Brieven van harry potter

Sad victory

Severus schrijft Albus een brief.
Albus,

Zoals je gevraagd hebt, ben ik naar de plaats gegaan waar de Heer van het Duister op dit moment zou moeten vertroeven.
Echter bij aankomst waren daar een flink aantal dooddoeners die compleet gedesoriënteerd waren.
Totdat Lucius Malfidus binnen kwam met het nieuws dat we al reeds wisten, de Potters dood. Behalve hun zoontje Harry.
Dat was voor de andere dooddoeners goed nieuws.
Tot Lucius hen tot stilte maande en vertelde dat de Heer van het Duister verdwenen was nadat hij de jongen probeerde te doden.
Hierdoor raakte de dooddoeners even de kluts kwijt. Maar toen kwam Bellatrix met het idee, om ook anderen te blijven doden die niet van Zuiver bloed waren, of die voor hen, bloedverraders.
Na die uitspraak besloten ze woord bij daad te voegen, en al snel waren ze allemaal weg, behalve ik.
En zoals je gevraagd had, ben ik op onderzoek uit gegaan.
De documenten die ik heb gevonden zal ik morgen tegen negen uur 's avonds komen brengen.
Ik hoop dat ik dan nog op tijd ben.
De Heer van het Duister mag dan verdwenen zijn. Maar dood is hij niet.
Net zo min het gevaar is geweken.
De Dooddoeners zijn woedend, en zinnen op elke manier op wraak.
Ik weet niet wat de dooddoeners allemaal aan het doen zijn, maar veel geods zal het niet zijn.
Maar, nu de Heer van het Duister is verdwenen, kan ik meer openbaar mijn functie als leraar Toverdranken op me nemen, tevens zal ik ook als hoofd van Zwadderich optreden.
Ik zie je morgenavond.

groet,
Severus.

P.S. Ik kom in schaduwen. Lang niet iedereen vertrouwt een ex-dooddoener. Die het overleeft.