Hoofdstuk 3 - Alsof alles nieuw is

20 5 1
                                    

Met een blik vol liefde keek ik de tafel rond. Dit waren dan mijn vrienden.
Jenna, Graham, Feta (oke, ik geef toe, we kennen zijn echte naam niet. Daarom noemen we hem Feta. Misschien omdat hij bijna alleen maar Feta eet.) en Marco.

Jenna, met haar vlasblonde kortgeknipte haar, lichtpaarse ogen en stoere kleding. Altijd in de kleuren paars en wit, met haar bijpassende nike gympen.
Graham, met zijn knaloranje, halflange haar, blauwe ogen en grappige t-shirts. (Dit keer had hij een grijs shirt aan met een oranje smiley. Ik snapte de grap van deze niet, maar ik denk dat het iets te maken had met zijn haar.)
Feta, met zijn zwarte haar, bijna zwarte ogen en altijd zwarte kleding. Hoe warm of koud het ook was, die jongen had altijd zwart aan.
Marco, met zijn bruine haar, grijze ogen (je kon er vaak in wegdromen. Zijn blik is geweldig.) en sportieve kleding.

Iedereen was anders in dit groepje. We hadden maar 1 ding gemeen: We moesten en zouden kampioen zijn in alles.
De wedstrijd speerwerpen? Feta gooide zijn speer 98 meter.
De wedstrijd hardlopen? Graham liep iedereen voorbij.
Vechten in het colosseum? Iedereen versloeg zijn of haar tegenstander, maar niet zonder verwondingen. *
Basis overnemen? Nog niet gedaan, maar daar zouden we snel genoeg achter komen.

"Keto?" zei Marco met zijn zachte stem. Geschrokken knipperde ik een paar keer met mijn ogen. Zoals vaak was ik weer eens weggedoken in mijn gedachten.
Marco wees naar mijn bord. "Heb je geen honger?"
"Niet echt, wil jij het hebben?" antwoordde ik met een tegenvraag.
"Tuurlijk." zei Marco met een glimlach. Marco pakte mijn bord en begon te eten. Zijn blik was volledig gefikseerd op het bord, waardoor ik zonder opmerkingen naar hem kon kijken.
Marco was uit het kamp mijn beste vriend. Zijn ouders waren 3 jaar geleden gescheiden, toen hij 12 was. Zijn moeder kon de druk die zijn vader op haar legde niet meer aan, en ging weg zonder ook maar iets te laten weten. Sindsdien zorgt Marco voor zichzelf, en zijn 2 broertjes die hier ook ergens in het kamp rondlopen.
Vanuit mijn ooghoek keek ik haar Feta, die naast me zat. Hij keek weer eens wezenloos voor zich uit. Niemand wist waar die jongen aan dacht.
Marco knipte met zijn hand voor mijn gezicht. "Niet weer wegdromen, hé?" zegt hij bezorgd. Rustig kijk ik hem aan, en zie ik een glimp van bezorgheid in zijn ogen.
"Sorry, ik weet niet wat er is met me vandaag." zei ik snel.
Marco stond op. "Stukje lopen dan maar?" vroeg hij.

"Is goed," antwoordde ik rustig. Ik volgde Marco zijn voorbeeld en stond op. Marco liep naar me toe en sloeg beschermen zijn arm om mijn schouders heen. Een glimlach speelde om mijn lippen.
"Laten we dan maar gaan." zei hij, en zo liepen we richting het bos.

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

* = Zie proloog en hoofdstuk 1.

A big warWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu