'Aaah' schreeuw ik. Al snel merk ik dat ik niet in mijn bed lig. Ik kijk naar een wit plafon. 'Wat is er gebeurd?' Vraag ik mezelf af. Ik ga rechtop zitten. 'Au!' Ik heb enorme spierpijn. Ik herinner me niks van gister. De kamer is erg klein. Kamer, het is eigenlijk meer een cel. Het enige wat erin staat is een bed. Maar ja, dat ben ik eenmaal gewend. Wacht eens even, ik herinner me Mark. Hij zou me redden. En, een warme mooie stem. Ik voel een raar gevoel in mijn maag als ik aan die stem denk. Maar van wie was die stem? Onlangs mijn spierpijn besluit ik op onderzoek uit te gaan. Langzaam sta ik op. 'Au, stomme spierpijn!' Met behulp van de bedleuning sta ik uiteindelijk op mijn benen. 'Pff, nu nog naar het tralies.' Wanneer ik me omdraai om uit de cel te lopen zie ik dat blaadjes op de grond liggen. Er komen herinneringen in me op flitsen. Ik zie dat ik en Mark zijn ontsnapt, maar we werden achtervolgt. Ik zie vuur, een kampvuur denk ik. En hoor de warme stem zingen. Dan zie ik niks meer. Ik val op de grond. Langzaam verdwijnen de zwarte vlekken en zie ik de grond van de kamer. 'Wat was dat?' Zeg ik tegen mezelf. Ik probeer weer op te staan, maar dat valt niet mee. 'Hulp nodig?' Zegt de warme stem van mijn herinneringen. Ik draai me om. Voor het tralies staat een knappe jonge man. Ik voel vlinders in mijn buik fladderen. 'Wie...wie ben jij?' Vraag ik blozend. 'De dokters zeiden al dat je geheugenverlies had' zegt de man.
De dokters? Waar heeft hij het over? 'Dat is geen antwoord op mijn vraag' zeg ik. 'Sorry, Denise. Ik ben Jake.' Antwoordt hij. 'Jake?' Vraag ik. Ik kreun en zie de flitsen weer. Ik zie dat Jake zingt en dat hij en Mark me hebben gered van een van Eds mannen. Zijn stem galmt door mijn hoofd. "Iedereen haat me waarom jij niet". "DENISE!". "Ed is naar je opzoek". Ineens herinner ik me alles van gister. Ik open mijn ogen en stop met kreunen. Jake opent het tralies en rent naar me toe. 'Gaat alles goed?' Ik kijk in zijn diepbruine ogen. 'Ik... Ik herinner het me' zeg ik stotterend. Jake geeft me een knuffel. Ik sluit mijn ogen en houd hem stevig vast. Ineens laat Jake me los. 'Sorry, ik liet me even gaan' zegt Jake verontschuldigend. Ik wil zeggen dat het niks uit maakt, dat ik het juist fijn vond. Maar ik voel een grote brok vast zitten in mijn keel. Dus in plaats daarvan glimlach ik naar hem. 'Denise!' Roept Mark terwijl hij naar me toe rent. Hij helpt me met opstaan en geeft me een warme knuffel. 'Zo veel knuffels' zeg ik schor. 'We zijn gewoon zo blij dat je niet ernstig gewond bent' zegt Mark. De jongens kijken me lachend aan. 'Wat is er eigenlijk gebeurd?' De jongens kijken elkaar aan. 'Nou,' zegt Mark 'het was een politieagent'. 'Ja, toen je werd ontvoerd door een van Eds mannen waren we het erover eens om om hulp te bellen.' Wacht, zeiden ze nou dat ze om hulp hadden gebeId? Hebben ze de agenten verteld over Ed? Ik grijp Marks hand vast. Het lijkt alsof Mark mijn gedachtes kan lezen want hij stelt me gauw gerust dat ze niks hebben verteld.Even later zitten we in de koffiekamer van het politiebureau. Ik eet een broodje kipfilet en de jongens een simpel soepje. Alles is nu duidelijk over gister. Ik ben namelijk geraakt door de politie. Zij namen me mee naar het bureau en belde een dokter. Hij vertelde dat ik goed moest rusten, maar het niet nodig was om naar het ziekenhuis te gaan omdat ik alleen een paar blauwe plekken en een lichte kneuzing had. Ik moest dus goed rusten maar ik kon alleen liggen in de cellen, daarom hebben ze me daar maar gelaten. 'Denise, kan ik even met je praten?' Vraagt Mark. Mijn mond is vol dus ik knik. Samen met Mark loop ik de gang op. Dat gaat gelukkig al een stuk beter, maar ik heb nog steeds spierpijn. 'Ik heb onderzoek gedaan naar waar je vader is. Hij heeft zijn bibliotheekpas vanmorgen gebruikt in een dorpje hier 50 kilometer vandaan. Als we nu vertrekken kunnen we hem misschien vinden'. Dat is waar ook, we moeten mijn vader zoeken. Maar ben ik er wel klaar voor om hem te zien? Misschien kan ik Mark wel ompraten om wat later te gaan. 'Moet dat nu?' Vraag ik. 'Denise, je kunt je niet blijven verstoppen voor Ed. We moeten hier een punt achter zetten, en snel.' Ik zucht. Mark heeft gelijk. 'Oké dan.' We lopen terug naar de koffiekamer. Mark raapt wat spulletjes bij elkaar en stopt ze in een rugzak. Jake blijft gewoon rustig dooreten. 'Jake, schiet op.' Zeg ik. 'Jake gaat niet mee' antwoordt Mark. Meent hij dat nou? Begint hij daar weer over? Echt waar, haat Mark hem zó erg omdat Jake alleen maar op hem is gevallen? En het maakt me dit keer woedender ooit.
'Mark, ik weet dat je geen fan bent van Jake. Maar het is een zoektocht naar MIJN vader! Je zeurt maar de hele tijd dat Jake op je is gevallen! Wat maakt dat nou uit? Jij bent toch ook als baby voor de deur gevallen!' Ik sla mijn hand op mijn mond. Dat had ik niet moeten zeggen. Mark staart me zwijgend aan en loopt de koffiekamer uit. 'Nee, Mark ik bedoelde het niet zo' roep ik erachteraan.
'Denise,' zegt Jake 'ik moet hier blijven omdat ik moet werken. Ik ben ook politie, weet je nog.' Mijn mond valt open. Was ik zó boos geworden om niks? En ik had Mark ook nog erg gekwetst. Ik ren de gang op. Die stomme spierpijn doet me niks meer, ik moet het goedmaken met Mark. Door het raam zie ik hem staan bij een auto. Ik ren snel naar Mark. 'Mark, het spijt me. Het was stom om te zeggen. Ik bedoelde het niet zo'.
'Ga de auto in, Denise.' Ik gehoorzaam hem niet en blijf me verontschuldigen. 'Het spijt me echt-'.
'Nu!' Onderbreekt Mark me grof. Ik doe wat hij zegt. Zelf stapt hij ook in. Hij start de auto en rijdt weg. Een tijdje lang is het stil. Ik kijk naar Mark die zich op de weg concentreert. 'Sorry, ik bedoelde het niet zo' zeg ik. Een tijdje blijf ik hem aanstaren om te kijken of hij iets terugzegt. Maar hij negeert me. '*zucht* Denise, je hebt geen idee hoe ik me nu voel'. Niet het antwoord dat ik wilde maar hij heeft tenminste iets gezegd.
'Mark, ik ben echt een stom wijf geweest. Maar...*zucht*. Ik vertel je een verhaal...
Mijn moeder en vader waren net gescheiden. Mijn moeder had het er erg moeilijk mee, maar ze vond een knappe single man op een site. Zijn naam was Ed, de Ed die nu achter me aan zit. Geloof me of niet, eerst zag Ed er helemaal niet eng uit. Hij had geen gouden tanden of die creepy blik in zijn ogen. Mijn moeder en hij hadden meteen een klik. Na een tijdje kwam hij bij ons wonen. Het was best gezellig, maar het duurde niet lang tot hij zich raar begon te gedragen. Hij ging elke avond weg, altijd had hij het maar over geld en hij begon veel te veel alcohol te drinken. Mijn moeder vond drugs in zijn jaszak. Dat was de druppel. Ze besloot hem op een avond te volgen. Ze vond zijn...' Ik voel de brok zich weer in mijn keel ophopen ' zijn...geheim in de bossen. Mijn moeder rende terug naar huis om met ons weg te vluchtten, maar het was te laat. Ed had haar gezien en kwam naar huis met een pistool. Hij vermoorde mijn moeder en broertje, hij was van plan mijn grote broer ook te vermoorden maar...hij vertelde dat hij net als Ed wilde worden, dus nu is hij zijn hulpje.'
Ik kijk hem aan in de hoop op een reactie, maar hij had alleen oog voor de weg.
'Toen Ed me meenam was ik verdrietig. Verdrietig omdat hij mijn moeder had vermoord, hij alles had afgepakt, dat hij mij niet heeft vermoord. Maar toen kwam jij, Mark. Jij die me hoop gaf om een beter leven te lijden. Om te krijgen wat ik het liefst wil, wraak op Ed'
Mark zit stil en verroerd geen spier.
Ik barst in tranen uit.
'Het spijt me, oké! Ik snap gewoon niet waarom je zo boos bent op Jake.'
Mark drukt vol op het gaspedaal.
'Wil je weten waarom ik zo boos ben op Jake!? Omdat hij in alles beter was dan ik! Als ik iets vond waar ik goed in was, deed hij het ook. Maar dan 100 keer beter. Misschien waren er veel mensen die hem haten maar dat komt door zijn karakter en omdat hij zo veel opschept. Het was een hel met hem in mijn leven. Hij was rijker, populairder, en verpestte mijn enige kans om eindelijk iets beter te doen dan hij. Hij verpestte mijn kans om mensen te laten zien dat ik meer was dan een arm weesje.'
Met tranen in zijn ogen kijkt hij mij boos aan.
'Je hebt mij gered en bent van plan alle andere meisjes te redden. Je bent een held'
Ik omarm zijn warme lijf maar hij blijft een verdrietige uitdrukking hebben op zijn gezicht.
Als dàt hem niet overtuigd dat ik echt om hem geef weet ik wat wel.
Ik druk mijn lippen op die van hem.
Het voelt warm en zacht.
Ineens besef ik wat ik doe. Ik hebt al gevoelens voor Jake. Dit is niet eerlijk en goed tegenover Mark.
Snel duw ik hem weg.
'Sorry, ik...'
Ik bijt op mijn lip. Er komt geen woord meer uit mijn mond.
Ik draai me naar het raam toe en zwijg.
Maar het heeft gewerkt. In de weerspiegeling van het autoraam zie ik een klein glimlachje verschijnen op Marks gezicht.
Hij start de auto en we beginnen met rijden...
JE LEEST
Hopeless
Random-mijn moeder... Dood -mijn broertje... Dood -mijn vader... Spoorloos Ik woon al 5 jaar bij mijn stiefvader. Hij is de bekendste "hoerenverhuurder" in de stad. Hij mishandeld me... Hij verhuurt mijn lichaam voor geld... Ik ben zijn speeltje. Mijn oud...