hoofdstuk 2.

10 1 0
                                    

'Eten is klaar' hoor ik uit de keuken en ik sta langzaam op. Als ik de keuken in kom kijken ze me allemaal bezorgt aan. Ik schuif de stoel naar achter en ga zitten, ik krijg bijna niks naar binnen. Me maag draait zichzelf om van de zenuwen. Ik kan maar beter stoppen met eten voordat alles er weer uitkomt.. Me moeder ruimt de tafel af en ik ga op de bank zitten. Er word hardhandig op de deur geklopt en me moeder schiet naar de half kapote houten deur. Mailo komt naast me zitten en ik pak snel zijn hand stevig vast. 'Het komt goed' fluisterd hij heel zacht. Ik leg mijn hoofd op zijn schouder. 'Komt u binnen' hoor ik me moeder zeggen. Ik hou me adem in en een vrouw en een man met nette dure kleding komen binnen. 'Wie is de mooie macey eldon?' zegt de man met een zware stem. Ik kijk hem aan. 'Nou?' ik ga staan 'dat ben ik' mijn ogen staan richting de grond en ik wil zo snel mogelijk dat het voorbij is. Hij gaat naast me zitten, wow ik ben nu al bang voor hem. 'Geef je arm' ik kijk hem vragend aan. 'Waarom?' 'omdat je een chip krijgt zodat we altijd weten waar je bent.' ik kijk naar me arm en steek hem uit. Een over ander vaag ding klikt ie vast op me pols en dan schiet er iets naar binnen. Het doet pijn, heel veel pijn maar ik zeg niks. Hij haalt het ding van me pols en het is helemaal rood. Er word uitgelegd hoe ik morgen op het podium moet staan. 'Je moet daar staan met een brede lach alsof je heel blij bent' tuurlijk doe ik wel even. Waar moet ik blij mee zijn?, blij dat ik hier weg mag, weg bij me ouders, me broertjes en bij de vrienden die ik heb? Als ze dan eindelijk weg zijn heb ik weer rust. Ik ga aan de tafel zitten en kijk naar me arm. Door die leuke chip daar kan ik niet weglopen. Waar zou ik uberhaupt heen moeten? 'Mam?' 'ja lieverd?' ik kijk in haar ogen. 'Wanneer komt papa thuis?' haar ogen zijn neergeslagen en ze twijfelt aan iets. 'Mam?' 'hij komt over morgen pas thuis..' 'WAT? IK KAN NIET EENS AFSCHEID NEMEN VAN ME VADER?' ik schreeuw zo hard dat ze het buiten nog kunnen horen. 'Ik had het eerder moeten vertellen, maar..' ze begint te huilen en ik zak van de stoel op de grond en barst in tranen uit. Ze komt naast me op de grond zitten en geeft me een knuffel. 'Ik wil niet, ik wil het echt niet.' ssstt klinkt het in me oor. 'Het komt goed meisje, het komt goed' ik word iets rustiger en word door het huilen moe. 'Ik ga maar naar bed' ze geeft me een kus en ik ga naar boven. Ik poets me tanden kleed me om en glij in bed. Ik staar naar het plafond. Morgen op school moet ik gewoon doen of er niks aan de hand is. Hoe kan ik dat nou doen, het is allemaal 1 groot spel. Een acteer, lieg en moord spel. Dit is de laatste keer in me eigen bed, in me eigen kamer. Ik lig te rollen en ik kom naar niet in slaap. Me deur gaat langzaam open en daar staat mailo, 'kan je niet slapen?' vraag ik zacht. 'Nee, jij ook niet?' 'nee' hij gaat naast me liggen en pakt me hand. 'Ik wil niet dat je gaat' ik glimlach. Ik wil ook niet maar ik heb geen keus. 'Blijf bij me' 'ik ga niet weg.' hoe kan ik nou afscheid nemen van melano? Ik heb hem opgevoed. Met allemaal gedachten val ik langzaam in slaap.

Ik doe me ogen open en zie mailo liggen. Het is al licht buiten en de zon schijnt alweer. Vandaag is dan de echte dag voor mij. Ik moet hier weg, vandaag. Ik ben bang. Ik kijk op de klok, half 7. Meestal sta ik vroeger op maar ik had me slaap wel nodig. Ik stap me bed uit en kleed me aan. Ik vraag me af hoe de dag op school gaat lopen. Want ik weet niet hoe ik mijn angsten moet verbergen. Ik ren me huis uit en ren naar school. Shit, me tas vergeten. Ik ren terug naar me huis. Ik pak me tas en wil naar buiten rennen als ik me naam hoor. 'Ik ga met je mee' het is mailo. 'Je liet me schrikken.' hij lacht en we lopen samen naar school. Als ik daar aankom komt hana weer naar me toe. 'Heeey' ik kijk haar best arrogant aan. 'Hoi' zeg ik nogal ongeintresseert. Ik pak me spullen en ren de trap op naar boven. De bel gaat en de rest van me klas komt de trap op. Iedereen heeft het over dat 'hun het niet geworden zijn en ze zijn zo blij' lea komt naar me toe en vraagt hoe me brief was. 'Oh gewoon' zeg ik stug. Ik leun tegen de muur aan en kijk een beetje rond. De leraar komt naar boven en maakt de deur open. Hij gaat voor de klas staan en kijkt rond. Iedereen kijkt hem aan. 'Pak jullie spullen er maar bij!' zegt hij zoals gewoonlijk. Ik zucht en pak me spullen. Er zit niemand naast me en jady is er niet. Waar is jady? De stoel naast me word weggetrokken. 'Jady!' zeg ik opgelucht. 'Stilte!, jady waar zat je?' 'ik was op school en was een boek vergeten dus moest weer terug.' 'oke, iedereen aan het werk en ik wil niks horen.' ik pak me pen en bedenk dingen maar krijg niks op papier. Ik ben ook zo slecht in rekenen. Zouden ze af moeten schaffen, maar alsof ik daar hierna nog last van heb. 'Hoelaat moet je vanmiddag daar zijn?' ik kijk naar jady en dan naar de leraar. '5 uur' zeg ik zacht. 'Zo vroeg?' ik knik. 'Ze moeten van alles aan me doen ofzo' 'oh oke' ik heb na een half uur nog helemaal niks opgeschreven. Het gaat zo sloom, ik wil naar huis. Ik kan de laatste uren toch wel bij me familie besteden of is dat teveel gevraagt? Ik leg me pen neer en leun naar achter. 'Macey, ik heb niks aan kinderen die niks doen.' ik kijk meneer braun aan en loop naar hem toe. 'Alsof jij het zo zwaar heb!' zeg ik boos en ik loop de klas uit. Ik gooi de deur achter me dicht en de hele ramen trillen. Ik leun tegen de deur en laat me naar beneden glijden. Ik leg me hoofd op me knieën en begin te huilen. Ik kan nu toch zeggen wat ik wil want ik ga toch weg.

De uren daarna gaan heel sloom. Als ik onderweg naar huis ben blijf ik bij elk huis staan waar ik een leuke heringering aan heb. Ik besluit toch maar door te lopen want zo kom ik nooit thuis. Ik loop naar binnen en gooi me tas aan de kant. 3 uur. Nog 2 uur en dan moet ik dit huis verlaten voor 6 jaar of waarschijnlijk voor altijd! Ik leun achterover en doe me ogen dicht. Melano komt naast me zitten. Ik til hem op me schoot en geef hem een kus. 'Wat is er?' op de toon waarop hij dat vraagt. Die toon maakt zoveel los in mij. Die grote blauwe ogen, precies dezelfde ogen als mailo en mij. 'Ik ga straks voor 6 jaar weg.' zijn gezicht verandert heel snel. 'Waarheen?' ik krijg tranen in mijn ogen. Hoe moet ik dit gaan zeggen. 'Ik moet naar een plek waar ik moet overleven en als ik het niet overleef kom ik nooit meer terug.'  dit is echt heel lastig. Hij kijkt me nog steeds met grote ogen aan en ik geef hem een knuffel. Me kleine broertje...

Ik loop naar het weiland. Ik ga tegen de dikke boom zitten, nog even afscheid nemen van deze plek. Ik haal diep adem en pluk bloemen. Hier zijn zonder jady is raar, alsof ik iets mis maar dat ik ook zo. 'Macey'. mailo? Ik kijk naar hem en hij komt langzaam dichterbij. 'Het is kwart voor 5' ik sta op, dit was het dan de laatste keer dat ik hier kom. Ik kijk nog 1 keer om me heen en zucht. Dan loop ik samen met mailo richting het podium. De zon brand op me rug en het gras kriebelt aan me voeten. Dit fijne gevoel ik niet kwijt. Ik heb afscheid genomen van me huis en loop naar het podium, met de koffer waar spullen in zitten. Er komt een vrouw naar me toe met opgestoken haar en dikke make up. Ze heeft een geel jurkje aan, ik haat geel verschrikkelijk. Als me mij maar niks geels aan doen. 'Zo dan moet jij macey zijn?' ik ga rechtop staan en probeer er zelfverzekert uit te zien. 'Ja dat ben ik zeker' zeg ik met een lach. Me moeder geeft me een kus, 'succes' fluisterd ze in me oor. Ik knik en loop mee met de vrouw. 'Ik ben gabri, en ik ga jou begeleiden' ik zeg niks en loop alleen achter haar aan. Ze loopt een kamertje in waar 3 andere vrouwen staan. 'Zij gaan je mooi maken, opmaken en aankleden enzovoort' ik knik vaag en loop rond door de kamer. Ik ga in de stoel zitten en ze beginnen met mascara en al dat gedoe. Ik heb er nooit van gehouden als mensen aan me zitten en ik hou ook niet van make up. 'Zo je make up is klaar, kom maar mee dan gaan we je kleding in orde maken.' ik loop met haar mee naar een hokje. 'Trek deze maar aan.' ik trek een blauw jurkje aan en ga dan weer in de stoel zitten. Ze steken de helft van mijn haar op en doen er een blauw strikje in. Ik sta op en kijk in de spiegel. Ik heb een licht blauw jurkje aan met een witte kraag en een witte band in het midden net een strikje achterop. Witte hakken en een blauw strikje. 'Je bent prachtig.' ik hoor een jongens stem achter me en in de spiegel zie ik een jongen met donker haar en blauwe ogen. Ik draai me om. 'Dankje' ik glimlach een beetje. 'Ik ben thom, de jongen waarmee je de arena in moet.' 'ik ben macey' mijn stem klinkt droog. Ik staar in zijn blauwe ogen en ik weet dat ik hem herken maar waarvan? Dat is nogal logisch want ik woon bij hem in een dorp. 'We mogen elkaar toch nog niet zien?' ik besef dat de vrouwen weg zijn. 'Weet ik maar was te nieuwschierig.' ik begin te lachen , hij doet me aan jady denken. Hoe hij praat. 'Ik ga weer, zie je zo wel' 'tot zo' leuke jongen. Ik ga op een stoel zitten en strijk me jurkje glad als gabri binnen komt. 'We moeten zo het podium op' ik sta op en kijk nog een keer in de spiegel. Daar ga ik dan, iedereen gaat zo zien hoe ik bekent word gemaakt en word afgevoert. Ik sta voor twee grote deuren naast gabri en dan komt thom aanlopen met een grote man. 'Vergeet niet te blijven lachen op het podium, doe alsof je het heel leuk vind' zegt gabri en ik kan haat wel uitkotsen nu al.  De deuren gaan langzaam open en ik stap het podium op. Honderden mensen kijken me verbaasd aan en ik hoor allemaal stemmen. Ik zoek naar jady maar ik kan hem niet vinden. Ik vind de blik van hana die begint te huilen. Ik kijk naar thom die door zijn lach heen tranen in zijn ogen krijgt. Wat doe ik hier?

de vuurspelen.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu