de nieuwe leraar

208 2 0
                                    

De volgende dag op school ben ik zo aan het uitkijken naar Ralf, dat ik Sabrina totaal vergeten ben. Tijdens de eerste pauze komt ze vrolijk op me af rennen. Ik sla mezelf tegen me voorhoofd. Ik had moeten bellen! ‘Hey! Leona! Ik ben er weer!’ Ze geeft me een knuffel. ‘Hallo! Ik heb je gemist.’ Ze kijkt me aan. ‘En? Hoe was je dag zonder mij, met je vriendje?’ Ik schiet in paniek. ‘Wat vriendje? Waar heb je het over? Hoe weet je…?’ Ze begint te lachen. ‘Grapje! Waarom raak je in paniek?’ Ik kalmeer. ‘Sorry. Ik…voel me nogal stom als ik bij hem ben. Nogal zwak.’ Duh, denk ik zelf. ‘Hoezo? Ben je zo erg verliefd? Heb je tegen hem gepraat gisteren?’ Ik lach ironisch. Je zou eens moeten weten! ‘Nou ja, we hebben wel gepraat. En afgesproken,’ zeg ik zachtjes. Haar ogen worden groot. ‘Niet! Ga weg! Meen je dat? Dus het is echt je vriendje?’ Ik lach verlegen. ‘Weet ik niet, eigenlijk.’ Ze kijkt bedenkelijk. ‘Heeft hij je gekust?’ Ik word helemaal rood. ‘Ja,’ fluister ik bijna onverstaanbaar. Sabrina barst uit in een hoog gejuich. ‘Ahhh! Dat meen je niet! Zie je wel! Waar ben je dan bang voor?’ Om opgegeten te worden misschien? ‘Weet ik niet. Hij laat nog niet echt zien dat hij me leuk vindt.’ Ze legt een hand op mijn schouder. ‘Dat komt wel. Jongens vinden dat gewoon lastig. Goed, vertel me alles!’ Ik vertel haar een deel van het verhaal. Alle supra normale dingen laat ik erbuiten. We gaan naar de volgende les, waar ik weer met Ralf heb. Ze loopt met me mee naar mijn lokaal. Als we naar binnen kijken, zit hij er nog niet. ‘Nou! Ik wil hem zien!’ zegt Sabrina. ‘Wat zien?’ vraagt iemand achter ons. We draaien ons tegelijk om. Daar staat Ralf. Hij kijkt vrolijk. Zijn ogen gloeien niet meer. Ze zijn alsnog een heldere kleur groen. Ik zoek de woorden. ‘We zoeken…een leraar. Maar die is hier niet. Trouwens, Ralf, dit is Sabrina. Sabrina, Ralf.’ Sabrina lijkt versteend. Haar ogen puilen uit, haar mond hangt een beetje open. Ralf steekt beleefd zijn hand uit. ‘Hallo Sabrina. Fijn je te ontmoeten.’ Ze knikt langzaam en schud zijn hand. ‘Ja…’ zegt ze. Ik moet lachen, Ralf ook. Ze blijft daar zo staan, starend naar zijn ogen. ‘Sabrina, misschien moet je naar je les, voordat je te laat bent.’ Ze schud haar hoofd en kijkt mij aan, om niet weer afgeleid te worden. ‘Ja, ik zie je. Doei!’ Ze rent er bijna vandoor. Ralf begint te lachen. ‘Kijk, dat effect dus. Haha.’ Ik lach mee. Dan geeft hij me een knuffel. Zijn geur is, zoals hij vertelde, geweldig. ‘O ja, had ik trouwens al vermeld dat ook mijn gehoor veel sterker ontwikkeld is? Ik kan jullie bijvoorbeeld vanuit de kantine op de gang over mij horen praten. Of hier, als jullie naar mij zoeken.’ Ik loop rood aan. ‘Oeps, niet aan gedacht.’ Hij lacht. ‘Geen probleem, ik vind het hartstikke schattig!’ Hij legt zijn arm om mijn middel en loopt met me de klas in. De mensen die er al zitten staren me aan. Ik hoor twee meisjes fluisteren. ‘Hoe komt zij nou aan die knappe jongen?’ Ik lach in mezelf. Ja, weet ik zelf eigenlijk ook niet.

Het laatste uur van die dag zit ik niet bij Ralf, helaas. Maar we zouden een nieuwe leraar krijgen. Sabrina en ik zitten achterin de klas. Sabrina vraagt me telkens naar de details van gisteren, maar ik zeg dat ze het niet wilt weten. Wilt ze ook niet. Zij krijgt hoe dan ook een hartaanval als ik vertel wat hij is. Bijna iedereen is inmiddels in de klas. Een teamleider had vertelt dat hij iets later zou zijn. Dan zwaait de deur open. Het is meteen helemaal stil. De man is: onbeschrijfelijk. Hij is lang, behoorlijk gespierd, heeft halflang donkerblond haar en draagt een lange zwarte jas. Over zijn ongeschoren wang loopt een oud litteken. Maar ondanks dat ziet hij er ongelofelijk mooi uit. Bijna onweerstaanbaar. Maar hetgene dat me het meeste opvalt, zijn zijn bijna rode ogen. Ze lijken licht te geven. Ik slik. Een dag binnen deze wereld en nu kom ik erachter dat vampiers letterlijk overal zijn? Geen twijfel mogelijk dat hij er een is. Ik weet niet of het me bang maakt, of dat ik moet lachen. Ralf heeft me wel duidelijk vertelt hoe gevaarlijk ze zijn. Dat Ralf me wil laten leven, zegt niet dat hij dat ook wil. Hij zet zijn tas op de grond en doet zijn jas uit. Daaronder heeft hij een wit overhemd met een zwarte Gillet. Hij kijkt de klas rond. ‘Hallo. Sorry dat ik laat ben, wat problemen met het verkeer. Ik ben jullie nieuwe leraar Aardrijkskunde, Paul Dericks. Jullie zullen voor de rest van het jaar mij hebben als jullie leraar.’ Ik slik weer. Jippie, het hele jaar twee vampiers om me heen! Oké, de ene vind ik fijn. Hij pakt een boek uit zijn tas en begint de les. Iedereen is geboeid door zijn verhaal, iets wat niet veel leraren lukt. Iedereen luistert aandachtig, of is naar hem aan het staren, dat kan ook. Sabrina lijkt geen uitzondering. Omdat ik weet wat hij is, lijk ik minder onder invloed te zijn door die schoonheid. Maar, je kan hem niet lelijk noemen. Ik bedenk me hoe het zou zijn hem ’s nachts tegen te komen in een steegje. Zou ik bang zijn? Ik voel me niet bang. Maar goed, als hij met gloeiende ogen en een straaltje bloed langs zijn lippen op me af komt, zal dat vast anders zijn. ‘Leona, geef jij het antwoord eens,’ zegt hij opeens door mijn gedachte. Ik schud mijn hoofd en word rood. ‘Oh, sorry. Wat is de vraag?’ Hij lacht. Mijn hart maakt een sprongetje. Monster of niet, die lach kan me flauw laten vallen. ‘Ik vroeg je waar de meeste migranten in Amerika vandaan komen.’ Ik sluit mijn ogen, en denk hard na. ‘Ik denk dat de grootste stroom van migranten uit Mexico komt, omdat er meer werkgelegenheid is in de Verenigde Staten. Zo iets?’ Hij kijkt me diep aan. De rest van de klas staart me ook aan. Heb ik iets fout gezegd?  Hij begint te lachen. ‘Haha, ik dacht dat ik je had betrapt op niet opletten, en dan kom je met een hartstikke goed antwoord! Goed, maar blijf alsjeblieft opletten.’ Ik knik. ‘Sorry.’

Ralf Mackenbach: eerste klas moordenaarWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu