Ik wist niet hoe ik dit op moest vatten.
Was ik Arm en Niemand Rijk waardoor ik Geld kreeg?
Snel liep ik achter Niemand aan en praatte zacht over Verdriet en Blijheid.
Ik fluisterde tegen Niemand dat Verdriet Blijheid verdierf.
Niemand fluisterde terug tegen mij dat Blijheid Verdriet geen Kans zal geven.
Plots stopte Niemand met lopen en rende weg van mij.