1. Een ongewenst geschenk

108 10 3
                                    

Opgedragen aan AnnemijndeRoeck, omdat zij de eerste was die dit boek een stem gunde :)

______

Peleus [A/N; de 'eu' spreek je in het Grieks uit als 'ui'] leunde met één elleboog op de tafel; zijn andere arm had hij om Thetis heen geslagen. "We moeten Apollo niet vergeten," zei hij. "Een bruiloft zonder muziek - dat is niets."

"Goeie," mompelde Thetis, en ze schreef zijn naam op het blad dat voor haar lag. "Dan moeten we Artemis ook uitnodigen. We kunnen niet alleen de helft van een tweeling laten komen."

Peleus zat juist midden in een luide geeuw, toen hij bij het horen van die naam zijn kaken weer op elkaar liet klappen. "Artemis! Vraag of ze een hert schiet, of iets anders te eten!"

Thetis gaf hem een stomp in zijn zij. "Mannen ook altijd met hun eten..."

Peleus grijnsde, maar dacht erachter aan: "vrouwen ook altijd met hun bruiloften..." Hij waagde het echter niet om dat hardop te zeggen. Thetis kon hard slaan, dat had hij wel gemerkt. Hij had al meer dan genoeg moeite gedaan om haar te krijgen en nu was er eindelijk rust in de tent. En een heleboel hartstocht, natuurlijk.

"Nog aardse vriendjes van jou?"

Peleus keek zijn toekomstige vrouw verontwaardigd aan. "Jij leeft net zo goed op aarde!"

"Maar jij bent een mens," kaatste Thetis terug.

Peleus stak ontredderd zijn handen in de lucht. "Hoe ga ik dit overleven?" zuchtte hij dramatisch.

"Uhuh." Thetis prikte met haar ganzenveer in Peleus borst. "Jij wou mij. Andersom niet."

Peleus pruilde. "Diep in je hart was je hartstikke verliefd. Je wilde het alleen niet toegeven, eigenwijze zeegodin." En hij kneep in haar neus. Lachend plantte Thetis een zoen op zijn mond. "Nog meer mensen op de bruiloft?"

Hij sloeg zijn armen om haar heen en drukte haar tegen zijn borst. "Zullen we die bruiloft anders overslaan?" vroeg hij, zijn stem hees.

"Zullen we dat anders niet doen," fluisterde Thetis.

"Oké, jij je zin." Peleus kuste haar lichtjes op haar voorhoofd.

"Mijn held," verzuchtte Thetis. "Maar na ons huwelijk ga je geen draken meer verslaan. Afgesproken?"

Zijn ogen werden groot. "Maar-"

"Anders moet je elke dag afwassen," dreigde Thetis.

"Ik ga nooit meer vechten met draken," sprak Peleus haastig. "Echt niet, hoor!" Met grote ogen keek hij haar aan.

"Mooi," knikte Thetis. "Bovendien, je bent toch veel te bang."

Peleus' mond viel open.

***

 Het was een warme zomerdag. De lichamen van de gasten, verhit door het opzwepende dansen, werden enkel verkoeld door een zacht briesje en zo nu en dan een ijskoud glas wijn of cider. Peleus besefte dat het uitermate handig was geweest om Dionysos uit te nodigen - nu waren ze constant voorzien van de heerlijkste dranken. Dionysos zelf was ook helemaal in de wolken, en hoewel hij - door ervaring - goed tegen alcohol kon, wiebelde hij nu toch een beetje op zijn voeten.

Hij nam uit elk glas dat hij inschonk eerst zelf een slok, want, zo zei hij: "Ik ben de drankgod, ik ben de voorproever. Ik moet natuurlijk wel weten of dit goede wijn is." Alsof hij ook maar ooit slechte wijn zou produceren...

Ondertussen genoot Dionysos van de aandacht die hij kreeg. Zijn lichaam zag er dan ook aanlokkelijk uit, zoals die behangen was met druivenranken en donkerrode trossen. Begerig keken de jonge godinnen naar het druivensap dat als bloed over zijn borst stroomde.

Van goddelijke kersen met een vleugje peperWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu