7. De metamorfose van een held

110 6 5
                                    

Ontzet keek Achilles zijn moeder aan. “Meent u dit nou? Wat bent u van plan?!”

Zijn moeder reageerde niet, maar staarde naar het hoopje kleren in Achilles’ handen. Haar mond ging open en dicht, alsof ze iets wilde zeggen, maar het niet lukte.

“Mam! In Zeus’ naam, wat heeft dit te betekenen?”

Thetis’ hoofd schoot omhoog. “O! Sorry. Ik...” ze gebaarde naar de verfrommelde jurk. “Dit is onze laatste mogelijkheid om jou niet te laten vechten tegen de Trojanen. Mijn zoon, je moet je verkleden als meis-”

“Als meisje?” Achilles’ stem sloeg over. “Vertel me alsjeblieft dat u dat niet wilde zeggen, moeder. Dit meent u niet. U wilt mij niet verkleden als meisje! Alstublieft, zeg dat het iets anders is.”

Thetis kreeg een vermoeide uitdrukking op haar gezicht. “Mijn jongen, alsjeblieft, wees nou voor één keer niet zo onstuimig. Laat je moeder uitpraten, heb je dat gehoord? Je bent een koningszoon; in geen geval zul je je opwinding mogen tonen.”

Achilles boog zijn hoofd. Wanneer had hij die woorden vaker gehoord? Oh, hij wist het wel… hij wilde het alleen niet toegeven. Hij wilde niet toegeven dat hij al veel vaker aangesproken was op dat karaktertrekje van hem. Maar hij kon er niets aan doen! Het gebeurde gewoon! “Sorry,” zei hij uiteindelijk.

“Dat lost niet altijd alles op, Achilles,” zei Thetis met een scherpe stem. “Als je in de toekomst voor koningen en caesars staat, dan zul je je niet kunnen verontschuldigen met een ‘sorry’. Maar laten we terug gaan naar ons gesprek… dat is heel wat belangrijker nu. Jongen, je hebt me goed gehoord. Ik wil je inderdaad laten verkleden als meisje.”

“Waarom?” zuchtte Achilles.

“Om je te redden.”

“En dan? Iedereen herkent me toch in een jurk? En hoe lang moet ik dan als meisje rondlopen? De rest van mijn leven? Dat is toch te stom voor woorden. Nee mam, er moet een andere oplossing zijn.”

“Achilles, stel dat ik je de mogelijkheid gaf om zelf een oplossing te verzinnen. Dat kan je niet zelf, daar heb je hulp bij nodig. Naar wie zou je dan heengaan?”

Achilles fronste bij het horen van deze vraag. Wat voor punt wilde zijn moeder maken met deze vraag? Dit gesprek werd steeds vreemder. Maar naar wie hij heen zou gaan om raad? “Cheiron, of Phoinix,” zei hij uiteindelijk.

“Precies. En weet je wat voor advies zij zullen geven?”

Achilles keek met vurige ogen op naar zijn moeder. “Dat weet ik niet! Maar ik weet zeker dat ze me nooit het advies zullen geven om me te verkleden als meisje! Dat is gewoon downright belachelijk!”

Een zware stem klonk vanachter één van de zuilen in de kamer. “Misschien niet.” Daarop volgde het geluid van naderende hoeven en Achilles keek met een ruk om. “Cheiron,” zei hij terneergeslagen.

“Juist. Achilles, je bent als een zoon voor me. Ik heb enkel het goede met je voor. En toen je moeder naar mij toe kwam met de vraag hoe we jou konden beschermen, kwamen we tot de conclusie dat dit het beste idee is. Zolang jij je verwijderd van de Pilion en het paleis van je ouders, zal niemand je herkennen.”

“Doe niet zo stom; natuurlijk hebben ze me door! Ik ben een gespierde jongen – hoe denk je dat ik eruit zie in een jurk? Verdorie, Cheiron! Heb jij weleens een meisje gezien met blonde stekels?”

Cheiron moest lachen. “Blonde stekels? Als iemand geen blonde stekels heeft, dan ben jij het wel. Man, je haar hangt in je nek.”

“Alsnog. Meisjes hebben haar tot op hun billen.”

Van goddelijke kersen met een vleugje peperWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu