Hoofdstuk 2

79 6 43
                                    

De volgende dag breekt aan. Iris heeft kriebels in haar buik van de spanning. Naast de spanning is ze ook erg nieuwsgierig. Ze slingert haar tas op haar rug en loopt richting het steegje. Het steegje bevindt zich maar een straat verderop, dus ze is er snel. Ze loopt het steegje in en ziet Jack, Demi en iemand anders van haar leeftijd staan. Naast leeftijdsgenoten staat er ook een vrouw. Ze draagt een lange strakke broek met een paarse blouse. De vrouw is niet heel oud. Iris schat haar rond de dertig. Ze loopt verder de steeg in en gaat bij haar vrienden staan. 

'Goed, we zijn compleet. Ik ben één van de portaalwachters van jullie school. Dadelijk lopen jullie door een portaal heen. Zorg ervoor dat jullie je adem in houden en snel door lopen', zegt de vrouw. Ze pakt een leren zakje uit haar zak en strooit aandachtig de inhoud in een rechte lijn over de grond. De anderen staan een beetje zenuwachtig heen en weer te schuifelen. Dan begint ze iets te mompelen. Een portaal rijst uit de grond omhoog. 

'Stop vooral niet met lopen.', drukt ze hen op het hart. De vrouw loopt door het portaal heen en zegt dat ze moeten volgen. De kinderen nemen een diepe teug lucht en volgen.


Terwijl Iris haar adem inhoudt, loopt ze een kleine, groene ruimte in. Het lijkt alsof of ze op één groot kussen loopt. Iris blijft staan om rond te kijken. De muren lijken gemaakt te zijn dunne draden. Ze kijkt naar de grond en ziet dat haar voeten deels in de grond zijn weg gezakt. Ze wil bukken om de grond aan te raken, maar wordt dan ruw door iemand vast gepakt en mee gesleurd. Het ene moment stond ze nog in een steegje en op het andere moment in een ondergrondse hal. Zoekt naar degene die haar zo ruw had vastgepakt. Het was dat andere meisje. Het meisje heeft haar arm nog vast en buigt naar haar toe. 

'Als je wilt blijven leven doe dan de volgende keer wat je gezegd wordt. Onthoudt maar dat ik je niet nog eens ga helpen.', sist het meisje in haar oor. Ze laat haar los en gaat een eind van haar vandaan staan. Iris kijkt boos haar nog boos aan, maar gaat dan bij haar vrienden staan. Jack, Iris en Demi kijken hun ogen uit, terwijl het andere meisje bij iedere geluid dat ze maken met haar ogen zit te rollen. De hal is wel tien meter hoog. De muren zijn mooi bewerkt met allemaal versieringen. Aan het plafond hangt een kroonluchter met echte kaarsen erin. De groep begint te lopen.


Na een tijdje is Iris de weg al kwijt. De ene gang lijkt op de andere. Op een gegeven moment stoppen ze in een gang met allemaal deuren. 

'Jullie meiden slapen in deze kamer en jij jongen mag de kamer er tegenover.', zegt de vrouw. 

 'Kleed jullie dadelijk om. Er hangen kleren in jullie kasten. Over een uurtje worden jullie opgehaald voor de lunch. Na de lunch krijgen jullie een rondleiding.' De vrouw draait zich om en verlaat de gang. Iris, Demi en het andere meisje gaan de linkse kamer in, Jack de rechtse. Als ze hun kamer binnen stappen kunnen ze hun ogen niet geloven. Het is een grote kamer met een lekkere zithoek. In de muur zit een enorme ingebouwde boekenkast helemaal gevuld met leren boeken. Ook staat er een klein aanrecht met een kraan en een stenen gootsteen. Onder het keukenblad zit een kast met glazen. Verder is het grootste gedeelte leeg.

'Hallo, ik zie dat ik mijn kamergenoten heb gevonden.' Een meisje met lang bruin haar komt een zijkamer uitgelopen. Ze loopt naar Demi en Iris toe. 'Ik ben Leah. Hoe heten jullie?' Ze steekt haar hand uit naar Iris. Iris pakt de hand vast en schud hem. 

 'Ik ben Iris en dit is Demi.' Demi steekt haar hand uit en schud die van Leah. 'En wie is dat andere meisje?', vraagt Leah. 

 'Geen idee,' zegt Demi haar schouders ophalend, 'ze heeft zich nog niet voorgesteld.' 

 'Jij hebt je ook niet aan mij voorgesteld. Dus jij hebt daarover niets te zeggen.', reageert het meisje. Demi wordt rood. 

 'Ik ben Eveline.' Nadat gezegd te hebben, vertrekt ze naar de zijkamer waar Leah ook uit was uitgekomen. 

magicis ludusWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu