Als ik mijn jas uit mijn kluisje pak om naar huis te gaan, zie ik het al. Het is echt verschrikkelijk weer. Ik rits mijn jas zo ver mogelijk dicht, doe mijn capuchon op, en loop naar buiten. Als ik naar mijn fiets loop, zie ik 2 gestaltes wegrennen bij mijn fiets. Nee hè! Niet alweer! Waarom moet ik nou altijd gepest? Het heeft geen nut om te proberen mijn fiets mee te nemen. Mijn ketting ligt eraf, en mijn banden zijn allebei lek! En niemand die me helpt! Ik ben dan wel nieuw op deze school, maar ik heb al een paar vriendinnen. Ik trek mijn capuchon nog wat strakker, en loop het plein af. Het gaat steeds harder regenen. Als ik bij wen bos kom, wil ik erin gaan. Maar dan zie ik het bord: 'Streng verboden om het bos in te gaan!!! Het is levensgevaarlijk om het bos in te gaan!!!' Veel tijd om na te denken heb ik niet. Het gaat nu zelfs hagelen! Als ik onder de beschutticg van de bomen ben, vraag ik me wel af waarom dit bos zo levensgevaarlijk is. Ik loop wat dieper het bos in. Als het goed is komt dit bos vlak bij mijn tuin uit. He word ook steeds donkerder, maar ik weet niet hoe ik terug moet, dus loop ik verder. Ik voel in mijn tas. Snel pak ik mijn telefoon, download een zaklamp, en zet die aan. Gelukkig heb ik nog 48%. Als ik rondschijn zie ik ineens een schim tussen de struiken duiken...