Hoofdstuk 8

14 0 11
                                    

Bliep, bliep, bliep. Iris opent haar ogen. Ze kijkt naar een plafond in een of andere ruimte. Langzaam draait ze haar hoofd naar rechts. Het is een grote ruimte. Ze ziet een rij bedden in een nette rij langs elkaar staan. Ook ziet ze het apparaat dat dat bliep geluid maakt. Het lijkt alsof ze in een ziekenboeg ligt. Dan draait ze haar hoofd naar links. Nog meer bedden aan deze kant, maar op één van die bedden ziet ze Leah liggen.  

'Leah?', fluistert Iris. Geen reactie. Ze draait haar hoofd weer naar het plafond. Ze luistert naar de geluiden. Niet dat er veel te horen valt. Je hoort vooral dat apparaat en verder niets op een kuchje van de andere zieken na. Er klinken voetstappen. Iris probeert omhoog te komen om te zien wat nadert, maar dat wekt z'n duizeligheid op dat ze zich weer gaat liggen. 

'Goedemiddag Iris Vyckos, ik zie dat je wakker bent.' Een jonge man met bruin haar staat over haar heen gebogen. Hij ziet er erg vriendelijk uit. 

'Hoelang heb ik geslapen?', vraagt Iris nog een beetje slaperig. Ze herinnerde zich dat ze rond de middag naar die grot gingen of was dat toch later? 

 'Een dag of twee heb je hier gelegen. Hoe voel je je?', vraagt hij er meteen achterna. Hij houdt een stuk papier vast op een soort houten plaat. 

'Ik voel me nog niet helemaal fit. Als ik omhoog kom dan wordt ik duizelig, maar heb ik echt twee dagen geslapen?' De dokter maakt een aantekening op zijn papier. 

'Ja je hebt echt zo lang geslapen, ik ga je toch proberen omhoog te zetten dan kan je iets eten.' Hij helpt Iris omhoog en loopt dan weg om wat eten te halen. De duizeligheid trekt langzaam weg nu ze iets langer omhoog zit. Ze kijkt rond en ziet een grote houten deur voorzichtig, centimeter voor centimeter, opengaan. Ook hoort ze gemompel van stemmen. Een hoofd steekt om de hoek en kijkt naar links en rechts. Ook al voelt ze zich niet helemaal fit, een lachje vormt zich op haar gezicht. Het hoofd trekt zich weer terug. Daarna komt haar hele klas op hun tenen lopend naar haar toe. De afgelopen week waren er steeds meer vriendschappen ontstaan en ze vormen nu een hechte groep. 

'Hoe gaat het met je?', vraagt Demi zachtjes nog een keer links en rechts kijkend. 'Ik voel me niet helemaal fit, maar door jullie voel ik me een stuk beter.', Iris lacht naar haar klas. 

'Hier heb je een bos bloemen om je op te vrolijken. Het is echt een saaie boel.', Ace zet een bos bloemen op kastje langs haar bed. Iris glimlacht naar hem. Ace daarentegen wend snel zijn blik af. Hij krijgt een por in zijn zij van Jack. 

'Fijn dat je wakker bent, maar wij gaan weer weg. We zijn hier namelijk zonder toestemming. Als we weer gesnapt worden dan moeten we waarschijnlijk weer boeken sorteren.', zegt Eveline. 

'Echt? Wie heeft dat jullie boeken laten sorteren.', vraagt Iris nieuwsgierig. 'Er werkt hier ook een oud, chagrijnig kreng. Zij had ons gesnapt toen we alleen maar kwamen kijken voor jou en Leah.', zegt Demi. Ze haalt minachtend haar neus op. 

'Hebben jullie ook al met Leah gepraat? Hoe is het met haar?', vraagt Iris. Ze herinnerd zich half wat er was gebeurd. In ieder geval weet ze dat het niet zo best was. 

'Dames en Heren, jullie weten dat jullie hier niet mogen komen. Ik zou maar snel weg gaan.' De dokter komt weer terug met een dienblad eten in zijn handen. 

'Deze keer zie ik het door de vingers, omdat jullie bloemen hebben meegebracht.' Snel loopt de klas de zaal uit en Iris blijft achter. De dokter zet het dienblad op haar schoot en wilt al weer weglopen, maar Iris heeft nog een vraag. 

'Hoe gaat het met Leah?' De dokter blijft staan en draait zich om. Aan zijn gezicht kan ze als zien dat het niet best gaat. 

'Ze is nog niet wakker. Ze lijkt in een soort diepe slaap te zijn.' Hij draait zich weer om en loopt weg. Op het dienblad liggen broodjes en fruit. Zelfs haar favoriete drinken, namelijk appelsap, staat op het dienblad. Iris neemt een hap van een broodje en kijkt bezorgd naar het bed langs haar waar Leah ligt. Hopelijk valt alles mee.


De volgende dagen lag ze de ziekenboeg. Soms kreeg ze wat testjes om te kijken of niets mis was. Gelukkig viel het allemaal heel erg mee. Ze was alleen erg uitgeput. Leah werd twee dagen later wakker dan Iris. Ze zag er niet best uit. Ze was helemaal bleek en keek glazig uit haar ogen. Als Iris een conversatie probeerde te starten, kreeg ze alleen een kort antwoord of helemaal geen. Na een dag of drie mocht ze de ziekenboeg verlaten en begon ze weer met het volgen van haar lessen. Soms kreeg ze een compliment over hoe dapper ze was geweest van andere leerlingen. Daardoor voelde ze een beetje trots. De buitenlessen gingen ook gewoon door. Ze leerden nog beter hun gave beheersen en iedereen ging vooruit. Demi lukte het om een zware pot te vertillen, Xem kon een grote schaafwond genezen en Rover kon deels veranderen in een wolf en gedachten lezen van kleine dieren.


De buiten les is bezig en Leah komt voor het eerst het terrein opgelopen. Langs haar loopt de aardige dokter. Leah ziet er niet heel vrolijk uit. Er zit wel een lach op haar gezicht, maar haar ogen zeggen iets anders. Iedereen stopt met waar hij of zij mee bezig is en blijven staan wachten tot Leah hun heeft bereikt. 

'Leah, je bent wakker! Hoe gaat het? Heb je ergens pijn?', roept iedereen door elkaar heen. Meneer Habest maant iedereen tot stilte. 

'Gaan jullie maar in een kring zitten dan kunnen jullie praten.', zegt meneer Habest. Iedereen gaat snel in een kring zitten en beginnen met praten, terwijl meneer Habest en de dokter een woordje wisselen. Leah zit alles met een nep-lach te vertellen, maar heel lang kan ze het niet vol houden. Na een tijdje stromen er tranen over haar wangen. Iedereen vraagt wat er is, maar Leah wilt er geen antwoordt op geven. Meneer Habest komt er tussen en vertelt wat er aan de hand is. 

'Leahs gave is verdwenen. Er is geen verklaring voor. Ik denk... Nee laat ook maar.' Iedereen kijkt meelevend naar Leah. Demi die naast Leah zit, geeft haar een knuffel. 

'Als het niet lukt om te achterhalen hoe het komt, wordt ze helaas van school gehaald.' Iedereen schrikt, maar vooral Iris. Misschien is dit allemaal haar schuld. Is er echt geen mogelijk om een gave terug te krijgen? 

'Iris, met jou wilt de dokter nog even spreken. Misschien beschik jij over informatie die kan helpen om dit probleem op te lossen. Jij was er namelijk bij.', zegt meneer Habest. 

'Je mag nu met hem meelopen.' Iris staat met tegenzin op en volgt de dokter naar een plaats verder op.


'Wat was er gebeurd toen jij in de grot was? Ik wil graag dat je eerlijk bent.', vraagt de dokter. Ze weet niet precies te zeggen. Als ze dit zou zeggen: Ik was de grot ingelopen, mijn gave beschermer nam het gedeeltelijk over, met mijn toestemming, een grijze energie van mij zoog haar gave uit haar lichaam en ik nam het op. Nu heb ik waarschijnlijk haar gehele gave. Ik heb geen idee hoe ik het moet terug geven, want ik weet niet eens precies wat mijn gave inhoud, dus ik heb niet veel meer te zeggen. Wordt zij ook misschien van school gestuurd en dat is het laatste dat ze wil. Ze is een paar weken geleden op een speciale school gekome, komt er achter dat ze een gave heeft en heeft vrienden die ze zeker niet wil verlaten. Daarom besluit ze om een heel klein beetje te liegen. 

'Ik wilde mijn vriendin helpen dus ik ging naar binnen. Mijn gave beschermer nam het over en toen maakte ik een grijze energie bol die om haar heen ging. Ik werd erin gezogen en meer weet ik niet.' Ze laat het zo geloofwaardig mogelijk klinken. 

'Hmm, ik geloof je. Je mentor vertelde ook al zoiets. Dankjewel, je mag weer terug gaan.'

magicis ludusWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu