Hoofdstuk 9

705 39 19
                                    

Bij de eerste aanblik van het crematorium, was Lucy het liefst meteen weggelopen. Met zijn grote asgrauwe muren leek het gebouw meer op een gevangenis, waar je binnenging en nooit meer buitenstapte. De enige reden waarom ze hier nog was, liep naast haar. Hij gaf haar voorzichtig een kneepje in haar hand om te tonen dat hij er nog was. In dit alles was hij haar rots in de branding geworden.

Wanneer ze door het grote glasraam de vader van Mary zag staan, begon haar hart sneller te slaan en werden haar handen helemaal klam . Heel even bleef ze stilstaan.  Wanneer William haar vragend aankeek, zuchtte ze even, maar knikte als teken dat ze er klaar voor was. 

Lucy keek de kamer rond. De lege kale witte muren boorden haar humeur nog dieper de grond in. Het lichaam van Mary lag op een koude ijzeren tafel. Ze hadden haar een zwart kleedje aangetrokken, dat Lucy onmiddelijk herkende. Mary had dit kleedje gedragen naar de begrafenis van haar moeder. Het was altijd in haar kast blijven hangen en nu zou ze het dragen op haar eigen begrafenis.

Wanneer ze Mary's gezicht zag, slikte ze even.  Ze leek in de verste verte niet meer op de Mary die ze zo goed gekend had. Haar bruine haren die eens zo glansden waren dof en droog, haar blauwe ogen keken haar levenloos aan en haar huid was sneeuwwit en ijskoud. Zonder dat ze het zelf doorhad was Lucy beginnen huilen. De tranen stroomden van haar wangen en vielen zacht op Mary neer. Wanneer ze ze wilde wegvegen, bemerkte ze twee kleine gaatjes ter hoogte van Mary's nek. Ze waren te groot om mespunten te zijn en te klein om kogelgaten te zijn. 

Ze keek even naar William, maar die leek zelf in gedachten verzonken te zijn. Met een blik die ze niet helemaal kon peilen, bekeek hij Mary. Ze nam zijn hand en gaf hem voorzichtig een kneepje in zijn hand, maar ze kreeg geen reactie. Ze kuste hem zachtjes op zijn wang en hij leek wakker te schrikken uit zijn overpeinzingen. Lucy keek hem vragend aan, hij schudde geruststellend zijn hoofd en drukte een kus op haar voorhoofd. Heel voorzichtig, zodat niemand het zou merken, toonde ze haar ontdekking. Zijn blik versteende.  

'Wat betekent dit, denk je?,' vroeg hij haar, terwijl hij haar bezorgd in de ogen keek.

'Ik heb er echt geen idee van,' zei ze 'maar het moet toch iets betekenen?,' zuchtte ze.

Na het afscheid van Mary wilde Lucy regelrecht naar het steegje gaan, waar ze Mary gevonden hadden, maar William hield haar tegen. 

'Het is laat, we moeten morgen naar school,' zei hij. Een golf van teleurstelling overspoelde haar.

'Maar we hebben nog niets onderzocht?,' zei ze op een kinderachtig toontje. Lachend draaide William met zijn ogen.

'Ik ben er al geweest, er is niets te zien!,' zei hij.

'Dat kan niet, als ze doodgebloed is, moet er toch een bloedspoor zijn?,' Lucy had het eerste gezegd wat in haar opkwam, maar ze was eigenlijk best wel nieuwgierig naar het antwoord.

'Daar valt niets over te vertellen,' antwoordde William. Hij zei het luchtig, maar ze zag aan zijn gezicht dat  hij iets voor haar verzweeg. Achterdochtig bleef ze hem aanstaren tot hij uiteindelijk toegaf.

'Er is geen bloed!,' vertelde hij, overduidelijk met tegenzin. 'Er is geen enkel bloeddruppeltje aanwezig'

Lucy's mond viel open van verbazing. 'Hoe is dat mogelijk en waarom verzweeg je dat voor mij?,' vroeg ze een beetje geërgerd.

Hij haalde zijn schouders op. 'Ik vond het niet zo belangerijk,' zei hij ongemakkelijk. 'Luister, ik moet gaan, ik zie je later', 

William draaide zich om en liep weg. Lucy wilde hem vlug nog een afscheidkusje geven, maar hij draaide zijn hoofd weg. Ze fronste haar wenkbrauwen. Waarom deed hij plots zo afstandelijk? Ze zwaaide nog even naar Mary's vader en ging dan ook naar huis. De vragen van haar moeder en vader ontwijkend, vluchtte ze naar haar kamer. 

Er is geen bloed, er is geen enkel bloeddruppeltje aanwezig. Dat kon toch niet en waarom deed William daar zo geheimzinnig over? Lucy probeerde allerlei mogelijke verklaringen uit te werken, maar er was geen één die ook maar een beetje klopte. De een was nog bizarrer dan de volgende. Ze trok haar laptop op haar schoot en typte een paar kernwoorden in. Ze bekeek de resultaten maar werd er ook niet veel wijzer van. Ze vertelden allemaal hetzelfde: twee gaatjes in de hals, verdwenen bloed en een onbekende dader. Zuchtend keek ze nog even verder. Plots zette ze grote ogen op en hield ze haar adem in. Ze zocht haar telefoon en typte automatisch Williams nummer in.

'Hey, Lucy, dit is niet zo een goed moment, ik ben... bezig,' begon William. Hij klonk zenuwachtig. 

'William, geloof jij in vampiers?'

Liefde gaat verder dan bloed (on  hold)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu