Portier
De geluiden van mijn passen weerkaatsten door het gigantische, letterlijk eindeloze vertrek. Ik liep door de Oude Bibliotheek, de plek waar alle informatie op de wereld verzameld stond. Het plafond was op 10 meter hoogte afstand van mijn hoofd en leek op een plafond van een kathedraal. Het had ook fresco's, maar deze waren niet van religieuze taferelen maar van geschiedkundige taferelen. Oorlogen, overeenkomsten, uitvindingen. De bibliotheek bestond uit een groot gangpad van 20 meter breedte. Met om de boekenkast een aftakking van zo'n 5 meter breedte. Het leek op een gigantische liggende boom dacht ik opeens, ietwat geamuseerd door mijn vergelijking. De boekenkasten kwamen tot op 7 meter hoogte en waren gevuld met boeken, dossiers, tablets, mappen, dozen. Hier stond alles wat geweest was tot alles wat nog komen moest . Ik wist niet hoe ver de Bibliotheek doorging, een eeuwigheid waarschijnlijk. Maar ik had de behoefte niet om te kijken waar het stopte, tot het einde der tijden waarschijnlijk. Mijn zwarte, glimmende schoenen maakten kleine piepgeluidjes op de gladde marmeren vloer terwijl ik stapte. Ik keek naar de bordjes op elke boekenrij. "2005 - J-O-S-E-P-H" prevelde mijn mond toen ik het rek zag. Alles was geordend op datum en op letters. Hoe verder de tijd verstreek hoe verder we moesten lopen. Ik klakte geïrriteerd met mijn tong. De administratie wist natuurlijk niet dat dit een probleem was. Zij hadden gemakkelijk praten, ze hielden alles bij op hun computers maar de werkers moesten elke dag een hele tijd verspillen met wandelen naar het juiste schap. Ik zocht naar de juiste dossiers. Ik had deze procedure al miljoenen keren gedaan en moest geeuwen. Het saaiste deel van job, nee wat zeg ik. De hele job zelf is saai. Voor altijd in de eeuwigheid mensenzielen de weg wijzen. Soms kwam er iemand als Joseph langs die me een retour naar de bibliotheek bezorgde maar voor de rest was de woestenij en de deur mijn vaste werkplek. Ik keek op van de lijst. Om een diepe ademteug te pakken, deze weerkaatste via de muren, de gewelven en het plafond. Ik haatte het hier, en met hier bedoelde ik niet het vertrek, maar waar ik in zat en bij wie ik hoorde. De Eeuwigen.
Ik had de map in kwestie gevonden, het was een dik leren gedrocht.
"Zo, zo.", mompelde ik, "Onze Joseph heeft een rijk verleden." Ik bladerde door de oude bladzijdes. En hoe meer ik las hoe hoger mijn rosse wenkbrauwen op mijn voorhoofd stegen.
"Interessant." Ik voelde me verbaasd, het had me een onschuldige jongen geleken maar dit... Het was schokkend. Er verzamelden zich gedachten in mijn achterhoofd, ik zag het lot van Joseph en had wat er ging gebeuren gelezen. Het zag er niet rooskleurig uit voor hem. Een eeuwigheid in de Wasserijen is geen leuke eindbestemming. Ik dacht even na, deze plek was ook geen leuk bestaan. Na de opstand van vele jaren geleden toen er een nieuwe beslissingsleider de positie innam na een bloederige machtsovername. Galazard, één van de oude Eeuwigen, een Ouderling zoals we ze noemen. Hij was vele decennia oud en had de heerschappij van de vorige Beslissingsleider, Leipard, overgenomen. De opstand was plots gekomen, 's nachts met veel vuur en kreten. Ik was toen zeer jong geweest en had me met de andere kleine Onderlingen moeten verstoppen in de kelders. Toen we naar buiten kwamen uit de diepe gewelven van het kasteel zagen we vele lichamen en andere taferelen die niet bestemd waren voor onze ogen. Galazard had in wezen niet veel verandert aan het systeem van de Eeuwigen, we moesten nog steeds de zielen begeleiden naar hun eigen hiernamaals. Maar binnenin het systeem waren er grote hervormingen, wie niet van adellijk bloed was mocht geen belangrijke, rechtsprekende positie bekleden. De meeste functionarissen werden het veld opgestuurd en ze werden direct vervangen door Eeuwigen van koninklijk bloed. Ik had daarom al vanaf die leeftijd geen kans meer gehad op een eerlijke behandeling, ik zag tijdens de Testen dat sommige Onderlingen ronduit beter behandelt werden dan de anderen onder ons. Ook al had ik een redelijke score gehaald op de eindtest. Het mocht niet baten, administratief werk werd me afgewezen en ik werd het veld in gestuurd. Ik klemde mijn kaken op elkaar, mijn wangen werden rood van de woede.
"Godver..", ik sloeg met al mijn kracht tegen de boekenplank. Er vielen een paar boeken om. "Ik heb er genoeg van", prevelde ik. Ik hield het hier niet langer vol, ik moest weg.
Mijn blik viel op een foto van Joseph. "En jij gaat me daarbij helpen", ik pakte de map en liep terug richting de gigantische poort.

JE LEEST
Botten en stof
FantasyEen jongen zwalkte door de verblindende, witte woestenij van zand en stof. Beroofd van zijn herinneringen kon hij zich niet herinneren hoe hij op die plek gekomen was. Voet voor voet stap voor stap. Tot hij in de verte een rode stip zag verschijnen.