Hoofdstuk 7

1K 56 5
                                    

Evert had zijn arm om Fenna heen geslagen. Volgens hem niet meer dan een vriendschappelijk gebaar. Het viel hem op dat het rustig was in de dierentuin. Wat de dieren betrof. Ze produceerden weinig geluiden, voor hun doen. Dat kon maar één ding betekenen. Het weer zou binnen nu en een paar uur omslaan. De grijze lucht, in de verte, bevestigden Evert zijn vermoedens. Bijzonder, dat dieren zulk soort dingen aanvoelden.
Zijn collega leek zich met heel andere dingen bezig te houden. Ze bewoog onrustig heen en weer en slaakte af en toe een diepe zucht. Hij had haar meteen geloofd, toen ze hem vertelde dat ze het een leuk uitje vond. Dat betwijfelde hij geen moment. Toch zag hij aan haar dat ze behoorlijk aangegrepen was door de dood van haar vriend. De vader van haar zoontje.

In de zandbak was er op en top teamwork. De onderlinge taakverdeling zorgde voor de rappe uitvoering van het proces. De emmers zand werden door Thijmen gevuld. Deze werden doorgegeven aan Nienke, die de bovenkant glad streek met een - gevonden - houten plankje. Vervolgens voerde Nienke de derde taak uit. De taak die zij zich zelf had toegeëigend, omdat ze de oudste was. Volgens haar erg logisch, en ook de andere twee hadden er geen probleem van gemaakt. Ze nam de emmer van haar zusje aan en plaatste hem op z'n kop in het zand. Het eindresultaat zou een kasteel moeten worden. Helaas mislukte dit doel meerdere malen doordat het bouwwerk inzakte, vanwege het mulle zand.

Na de zoveelste teleurstelling had Thijmen er genoeg van gekregen. Zonder enig overleg met de anderen stond hij op. Hij zakte iets door zijn knieën, om vervolgens een sprong te gaan maken.
Brecht zag de bui al hangen. 'Nee, niet doen!' probeerde ze hem van zijn plan te weerhouden.
Te laat. Thijmen landde precies in het midden van het kasteel. Deze zakte abrupt in elkaar. Ondanks Brecht al tien was keek ze met een beteuterd gezicht naar de - door Thijmen - aangerichte schade.
Nienke zag de teleurstelling van haar zusje en besloot Thijmen op zijn impulsieve gedrag aan te spreken. 'Kijk dan wat je hebt gedaan sukkel. Nu is Brecht verdrietig.' Ze wees naar haar, twee jaar jongere, zusje.
'Nou en.' Thijmen haalde zijn schouders op.
'Dat was heel gemeen van je.'
'Jij bent zelf gemeen.' Hij stak zijn tong uit en klom uit de zandbak.
'Hier blijven!' schreeuwde Nienke, toen ze zag dat hij in de verkeerde richting liep. 'Brecht, haal papa!' beval ze haar zusje, terwijl ze zelf achter het jongetje aan ging.
'Thijmen kom terug!' Hijgend liet ze zich op een bankje zakken. Haar inspanningsastma zorgde ervoor dat ze de achtervolging af moest breken.

'Papa, papa.' Brecht struikelde bijna over haar eigen benen.
Een paar meter voor het bankje, waar Evert en Fenna op zaten, minderde ze haar vaart. Compleet buiten adem.
Thijm-' Het lukte haar niet iets uit te brengen, daarvoor was haar ademhaling nog te onregelmatig.
'Wat is er met Thijmen?' Evert las de paniek in de ogen van zijn dochter en wist dat ze kostbare tijd verloren. 'Brecht, even diep in en uit ademen.' Hij gaf een demonstratie.
Ze volgde zijn voorbeeld. Het hielp. 'Thijmen is weggelopen, Nienke is er achteraan.'
Alsof ze het over de duivel had kwam haar zus op dat zelfde moment aangelopen.
'Hij is er vandoor.'
Fenna zag dat beide meisjes oogcontact vermeden. Ze schaamden zich duidelijk en waren bang dat Fenna boos op ze was. Ze was inderdaad boos. Boos op Evert en vooral boos op zichzelf. Wat waren ze voor slechte ouders. Als ze nou iets beter op hadden gelet. Maar nee, zij moesten zo nodig een ijsje gaan eten.
'Lieve meiden, dit is niet jullie schuld hè,' stelde ze de dochters van haar collega gerust.
'Ja maar papa zei dat-'
'Jullie vader zei dat jullie hierheen moesten komen als er iets was, en dat hebben jullie keurig gedaan.'
'Kom, we gaan hem zoeken.' Evert pakte de hand van zijn jongste dochter vast en trok haar mee. 'Nienke, ga jij met Fenna mee.'
Het klonk als een vraag, was een opdracht.

'Papa, ik kan niet meer.' Brecht kon het tempo van haar vader niet langer bijbenen.
'Kom maar, papa tilt je op.' Hij ging achter zijn dochter staan en beurde haar onder haar armen op. Nadat hij haar in de lucht had getild zette hij haar behendig op zijn schouders.
Ze klemde haar benen stevig om zijn middel en zette haar handen in zijn haren. Doordat Evert af en toe een sprintje trok en ze dreigde te vallen, verstevigde ze haar greep.
'Au.' Zijn tastzintuigen registreerden de pijn op zijn hoofdhuid.
'Sorry papa.'
'Geeft niet.'
Deed het wel. Daarom pakte hij haar handen vast. Op die manier voorkwam hij dat ze viel én dat ze hem per ongeluk aan zijn haar trok.

'Fenna, het spijt me.' Er rolde een traan over Nienke haar wang.
Fenna wilde haar graag troosten, maar de prioriteit lag bij het vinden van haar kind. 'Nienke, het is niet jou schuld.' Ze aaide het meisje over haar schouder. 'Kom, we gaan hem zoeken.'

Thijmen huppelde vrolijk over het klinkerpad dat richting de olifanten liep. Hij kwam zelfverzekerd over, waardoor mensen niet vreemd opkeken dat hij op zijn jonge leeftijd in zijn eentje rondliep. Toch zorgde een onderbuik gevoel ervoor dat hij wat angstig werd. Hij keek naar de mensenmassa om zich heen en besefte zich dat hij werkelijk geen idee had van waar hij zich bevond. Evenals zijn moeder.

'Pardon, mag ik u wat vragen? Heeft u toevallig een klein jongentje gezien? Blond, blauwe ogen en ongeveer zo groot.' Fenna maakte met gebaren duidelijk dat Thijmen tot de helft van haar bovenbeen kwam.
De man tegenover haar schudde zijn hoofd. Hij wenste haar succes met zoeken en groette haar gedag.

'Ha knul.'
Thijmen keek op. Hij was op een bankje gaan zitten en stak de toffee, die hij nog in zijn jaszak had zitten, in zijn mond.
'Wat eet je?' Een keurig geklede jongeman nam de plaats naast Thijmen in bezit.
'Een snoepje.'
Het was nauwelijks te verstaan.
'Waar zijn jou papa en mama?' De man sloeg zijn linkerbeen over zijn rechter. 'Ik weet het niet.'
'Oh, maar ik weet het wel. Ze zijn alvast naar de auto gegaan.'
'Hoe weet jij dat?'
Duidelijk een vraag waar hij niet op had gerekend. Je zag hem nadenken. 'Omdat ik de directeur van de dierentuin ben. Jou mama heeft mij gevraagd je naar de auto te brengen. Dus, ga je mee?' De man zette een brede glimlach op, waarvan elke volwassene kon zijn dat hij gemaakt was.
'Oké,' antwoordde Thijmen, die echter geen kwaad in de zin zag.
Hij stond op en liep achter de man aan. Deze keek opvallend vaak om zich heen en hield zijn omgeving nauwlettend in de gaten.

Evert vloekte toen hij Fenna en Nienke, zonder Thijmen, bij de uitgang zag staan.
Brecht schrok ervan. 'Ben je boos?' vroeg ze voorzichtig.
Hij schudde zijn hoofd en trok zijn dochter mee. Het viertal herenigde zich.
'Kunnen we niet laten omroepen of iemand Thijmen heeft gezien?' stelde Nienke voor.
Evert vond het nog niet eens zo'n slecht plan. Net toen hij er werk van wilde gaan maken werd hij tot de orde geroepen door een klap op zijn arm. 'Au, Brecht.'
'Papa, Fenna, daar loopt Thijmen.' Evert hurkte zich neer op de ooghoogte van zijn dochter, zodat hij kon zien wat zij zag.
'Fen, hij loopt met iemand mee.'
Fenna zag het ook en rende op haar zoontje af.
'Meiden, hier blijven wachten. Papa is zo terug.' Evert snelde achter zijn collega aan.

De man kreeg de twee rechercheurs in het vizier, tilde Thijmen op en zette het op een lopen.
'Laat me los,' demonstreerde Thijmen. Hij begon te krijsen, wat erg veel aandacht trok.
De man liet zich niet kennen en rende door. 'Blijf staan klootzak!' hoorde hij niet ver achter hem. Het zorgde ervoor dat hij nog harder ging lopen.

Daar stonden ze dan, midden op de parkeerplaats. Geen spoor van Thijmen te bekennen. Ze zaten de hele tijd zó dicht achter hem, totdat een achteruit rijdende auto de weg blokkeerde.
De kinderlokker zag zijn kans en had Evert en Fenna af weten te schudden. Evert wilde de hoop net opgeven, toen in de verte een rode auto met flinke snelheid de bocht om schoot.
'Fen, fen, fen, pak je telefoon.'
Ze deed onmiddellijk wat hij zei. Het nummer van de alarm centrale werd gedraaid.
'Oké, zeventig, Victor, Lima, Delta, Bravo.' Fenna herhaalde haar collega, die zojuist het nummerbord volgens het NATO-alfabet opnoemde.
'Is gehoord. We zullen naar desbetreffende wagen uit kijken,' zei een vrouwelijke stem vanuit de meldkamer.'
Fenna bedankte haar en verbrak de verbinding, waarna ze zich huilend op de grond liet zakken.

Hoe moet het verder? [Moordvrouw]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu