Schrijfwedstrijd verhaal 1

33 0 0
                                    

Het is een horrorverhaal, tenminste, dat moet het zijn :)  sterretje1234

Voet na voet.

Voet na voet.

Voet na voet.

Ik weet niet hoelang ik nu al aan het lopen ben, ik probeer zo weinig mogelijk te denken.

Voet na voet.

Iedere keer beland mijn voet weer met een zachte plof op de met wortels doortrokken bosgrond, en til ik mijn andere voet weer op.

Voet na voet.

Uren dagen, maanden gaan voor mijn gevoel voorbij.

Voet na voet.

Zolang ik maar weg kom van die afschuwelijke plaats. Het begon met een leuke vakantie met ons hechte groepje van zeven meiden. Het was perfect.

Tot we hém ontmoetten.

Hij leidde iedereen om de tuin met zijn knappe uiterlijk, mij ook. Langzaam maar zeker drong hij onze levens binnen. We vertrouwden hem, en genoten van zijn aandacht. We wisten dat hij slecht was, maar dat was iedereen diep van binnen. Hoe konden we hem vertrouwen, na wat wij hem hadden aangedaan?

Voet na voet.

De eerste die bang begon te worden lachten we uit. Ze raakte in paniek en had haar ouders gebeld. Ze zouden haar op komen halen. Eén dag later vonden we haar lijk achter ons vakantiehuisje. Haar polsen waren doorgesneden. Vanaf dat moment werd alles anders. Iedereen raakte in paniek, maar niemand dacht eraan om de politie te bellen. We wisten dat haar dood ook deels onze schuld was. Een dag later was de volgende aan de beurt. Opgehangen aan de hoogste boom van het bos. We wilden weg maar konden niet.

Voet na voet.

Dag drie dreef er een meisje in het zwembad. Haar opgezwollen gezicht werd omlijst door een waaier van haren. Dag vier werden we vlak na het eten opgeschrokken, een meisje stortte neer. Het eten dat ze had gegeten was vergiftigd. Die nacht waren we nog met zijn drieën. De hele nacht werden we wakker gehouden door het hysterische gesnik van een van de overgebleven meisjes. Pas s middags vonden we haar gebroken lichaam, dat naast de watertoren lag. De laatste nacht dat ik nog gezelschap had was afschuwelijk. In het donker zaten we rillend tegen elkaar aan, wetend dat één van ons de dag daarna zou sterven.

Voet na voet.

Tegen de middag zei ze dat ze even buiten ging kijken, en ik wist dat ze nooit meer terug zou komen. Pas rond 11 uur die avond had ik de moed bij elkaar geraapt om te gaan kijken. Haar hoofd was stukgeslagen op de punt van het stenen muurtje dat het erf afbakende.

Voet na voet.

Zodra ik haar zag ben ik gaan rennen, tot ik niet meer kon. Om weg te komen van die afschuwelijke plek bleef ik lopen.

Voet na voet.

Ik voel dat ik duizelig begin te worden door het gebrek aan drinken, maar ik blijf lopen. De schemering begint te vallen, en de bomen houden het grootste gedeelte van het licht tegen, waardoor ik bijna niks meer zie. Overal om mij heen zijn bomen. En ik ben alleen.

Voet na voet.

Ik begin te huilen, de spanning wordt me teveel. Net zoals al mijn vriendinnen voor mij kan ik de druk niet meer aan. Vandaag is mijn sterfdag.

Voet na voet.

Ik kan niet meer, en mijn voeten doen pijn van de dag lopen. Het is zo donker dat ik regelmatig struikel over de wortels op de grond. Ik had niet verwacht dat ik op mijn sterfdag zo alleen zou zijn.

Voet na voet.

Het bos rondom mij begint te slapen maar ik voel dat ik niet alleen ben. De bomen die te dicht op elkaar staan beklemmen me.

Voet na voet.

Ik laat mijn tranen vrij lopen, en de angst verstikt me. Het weer is benauwend, en ik begin moeite te krijgen met ademhalen. Nog hoogstens een paar uur. Waarom zou ik doorgaan? Maar ik blijf lopen.

Voet na voet.

Ik kan het niet. De druk is mij te groot. Ik knijp mijn ogen stijf dicht en gil. Het stille bos wordt even opgeschrikt, en ik hoor het hoge geluid weerkaatsen tussen de bomen.

Voet na voet.

Ik kan het niet, ik wil niet hier sterven. Alleen, zonder vrienden en familie. Maar ik hoor een stemmetje diep in mijn binnenste: 'Dit verdien je, jouw vriendinnen zijn van hun schuldgevoel af. Jij bent niks waard. Niemand verdient het om zo behandeld te worden als jij hem hebt behandeld.' Het stemmetje heeft gelijk.

Voet na voet.

Ik kán het niet. Het is allemaal mijn schuld, en ik kan me nu uit mijn lijden verlossen. Alleen, in het grote, zwarte bos. Ik verdien het niet meer om te leven.

Voet na voet.

Vandaag is mijn sterfdag.

Voet na voet.

Ik hoor zachte voetstappen achter me, en ik weet dat mijn strijd gestreden is. Vandaag is mijn sterfdag, en ik zal mijn dood omhelzen.

WedstrijdboekWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu