Het huis torende hoog boven me uit. Een luik op de tweede verdieping wiegde zachtjes krakend heen en weer in de wind. Door het raam dat naast de deur zat waaide een bijna doorzichtig gordijn naar buiten. Even verbeeldde ik me dat het de geest van de laatste bewoner was, die zijn rafelige vingers naar mij uitstrekte. Zijn hand zou me voor altijd achtervolgen, tot ik op een dag een koele, fluweelzachte aanraking op mijn schouder zou voelen. Dan was het voorbij. Dan zou ik meegenomen worden, bewaakt door de vele schimmen van de mensen die ooit in dit huis hadden gewoond. Ze zouden net zo lang wachten tot ik me bij hen zou voegen, voor altijd wachtend op hun volgende slachtoffer. Ik knipperde met mijn ogen om mezelf te bevrijden uit deze lugubere fantasie. Ik had een missie vanavond. Er was geen tijd om bang te zijn voor een oud gordijn. Dus liep ik verder, het stoffige grind knerpte onder mijn voeten. Voor de massief houten deur lag nog steeds een deurmat. Onder de dikke laag stof kon ik nog vaag het woord ‘welkom’ onderscheiden. Ik glimlachte om de ironie, ik had me nog nooit ergens zo onwelkom gevoeld. Ik duwde tegen de deur, die met een moeizaam gepiep opengingen. Ik zag de stofdeeltjes dansen in het streepje zilveren maanlicht dat op de gebarsten stenen vloer viel. Verder was de gang aardedonker. Hoewel de rillingen over numijn rug liepen, duwde ik de deur verder open en stapte over de drempel. Langzaam liep ik de gang verder in. De deur viel met een klap achter me dicht en de gang werd aardedonker. Het enige geluid dat ik kon horen waren mijn aarzelende stappen, die door het hele huis leken te galmen. Mijn longen moesten zwoegen om de stoffige lucht binnen te persen. Toch worstelde ik verder, stap na stap. Dit was mijn taak, mijn levensdoel. Ik zou nu niet falen, niet nu het enige wat er nog tussen mij en mijn lotsbestemming stond dit stoffige huis was. Het leek of ik wel uren door die lange, duistere gang liep. Stap na stap, ademhaling na ademhaling kwam ik dichter bij mijn doel. Toen struikelde ik opeens over trede, mijn vingers grepen vast aan het rottende hout van de treden boven me. Ik had de trap bereikt. Op mijn handen en voeten beklom ik de trap. Meerdere keren versplinterde een trede onder mijn gewicht en de duisternis drukte zwaar op me, maar ik bleef de wenteltrap beklimmen, met mijn ogen gericht op het zilveren lichtpuntje dat eindeloos boven mij was. Trede na trede, wenteling na wenteling klom ik naar dat onbereikbare lichtpuntje. Uitgeput en onder de schrammen kwam ik boven aan en ik kwam baadde opeens in het zilveren licht. Knipperend keek ik rond, ik was aangekomen op een verdieping met weer een gang. Langs de gang waren er vele deuren, maar mijn doel was overduidelijk. Aan het eind van de gang was een kamer met een hoog raam waardoor de ronde maan zichtbaar, wat het zilveren licht verklaarde. Ik werd plotseling zenuwachtig, want voor het raam was een gehurkte persoon zichtbaar. Zijn kleine gestalte wierp een langgerekte schaduw over de gang. Hij straalde onmiskenbaar rust uit en leek niet verbaasd ik mijn gehavende gestalte te zien. Ik voelde zijn blik zwaar op me drukken, terwijl ik plechtig naar hem toe liep. Een paar meter voor hem bleef ik staan. Ik boog mijn hoofd respectvol.
'Je bent gekomen.'
Zijn stem klonk even oud als dit huis en onwillekeurig moest ik slikken. Dit zou ook mijn bestemming worden. Toch knikte ik en langzaam hief ik mijn hoofd op. De oude man had oneindig wijze ogen en ik wist dat ik voor hem een open boek was. Hij wist al mijn twijfels, mijn weerzin van de rol die ik zou krijgen. Toch klonk mijn stem helder en zonder twijfel toen ik zei: 'Ik zal mijn plicht vervullen.'
In zijn ogen lag berusting, een eenzame traan gleed over de plooien van zijn leerachtige huid. Uit mijn laars haalde ik het mes tevoorschijn. Het vlijmscherpe lemmet blonk ijzig in het licht van de maan. Mijn stem was niet meer dan een fluistering toen ik zei: 'Mijn plicht is vervuld, mijn wraak is voltooid en mijn bezit zal worden teruggenomen. Zonder het oogcontact te verbreken dreef ik mijn mes diep in zijn borst.
JE LEEST
Wedstrijdboek
RandomTekeningen en verhalen voor wedstrijden, en af en toe gewoon random tekeningen die ik heb gemaakt.