ze liepen naar de achterdeur naar buiten. We probeerde te rennen maar de walkers kwamen steeds dichterbij, ik begon er weer een paar te schieten om ze weg te jager maar het lukte niet, ik was doodsmoe van de dagen ervoor en alles deed pijn. Ik struikelde over een tak en ik viel, ik draaide me om en ik zag mijn broer doorrennen, een walker kwam erg dichtbij maar toen hoorde in een schot en ze walker viel naast me dood op de grond. Er stond een man voor mij, ik kon het slecht zien. Hij begon me op te tillen maar voor mijn ogen werd het zwart.

Mijn hoofd deed echt pijn maar ik lag best wel comfortabel. Ik probeerde mijn ogen te openen en ik keek om me heen, "Waar ben ik en waar is mijn broer!?" Zeg ik boos tegen de man die voor me staat. Hij keek mij alleen aan en liep de kamer uit waar iemand stond, hij praatte even tegen diegene en hij was weg. Ze deden de deur dicht en daar zat ik dan, helemaal alleen bij een man die ik nog geeneens ken. "HALLO, HELPP!" schreeuwde ik maar niemand kwam. Een uur later kwam er een vrouw binnen, "hallo Jade, ik ben Alice en ik moest je even controleren of je geen wonden hebt" zegt Alice. Ze pakt mijn arm en ze begint grondig te zoeken en alles schoon te maken, "dus Alice, waar ben ik nou precies? En waar is mijn broer?" Vraag ik nieuwsgierig. "Uhm dat mag ik helaas niet vertellen mevrouw Jade maar je broer is in de kamer hiernaast".

Nadat Alice mij heeft behandeld mag ik naar buiten, mijn broer staat daar op me te wachten "Alex! Gaat het? Heb je je pijn gedaan?" Vraag ik, "nee, jij?" Zegt hij terug, en ik schud mijn hoofd. We lopen samen naar buiten, we deden de deuren open en we geloofde onze ogen niet, er waren allemaal mensen en ze waren niet dood! Maar het enige was dat het er niet echt veilig uit zag. De ene man kwam weer aanlopen, hij ging voor ons staan en sprak, "Hallo Jade en Alex, welkom in Woodbury!" Zegt de man, "Woodbury?" Zeg ik verbaast, ik bedoel waarom Woodbury. "Ja dat is de naam je, je hebt goed geluisterd, ik zal jullie even rondleiden" hij liep met ons door zijn omgeving, de mensen keken ons raar aan, het leken wel criminelen. Ik voelde me een beetje bang, zelfs Alex zag er bang uit, "mogen we uw naam nog weten of?" Zegt Alex ietsjes verlegen. Ik kijk eerst Alex aan en daarna de man. "Wil je echt weten hoe ik heet?" Vraagt hij.
We knikken allebij, "Okay dan ik heet...."

RICK GRIMES//WALKING AFTER THE DEAD (NL) (Finished)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu