2

31 2 1
                                    

'W-wie is daar?' Roep ik bang? Ik hoor nog weer geritsel. Nu aan alle kanten tegelijk. Ik probeel help te schreeuwen, maar er komt alleen maar een zacht gepiep uit mijn mond. Ik probeer het nog eens, en nu komt er wel geluid uit mijn mond. Ineens hoor ik rennende voetstappen. 'Waar ben je?' Hoor ik iemand roepen. Ineens word ik verblind door een fel licht. Ik kan door het licht, dat overens nog steeds in mijn ogen schijnt, niet zien of het een man of een vrouw is. Ik Woel sterke armen om mijn middel, en word over een schouder gehangen alsof ik een veertje ben. Ik denk dat h et een man is, want diegene is erg sterk. Als we uit het bos zijn, zie ik dat het al avond is. Mijn oom en tante zullen wel woedend op me zijn. Ik word bas weer geslagen... De jongen, van een jaar of 17\18 rent nog steeds met mij over zijn schouder hangend verder. De jongen kan heel hard rennen! 'Hé, law me los!' Schreeuw ik als hij steeds verder blijft rennen. Ik bonk met mijn vuisten op zijn rug, en schop met mijn voeten in het wilde weg, maar het helpt niets. De jongen blijft door rennen alsof hij helemaal niets voelt. Terwijl ik best hard kan slaan! 'Laat me los!' Blijf ik schreeuwen in de hoop dat iemand me hoort. Maar er is niemand, en de jongen blijft door rennen alof de dood he op zijn hielen zit...

The special familieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu