4.

37 4 4
                                    

Snel liep ik de Zweinsteins-Express door, tot ik aankwam bij een coupé met twee jongens. Brutaal ging ik zitten, en stelde me voor. Daarop zei een van de twee jongens: "Ik ben Rabastan van Detta, en dat is mijn tweelingbroer, Rodolphus". Dat beviel me om te horen, de van Detta's waren net als de Zwartsen puurbloed, en hadden ook een hekel aan modderbloedjes. Ik zou het vast goed met deze twee jongens kunnen vinden.  

We raakten in een gesprek, en Rodolphus vertelde dat zijn oudere broer bij Jeweetwel op school had gezeten. Opeens vloog de deur open, en stapte er een zenuwachtig joch naar binnen. "Kan ik h-hier kom zitten?", vroeg hij snel. Ik wierp een blik op zijn dreuzelkleding, zijn idiote uitdrukking en zijn zenuwachtige gedrag. "Nee, smerig modderbloedje, hier is geen plek voor vuil", antwoorde ik walgend. Het joch keek gekwetst, en rende toen de coupé uit. Rabastan en Rodulphus moesten lachen, en ik grijnsde.

De rest van de treinreis was gezellig, en nadat we heel veel snoep hadden gekocht, besloot ik naar het toilet te gaan om mijn gewaad aan te doen.

Ik had net mijn gewaad aangedaan, en was op weg naar mijn coupe, toen ik iemand zag waarvan ik hoopte dat ik hem nooit meer zou zien. Het was Niall. Hij stond in de gang, met zijn gebruikelijke grijns, gekleedt in zijn afgrijselijke Griffoendorgewaad, met een klassenoudste badge op zijn borst. Ooit was Niall een Malfidus geweest. Ik had tegen hem opgekeken, hij was de perfecte Zwadderaar geweest. En toch had die sorteerhoed besloten om hem in Griffoendor in te delen. Vanaf toen was alles bergafwaarts gegaan. Langzaam maar zeker begon Niall te veranderen. Hij begon modderbloedjes te verdedigen, begon een relatie met een bloedverrader, en liep een jaar geleden zelfs weg bij zijn ouders, waarna hij werd onterft. Dat was de laatste keer dat ik Niall zag, tot nu.

Boos liep ik verder, hem negerend. Hij gaf me nog net grijnzend een knipoog, voordat ik mijn coupe binnenliep. Rodolpus, die zag hoe ik keek, trok zijn wenkbrauw op, maar zei geen woord. Precies op dat moment klonk een luide stem door de trein, die zei dat iedereen zich moest klaarmaken om uit te stappen, omdat de reis nog maar vijf minuten duurde. Chagrijnig kauwde ik op een droptoverstok.

Even later voelde ik hoe de trein steeds langzamer ging, en stond ik alvast op. Roldolphus en Rabastan deden hetzelfde, en we liepen onse coupé uit.Ik had net mijn gewaad aangedaan, en was op weg naar mijn coupe, toen ik iemand zag waarvan ik hoopte dat ik hem nooit meer zou zien. Het was Niall. Hij stond in de gang, met zijn gebruikelijke grijns, gekleedt in zijn afgrijselijke Griffoendorgewaad, met een klassenoudste badge op zijn borst. Ooit was Niall een Malfidus geweest. Ik had tegen hem opgekeken, hij was de perfecte Zwadderaar geweest. En toch had die sorteerhoed besloten om hem in Griffoendor in te delen. Vanaf toen was alles bergafwaarts gegaan. Langzaam maar zeker begon Niall te veranderen. Hij begon modderbloedjes te verdedigen, begon een relatie met een bloedverrader, en liep een jaar geleden zelfs weg bij zijn ouders, waarna hij werd onterft. Dat was de laatste keer dat ik Niall zag, tot nu.

Boos liep ik verder, hem negerend. Hij gaf me nog net grijnzend een knipoog, voordat ik mijn coupe binnenliep. Rodolpus, die zag hoe ik keek, trok zijn wenkbrauw op, maar zei geen woord. Precies op dat moment klonk een luide stem door de trein, die zei dat iedereen zich moest klaarmaken om uit te stappen, omdat de reis nog maar vijf minuten duurde. Chagrijnig kauwde ik op een droptoverstok.

Even later voelde ik hoe de trein steeds langzamer ging, en stond ik alvast op. Roldolphus en Rabastan deden hetzelfde, en we liepen onse coupé uit.


BellatrixWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu