Part 20

435 28 10
                                    

De wekker ging. Dat kon maar een ding betekenen.  School... Ik moest van Davids ouders weer naar school gaan om mijn leven weer een beetje optepakken. Ik had niet veel gemist zei David, want er zat ook nog een vakantie van twee of drie weken tussen.

Ik stond op en trok mijn kleren aan. Gewoon een simpele trui en een skinny jeans met mijn favo gympen. Daarna liep ik naar de badkamer om mijn haar en make-up te doen.

Ik zat er zo tegen op. Dadelijk gaan mensen allemaal vragen stellen. Waar ik was en of er wat ergs is gebeurt. Naja dat zal wel niet want niemand op school interesseert zich in mij.

Zo dat was klaar. Ik liep naar beneden waar Dylan aan een tafel brood zat te eten.

In de keuken pakte ik wat yoghurt en een glas melk. Ik ging naast Dylan zitten maar omdat ik geen zin had in een gesprek deed ik maar alsof mijn telefoon vijf keer zo interessant was.

'VERA KOM!'

Ik holde naar beneden waar David op mij wachten. Samen fietsen we naar school. We hadden alle lessen samen behalve biologie en wiskunde. En die hadden we vandaag niet. Gelukkig. Het is vandaag ook maar een korte dag.

Toen we onze fietsen in het fietsenrek hadden gezet liepen we naar onze kluisjes. Al die mensen ik was het niet gewend.

'Vera kom de les begint zo.'

'Uh ja ik kom eraan.'

Hoe gênant ik kon mijn eigen kluisje niet meer vinden.

'244.'

Ik draaide mij om om te horen wie dat zei want het was niet David. Ik keek recht in twee paar heldere groen grijse ogen. Hu ik ken hem niet.

'Haha dat is je kluisjes nummer.'

Verbaast liep ik naar dat nummer en inderdaad het was mijn kluisje. Ik wou de jongen nog bedanken maar hij was weg.

Ik hoorde de bel en propte snel mijn jas in mijn kluisje en liep naar David. Samen liepen we naar het Engels lokaal.

We zaten al z'n kwartiertje in de les en niemand letterlijk niemand vroeg om mij of waar ik überhaupt was.

Eigenlijk was ik daar wel blij om. Ik moest wel aan die jongen denken hoe kon hij nou het nummer van mijn kluisje weten?

De dag zat erop en we gingen naar huis. Ik was kapot. Toen ik mijn fiets had gepakt en op David stond te wachten zag ik die jongen van vanochtend weer. Hij gaf mij een knipoog.  Dat dacht ik teminste.  Raar.

GeslagenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu