Hoofdstuk 2

226 10 7
                                    

Huilend liep ik naar Fenna toe. Ze gaf me een troostende knuffel. Toen ik weer een beetje gekalmeerd was vertelde ik haar het hele verhaal. Terwijl ik vertelde draaide mijn zus haar vinger om haar mooie lange oranje haar, dat doet ze altijd als ze aan het luisteren is. Yari gaat ook met zijn hand door zijn bruine krullen. Het is bijna grappig hoe goed ze bij elkaar passen. “We moeten hier iets aan doen Zwaan, dit kan niet langer zo door gaan.” Zegt Fenna. “Ik vind dat we het papa en mama moeten vertellen.”

“Nee! Papa en mama mogen hier niets van weten,” schreeuw ik, “als ze naar mijn mentrix gaan word het alleen maar erger! Zweer dat jullie niets zullen zeggen tegen papa en mama.” “Oké oké, we zeggen niets,” zegt Yari die zijn handen in de lucht houd als een gebaar dat hij zich overgeeft, “maar wat moeten we dan doen? Wil je niet dat dit afgelopen is en dat je gewoon naar school kunt gaan?” “Natuurlijk wel! Maar wat kunnen we doen?” Vraag ik. “Helemaal niets! In ieder geval niets zonder dat iemand achter dit alles komt. Ik kan alleen maar hopen dat ze er op een dag mee stopen. Ze moeten het toch een keer saai gaan vinden.” “Laten we hopen dat die dag snel komt.” Zucht Fenna.

Ik loop naar boven, naar mijn kamer. Als ik langs een spiegel loop blijf ik even stil staan. In de spiegel staat een meisje. Ze lijkt op mij, maar toch ook weer niet. Het meisje heeft grote wallen onder haar ogen en ze kijkt helemaal niet blij, verdrietig zelfs. Ze heeft overal schaafwonden en sneeën. Als ik dichter bij de spiegel ga staan doet ze me na. Het meisje ziet er verschrikkelijk uit. ÍK zie er verschrikkelijk uit.

Na een tijdje naar mezelf te hebben gestaard in de spiegel besluit ik toch maar mijn huiswerk te gaan maken. Ik heb er helemaal geen zin in maar morgen is het, jammer genoeg, gewoon een schooldag. Als ik mijn huiswerk eindelijk af heb zie ik op mijn wekker radio dat het 16:48 is. Ik ging ongeveer kwart over 1 naar boven om huiswerk te maken, dus ik heb ongeveer iets meer dan 3 uur gedaan over mijn huiswerk. Pffffff… Dat is veel te lang.

Mijn rib doet nog steeds heel veel pijn. Ik ga denk ik vragen of Yari me met zijn auto naar de dokter wil brengen.

Als ik beneden kom zie ik dat mijn zus en haar vriendje ook samen huiswerk aan het maken zijn. Ze zijn allebei 18 jaar, maar 2 jaartjes ouder dan mij dus,  en ze zitten in het laatste jaar van het VWO. Als ik binnen kom kijken ze op.

“Hey, hoe gaat het nu met je?” Vraag Fenna. “Ik heb veel pijn aan 1 van mijn ribben. Yari, zou je me misschien naar de dokter willen brengen?” Vraag ik terwijl ik een pruillip opzet. “Ja natuurlijk! Maar haal die pruillip van je gezicht, je weet dat ik daar niet tegen kan!” Lacht hij en ik lach mee. “We gaan gelijk na het eten, trouwens papa en mama zijn uit eten met hun werk dus wij eten alleen. We gaan frietjes eten!” zegt Fenna blij. “Lekker ik hou van friet!”

Even later zitten Fenna, Yari en ik in Yari’s auto op weg naar de dokterspost. Gelukkig konden we gelijk geholpen worden.

“Zwaan van der wal.” Zegt een assistente. Ik sta op en loop de kamer binnen die de vrouw aanwijst. Ze is nog niet zo oud, ik schat dat ze ongeveer rond de 25 jaar is. Ze heeft mooi lang bruin haar wat ze in een paardenstaart heeft gedaan en een zwarte bril. In de kamer is alles wit. Er staat een soort van bed, nou ja je kan het niet echt een bed noemen het is meer een tafel die iets comfortabeler ligt, waar ik op ga liggen. “Hallo Zwaan, ik ben dokter van Dijk.” Zegt de vrouw. “Waarmee kan ik je helpen?” “ik heb nog al last van deze rib,” vertel ik terwijl ik de rib aanwijs, “ik denk dat hij gekneusd is.” “Laat mij eens even kijken, ja hij is inderdaad gekneusd maar het is helemaal niet ernstig. Hoe is het gebeurd?” “Uhm…” O nee, ik kan de waarheid niet zeggen tegen dokter van Dijk. Ze lijkt me heel aardig maar niemand mag het weten. Ik moet snel iets verzinnen… “ik, euh, ik ben van de trap af gevallen.” Lieg ik.  “O dat is niet zo fijn, gelukkig dat het mee valt. Ik raad aan om de komende 2 weken rustig aan te doen, niet te fanatiek te gaan sporten en zo, en ik zal wat pijnstillers voorschrijven.” “Dank u wel, mevrouw.” “Graag gedaan.” Ik loop terug naar de wachtruimte waar Yari en Fenna op me zitten te wachten.

“Hoe is het gegaan?” vraagt Fenna. Ik vertel haar alles wat dokter van Dijk heeft gezegd en daarna gaan we naar huis.

Als we eindelijk thuis zijn loop ik gelijk door naar boven. Ik ben echt vreselijk moe. Voor ik de kamerdeur achter me dicht trek roep ik nog even snel welterusten naar Fenna en Yari. Ik trek mijn pyjama aan en poets snel mijn tanden. Mijn tas inpakken doe ik morgen wel. Ik ga in bed liggen en val bijna meteen in slaap.

-------------------------------------------------

heeii lezerss!!

het tweede hoofdstuk is eindelijk af!en het heeft niet eens zo lang geduurd.
ik hoop dat jullie dit een leuk hoofdstuk vonden en als jullie tip hebben over hoe ik mijn verhaal beter kan maken hoor ik die graag!!!

-XXX- Lynn

Why me?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu