insensible

Hoofdstuk 5: Tessa

Hoofdstuk 5:Tessa

Ik rek mezelf uit en voel dat mijn hoofd ontzettend bonst. Ik doe mijn ogen open en zie een ander plafon dan dat ik verwacht had. Snel schiet ik overeind en zie tot mijn verbazing dat er een pracht van een vent naast mijn ligt. Ik droom vast nog schiet er door mijn hoofd heen. Ik laat me weer zakken en val weer in een diepe slaap, wat ondanks de erge hoofdpijn lastig is om te vatten. Ik voel een frisse wind door mijn haren gaan en schiet wakker. Ik draai mijn hoofd naar links en kijk in de diep donkerbruine ogen van een jongen. Mo! Schiet er door mijn hoofd heen. Ik ben gisteravond met Mo naar dit hotel gegaan, en vannacht.. het was zo ontzettend mooi! Alle beelden schieten weer door mijn hoofd heen. 'Goedemorgen schoonheid, goed geslapen?' 'Goedemorgen lieverd, ja heerlijk! En jij?' 'Ook heerlijk, zeker naast zo'n meid als jou!' Snel schiet Lisa door mijn hoofd heen, ik pak mijn mobieltje en zie dat het al half 10 is! School! 'Mo! Ik heb school!' 'Geen zorgen meisje, ik heb ze vanmorgen al gebeld, en gezegd dat ik je vader was, en dat je zelf nog sliep, met de mededeling dat je erg ziek was, ze vonden het prima dat je een daagje thuis bleef.' Ik krulde een glimlach om mijn mond heen en gaf hem een kus op zijn zachte lippen. 'Je bent geweldig!' We moeten er allebei van lachen, we worden onderbroken door een luid gebonk op de deur. 'Ontbijt tortelduifjes!' Weer schieten we in de lach, ik voelde me zo veilig bij hem. Mo opent in zijn roze boxer de deur en ik zie dat de oude vrouw die ons het ontbijt kwam brengen in de lach wou schieten. Heel charmant natuurlijk, een jongen in boxer voor je neus. Ach gaat er door mijn heen, ze is het vast gewend. Ze rijd het zilveren karretje met daarop warme broodjes, jus d'oranje en beleg onze kamer binnen. 'Goedemorgen dame en heer, hier een overheerlijk ontbijtje!' Ik zie dat ze mij met een angstige blik aankijkt, en ik vraag mezelf af wat ze daarmee bedoeld. Na het ontbijt, ga ik naar de badkamer, waar Mo en ik samen onder de massagedouche stappen, we wassen ons, ruimen de kamer op. En nemen afscheid van elkaar. We stappen het hotel uit en Mo neemt de linkerkant van de weg, en ik de rechterkant. Mo draait zich om en zwaait, daarna trekt hij een sprintje om zijn tram te halen. Het is inmiddels al 12 uur zie ik op de straatklok. Ik wil Lisa bellen, ik grijp in mijn rechter jaszak, geen mobiel, in mijn linker jaszak ook geen mobiel te bekennen. Ik trek mijn handtas open en opnieuw weer geen mobiel. Die heb ik vast nog in onze hotelkamer laten liggen! Ik loop terug naar het hotel, en vraag aan de balie of ik nog even in kamer 36 zou mogen kijken. Ik krijg de sleutel uitgereikt en neem de lift naar de tweede verdieping, waar ik de sleutel in het slot van de vierde deur aan de linkerkant steek. Ik storm de kamer in en draai alle kussens om, daarna loop ik de badkamer in. Ik schrik van een stem die vraagt: 'Ken je hem al lang?' Ik draai me om, en kijk in het vriendelijke gezicht van de mevrouw die hier vanmorgen het ontbijt had gebracht. 'Uhm, hallo, nee ik ken hem pas sinds gisterenavond.' 'Ach meisje, pas maar op, hij komt hier wel minstens 3 keer per week met een ander meisje, bovendien is mijn dochter ook in zijn handen geweest.' 'Hoe bedoeld u?' 'Hij is een loverboy, pooier en dealer, pas op jezelf meisje.' Ik zie de bezorgde blik in de ogen van de vrouw. 'Ow, dat wist ik niet..' Antwoord ik snel uit een gevoel van schrik, verdriet en een lichtelijke boosheid. In mijn linkerooghoek zie ik mijn mobieltje liggen, ik grijp hem weg en storm de kamer uit. Mijn hoofd bonkt, en ik weet me geen raad met Mo. Wie moet ik geloven? Wie is hij? En waarom ik? Ik neem de lift naar beneden, lever de sleutel in van kamer 36 en ik maak dat ik weg kom uit dit hotel. Buiten gekomen zie ik Mo met twee andere jongens staan. Ik zie dat hij mij ziet en hij seint dat ik moet komen. Ik schud mijn hoofd en wil weg lopen. Te laat. Ik voel twee handen op mijn beide schouders. Ik word de weg overgeduwd in de richting van Mo. 'Waarom was je daar nog Tessa?' 'Ik was mijn mobieltje vergeten.' Zeg ik met een boze blik in mijn ogen. Op dat moment gebeurde er van alles, de wereld om mij heen kon gestolen worden. Ik deed een stap richting Mo, reikte mijn hand uit naar zijn gezicht, en gaf hem een klap tegen zijn rechterwang. Ik zag zijn ogen veranderen. Ik werd van achter vastgepakt, en kreeg een schop in mijn rug. 'Tessa, wat doe je!' 'Laat me met rust Mo! Ik ben niet van jou! Je hebt tegen me gelogen! Ik haat je!' In een ruk vliegen er allerlei nare woorden uit mijn mond, ik scheld Mo de grond in. Het gevoel van boosheid, vernedering, eenzaamheid en verdrietigheid komt allemaal omhoog. Ik zie dat Mo zijn telefoon pakt, en iemand sms't. Voordat ik het weet stopt er een auto achter mij en word ik door iemand in de auto geduwd. Mo stapt in naast mij, en de auto scheurt met een hoge snelheid de straat uit. Enkele minuten is het stil, dan begint Mo met praten. 'Waar kwam dat vandaan Tessa? Wat weet je van mij? Wat wil je weten van mij? Wat is er met je?' 'Je hebt wel werk Mo!' Ik kijk naar rechts zodat ik in zijn felle ogen kijk. Ik zie ze neerslaan, en ze stonden vol met angst, haat en verdriet. 'Mo, dit ben jij niet, jij bent niet Mo, jij bent niet een werkloze man, jij bent een pooier en dealer, je versiert me zodat ik met klanten van je naar bed ga, je laat me voor jou werken, jij bent de baas.' Ik zie dat er een traan over zijn gezicht loopt, en ik hoor hem tegen de chauffeur zeggen. 'Kan je ons bij het appartement van Boy afzetten?' 'Natuurlijk.' Hoor ik een zware en lage stem zeggen. Appartement? schiet er door mijn hoofd heen, ik wil niet meer bij Mo zijn! Ik ben bang voor wat er komen gaat! Ik wil hier weg, nu onmiddellijk!