PALMBOMEN (VERHAAL 7)

1.1K 26 5
                                    

Misschien vraag je je wel eens af wat er gebeurd zou zijn als je een bepaalde keuze niet had gemaakt? Als je toch links af was gegaan in plaats van rechts? Wie je dan tegen gekomen was? Met wie je gesproken zou hebben? Wie je gezien had? Of wat er was gebeurd als je die ene keuze juist wel gemaakt zou hebben? Als je toch besloot om een keer wel in je eentje uit eten te gaan omdat je beste vriendin geen tijd had, maar jij toch wel graag wilde. Wat er gebeurd was als je besloten had om toch met die ene jongen naar huis te gaan. Was het leven dan juist beter geweest? Misschien juist wel helemaal niet, en moet je blij zijn omdat je juist die keuze niet gemaakt had. Eva van Dongen zou nooit weten wat er gebeurd was als ze die ene keuze wel gemaakt had. Hoe haar leven zo enorm anders zou zijn gaan lopen. Tuurlijk, sommige dingen zullen nooit veranderen, welke keus je dan ook maakt. Ze zou zich nooit afvragen: 'Goh, wat zou er gebeurd zijn als ik dat juist wel had gedaan?'. Nee, dat zou ze nooit doen. De situaties die zichzelf voordeden waren allemaal van grote impact. Sommige op een andere manier. De een goed, de ander een stuk minder. Ze zou zich het nooit afvragen, maar toch zijn we hier om dat mee te maken.

'Vertrouw jij hem?' vroeg Eva aan Wolfs. Ze was druk bezig om de bedden die ze voor die avond gereserveerd hadden uit elkaar te halen. Met de situatie waarin ze zich om dat moment bevonden was het niet echt makkelijk geweest om een kamer te vinden. Ze waren blij dat ze in ieder geval een kamer hadden. Iets was altijd beter dan niets. 'Nee, maar hij heeft wel gelijk' had Wolfs geantwoord vanuit de opening van de badkamer waar hij stond te bekijken hoe Eva de kamer aan het verbouwen was. 'Waar kan hij heen?' had hij zijn zin afgemaakt. Eva kon met gemak 10 landen noemen met welk Nederland geen uitleveringsverdrag had. Toch was ze blij dat ze Virtus et Justitia eindelijk te pakken hadden. 'Virtus et Justitia bestaat' had ze met een extreem blij gezicht gezegd. Ondertussen was ze nog aan het bed, dat ze stilzwijgend als haar bed had gekozen, aan het sjorren. 'We pakken ze. We pakken ze allemaal' had ze gezegd, terwijl ze met een goedkeurende knik haar bed op de juiste plaats zette. 'Dat wordt nog wat' zei Wolfs, nog steeds in de opening van de badkamer. 'Wat bedoel je?' vroeg Eva, die ondertussen Wolfs aankeek. Wolfs liep behoedzaam vanuit de opening van de badkamer hun kamer in. 'Nou ja, het zijn natuurlijk kopstukken in de Nederlandse Politie- en Justitie wereld' zei Wolfs, die ondertussen naar Eva keek. Eva, die over het punt van schaamte was, trok haar zwarte jeans uit en stond in een hemdje en onderbroek voor Wolfs. Wolfs droeg zelf alleen nog een wit hemd en zijn nette beige broek. 'Tuig is het' verklaarde ze terwijl ze haar jeans op een stoel in de kamer gooide. 'Als ik er aan denk wat ze met die meisjes hebben gedaan' Eva gruwelde van de daden van Virtus et Justitia. 'Maar he, we hebben ze' zei Wolfs om haar op te vrolijken. 'Ja, we hebben ze' antwoordde Eva. Eva ging langzaam op bed zitten en trok de dekens over haar benen. Wolfs ging tegenover haar zitten op zijn bed. 'Alleen zijn verklaring en zijn handtekening, dan gaan we naar Kamphuis' zei hij met een vastberaden blik. Eva kende die blik maar al te goed. Gelukkig was zijn van dezelfde mening. 'We kunnen ook vragen of Kamphuis erbij komt zitten morgen' zei Eva. Wolfs schud afkeurend zijn hoofd. Eva kijkt hem vragend aan. 'Wat als Groenen haar naam noemt morgen?' Eva's ogen worden zo groot als schoteltjes. Daar had ze nog niet echt over na gedacht. Wolfs laat zich achterover zakken en pakt een kussen onder zijn hoofd vandaan en legt het op zijn schoot. Eva gaat ook op bed liggen. Op hetzelfde moment doen ze het licht uit. Het blijft even stil. Wolfs doorbreekt de stilte. 'Wat denk je? Zouden we onze baan terug krijgen?' vraagt hij.

Eva denkt er even over na. 'Misschien' antwoord ze. Wolfs zucht. 'Wat zou je doen als we onze baan niet terug krijgen?' vraagt hij haar. Ook hier denkt Eva weer even over na. 'Ik zou een restaurantje beginnen' verklaart ze. Wolfs kijkt verbaasd opzij naar het bed waar Eva ligt. In het kleine beetje licht wat naar binnen schijnt kan hij nog net haar gezicht zien. 'Een restaurant?' vraagt hij verbaasd. 'Jij lust helemaal niets.' Eva lust inderdaad niet heel veel. Ze hebben altijd enorme moeite om avond eten te vinden dat niet bestaat uit Bami van de Chinees om de hoek. 'Nee, maar ik hou toch heel erg van gezelligheid' zegt ze. Wolfs kan het bijna al voor zich zien. 'Weet je dan ook al waar je dat restaurant zou beginnen?' vraagt hij. Eva blijft even stil. 'Ja, op een wit strand' begin Eva het idee. Wolfs krijgt een steeds helderder beeld in zijn hoofd. Eva, zongebruind op het strand terwijl ze gasten van hun restaurant bediend, hij zou uiteraard mee gaan. Hoe ze samen dat restaurantje werkelijkheid hadden gemaakt ergens in een ver en warm land. Hoe ze het zouden inrichten na de stijl van de Ponti. Hij zou in de keuken staan. Niet iets te groot, gewoon een klein restaurant met een normale keuken. Zij zou de gasten bedienen. 'Palmbomen' voegt Eva toe. Wolfs ziet het nu voor zich hoe ze dan samen na een lange werkdag uit zouden rusten in een hangmat, gespannen tussen twee palmbomen. 'En dan alleen maar duurzame producten uit de zee op tafel' maakt Eva het idee af. Het duurt even tot het tot Wolfs doordringt dat ze 'producten uit de zee' zei. 'Zit je me nou in de zeik te nemen?' vraagt Wolfs, quasi-verontwaardigd. Eva lacht hardop vanuit haar bed, nu comfortabel onder de dekens. Wat Wolfs niet weet is dat ze daar echt over nagedacht had. Soms was ze er wel eens klaar mee, altijd op je hoede zijn. Altijd twee keer nadenken. Nooit zomaar iets spontaan doen. Soms dacht ze er wel eens aan hoe het zou zijn om samen met Wolfs er gewoon vandoor te gaan. Gewoon hun koffers te pakken en een ticket te boeken naar een ver, warm land.

Wolfs en Eva bleven beide een lange tijd stil. Eva, die het gezicht van Wolfs in het donker niet kon zien, dacht zelfs al dat Wolfs lag te slapen. Wolfs lag ondertussen stiekem naar Eva te kijken. Hij was nog steeds verliefd op haar. Al jaren was hij weg van haar, maar hij had het een klein beetje opgegeven na de zoveelste mislukte poging. De ring die hij voor haar gekocht had lag verstopt tussen zijn sokken in de Ponti. Alleen hij wist dat die ring daar lag. Eva was ondertussen aan het nadenken over hoe haar leven eruit zou zien als ze niet bij de politie zou werken. Ze hield van haar werk, met heel haar hart. Ze kon zich niet voorstellen hoe het zou zijn als ze niet bij de politie zou werken. Wat was ze gaan doen? Was ze docent geworden? Of misschien was ze wel voor jeugdzorg gaan werken? Ze wist het niet, en ze kon zich het eigenlijk ook niet voorstellen. Het idee wat ze net voor de grap had bedacht, het idee van een restaurant ergens in een ver land klonk aantrekkelijk. Ze zou het vernoemen naar de Ponti, ze zou Wolfs vragen om mee te gaan. Hij zou de keuken kunnen runnen, zij zou de gasten bedienen. Misschien zou ze wel de taal leren die ze in het land spraken. Misschien zouden zij en Wolfs dan wel een stelletje zijn. Dan zouden ze samen na een lange dag naar hun huisje gaan aan het strand. Misschien wel naast het restaurant. Ze zouden 's avonds op het balkon gaan zitten. Samen buiten. Voeten op de tafel, zij een flesje water en Wolfs een glas Whiskey. Ze zouden samen naar de zee kijken. Naar de mensen die zelfs op het late tijdstip nog buiten waren. De zon zou nog niet onder zijn en ze zouden samen vanaf het balkon kijken naar de zon die langzaam onder zou gaan. Samen, zij in Wolfs zijn armen. Ze zou misschien zelfs wel samen met Wolfs gewoon op het balkon zitten en lezen. Allebei een eigen boek, allebei in hun eigen wereld. Nog steeds samen. 'Wolfs' zei Eva zachtjes, bijna te zacht voor Wolfs om te horen. Ze wist niet of hij nog wakker was, maar ze had iemand nodig om mee te praten. 'Hmm?' vroeg Wolfs, die ondertussen bijna in slaap was gevallen. 'Zullen we het gewoon doen?' vroeg ze. Ze hoefde niet uit te leggen wat ze bedoelde. Wolfs had er zelf ook over nagedacht. 'Gewoon, wij twee, samen. Ergens ver weg?' ze zuchtte. Wolfs bleef stil, Eva dacht dat Wolfs dit keer echt te slapen tot hij zei: 'We lossen de zaak op en dan gaan we weg. Gewoon, wij twee, samen.' Zelfs in het donker kon Eva de lach op Wolfs' gezicht zien. ZE hadden beide niets waarvoor ze in Nederland zouden moeten blijven. Fleur was ondertussen al ruim twee jaar dood. Frank al veel langer. Maurice zou wel iets zijn waar Eva moeite mee had. Hij was in goede handen, maar ze zouden hem misschien een paar keer per jaar over laten komen. Al hun collega's waren natuurlijk ook welkom. 'Echt?' vroeg Eva, haar stem vol ongeloof. 'Ja, laten we het doen. Ik wordt toch te oud voor dit werk' zei Wolfs klagelijk. Eva kon het niet laten om te lachen. Wolfs was klaar wakker, dit was alles wat hij altijd gewild had.

--------------------------

DIT IS GEEN NIEUW VERHAALTJE - Dit deel stond eerder in mijn niet 18+ boek, dus als je het daar al hebt gelezen komt het je bekend voor. Bij het schrijven van deel twee van dit verhaal was het ineens wel een 18+ verhaal, dus ik heb het verplaatst naar dit boek. Mocht je een beetje confused zijn over wat dit deel nou echt is - dit is een 'wat als Eva en Wolfs niet waren gaan slapen nadat ze het over het restaurantje in een warm land hadden'. Gewoon een 'wat als Eva en Wolfs gewoon een keer niet waren gaan doen waar ze goed in zijn aka hun gevoelens negeren en een keer zouden doen wat de fans willen'. Je snapt 'm wel. Deel twee is onderweg!

Korte Verhaaltjes - FLIKKEN MAASTRICHTWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu